Osprey, Pandion haliaetus - Visarenden (Pandionidae)
De visarend is een unieke roofvogel omdat hij uitsluitend vis eet. Hij is niet verwant aan andere roofvogelsoorten. Lange tijd was hij alleen doortrekker, maar ze blijven steeds vaker hier hangen in de broedtijd. Het eerste broedgeval van de visarend in Nederland deed zich in 2016 voor in de Biesbosch.
Groter en slanker dan lichte buizerd, met lange, geknikte vleugels. Contrastrijk, met witte onderzijde met opvallende zwarte polsvlekken. Brede zwarte streep over witte kop, verbonden met donkere rug, kenmerkend. Lange afhangende kopveren. Lange, krachtige poten. Heeft op afstand wel iets weg van een grote mantelmeeuw.
Hoog en bellend, karakteristiek.
55-58 cm, spanwijdte 127-174 cm
Bouwt groot, zwaar nest van takken in de buurt van water, in de top van een boom met vrij zicht, soms ook op palen, hoogspanningsmasten en kliffen, op eilanden soms op de grond. Eén broedsel, gemiddeld drie eieren. Broedtijd mei-september. Broedduur 34-43 dagen, begint na leggen eerste ei. Jongen vliegen uit na gem. 50 dagen, worden daarna nog 30-60 dagen gevoerd.
De visarend broedt langs heldere meren, plassen en langs sommige zeekusten, in moerassen, moerasbossen en aangrenzende naaldbossen. Tijdens de doortrek in het voor- en najaar in Nederland in principe overal te zien, waar visrijk water is: rivieren, meren, plassen, vennen, soms aan de kust. Combinatie van rustig, visrijk water en uitkijk- en rustposten is belangrijk. Tijdens de trek ook over gebieden zonder water.
Leeft bijna uitsluitend van vissen, met een gewicht van 150 - 300 gram, maar soms tot 2 kilo. Welke soorten dat zijn, hangt af van het gebied. In Nederland onder meer rietvoorn, karper en baars.
Trekt van Europa naar Afrika om te overwinteren. Scandinavische broedvogels trekken door Nederland, vooral in augustus-september en april-mei. Met oostenwind worden er meer gezien. Kan met gunstige wind in de rug snel doortrekken, maar verblijft soms wekenlang op één plek.
doortrekker in uiterst klein aantal
Neemt al enkele decennia toe als doortrekker. Nadat de laatste jaren verschillende broedpogingen waren ondernomen, zoals in de Oostvaardersplassen en de Biesbosch, was in 2016 voor het eerst sprake van een succesvol broedsel (in de Biesbosch). In 2017 ging het hier zelfs al om twee broedparen, met in totaal zes jongen.
Aantal broedparen | 6 (in 2023) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 0-0 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 160-210, sep (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Op trek kunnen visarenden vooral bij mooi weer en oostenwind worden gezien, overal in Nederland. Pleisterend in augustus-september vooral in het IJsselmeergebied, het Vechtplassengebied, de Biesbosch en de Delta. Ook in de duinen en in heidegebieden met veel vennen.
Broedt vooral in Fenno-Scandinavië en in Rusland; kleinere aantallen in Baltische Staten, Polen, Duitsland, de Balkan en in het Middellandse Zeegebied.
Neemt in Europa al enkele decennia toe door bescherming van de broedplaatsen, nadat de twee eeuwen daarvoor de visarend sterk vervolgd werd. Ook had de soort plaatselijk te lijden van eierverzamelaars. In het Middellandse Zeegebied (Malta bijvoorbeeld) worden nog steeds visarenden geschoten door plezierjagers.
De visarend profiteert van de bescherming van zijn leefgebied via Natura2000. Ook de natuurlijke ontwikkeling van grootschalige wetlands (Biesbosch, IJsseldelta) speelt de soort in de kaart.
Vogelbescherming houdt de vinger aan de pols als het gaat om Natura2000-gebieden in Nederland. Zowel via beleidsbeïnvloeding als langs juridische weg. Daarnaast heeft Vogelbescherming een netwerk van vrijwillige WetlandWachten die in het veld een oogje in het zeil houden. Zij rapporteren over ongewenste ontwikkelingen in hun 'wetlands' en grijpen waar mogelijk in.
Van goed beheerde grootschalige wetlands profiteert de visarend. In de Biesbosch waar het eerste broedgeval van de visarend in Nederland plaatsvond, vindt dergelijk beheer gericht op natuurlijke ontwikkeling plaats.
De visarend is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn visarenden beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de visarend wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van visarenden zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Verschillende natuurgebieden die door visarenden worden gebruikt als foerageergebied zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om de Biesbosch, het Haringvliet en De Wieden. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal