Eurasian Collared Dove, Streptopelia decaocto - Duiven (Columbidae)
De Turkse tortel heeft een uitzonderlijk groot voortplantings- en verspreidingsvermogen. Ze kunnen tot wel vijf legsels per jaar grootbrengen, waarbij hun jongen zich over zeer grote afstanden kunnen verspreiden. Dit maakt de Turkse tortel een bijzonder succesvolle soort, in tegenstelling tot de verwante zomertortel.
Het verenkleed is licht beigegrijs, met een zwart-witte nekband en een contrasterende donkerrode iris. In de vlucht vallen de lichte vleugelpartijen en lichte buitenste staartpennen op. Turkse tortels zijn bijna altijd met z'n tweeën.
Kenmerkend, meestal drielettergrepig gekoer van zuivere, fagotachtige klanken (ezelsbruggetje: klink als I Love You). Vrouwtje koert ook, maar wat hoger en zachter dan man. Bij opwinding een onzuiver "wèèè".
31-33 cm
De Turkse tortel broedt al vanaf half februari, tot in november. In deze periode heeft een paartje twee tot wel vijf legsels met elk meestal 2 eieren. De jongen uit het eerste nest kunnen zich in hetzelfde seizoen zelf al voortplanten. Het broedsel mislukt regelmatig. Soms valt het gammele nest met eieren en/of kuikens uit de boom of waait weg. Behalve in bomen en struiken broeden zij ook op onder meer luifels en rolluiken.
Het leefgebied van de Turkse tortel bestaat uit tuinen, parken, boerenerven en stadscentra. Hier worden de jongen groot gebracht en wordt het voedsel gevonden. Ook buiten steden kunnen ze bij menselijke bebouwing (boerenerven) worden aangetroffen.
Op het menu staan granen, onkruidzaden en vruchten, maar soms ook torretjes, rupsen en vruchten. De Turkse tortel is ook te vinden op voedertafels in tuinen. De eerste paar dagen worden de jongen gevoed met 'melk' uit de krop van beide ouders.
De Turkse tortel is een standvogel, de jongen kunnen zich wel op zeer grote afstand van de geboorteplek vestigen.
talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig
Na de eerste vestiging in ons land in de jaren '50 van de vorige eeuw is het aantal Turkse tortels razendsnel gegroeid. Inmiddels zijn de landelijke aantallen stabiel, met een toename in de steden van laag Nederland en een afname in hoog Nederland.
Aantal broedparen | 53.000-68.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 100.000-200.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | Broedvogel - jaarrond aanwezig |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Vaak opzichtig aanwezig op schoorstenen en daken.
In 1900 broedde de Turkse tortel alleen in Klein-Azië. Tot aan de jaren '30 verspreidde deze soort zich over de Balkan en tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog had de Turkse tortel het grootste deel van Europa aan zijn areaal toegevoegd. In 1950 werd het eerste Nederlandse broedgeval gemeld, inmiddels heeft de soort geheel Europa veroverd, met uitzondering van IJsland.
Turkse tortels zijn in Nederland niet bedreigd, maar zij profiteren van vogelvriendelijk ingerichte tuinen.
Vogelbescherming promoot het vogelvriendelijk inrichten van tuinen, ook de Turkse tortel profiteert daarvan. Schakel een Tuinvogelconsulent van Vogelbescherming in voor een advies op maat voor uw tuin.
Turkse tortels maken graag gebruik van wintervoer. Zonnebloempitten en andere zaden voorzien de vogels van de grote hoeveelheid energie die nodig is om guur winterweer te overleven. Bied water aan om te drinken of om te badderen. Een conifeer om in te broeden kan al voldoende zijn om een Turkse tortel aan te trekken. Turkse tortels broeden niet in nestkasten, maar vaak op nestkasten. Het nest is niet meer dan een takkenbosje, dat maar weinig bescherming biedt aan de eieren.
De Turkse tortel is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn Turkse tortels beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de Turkse tortel wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van Turkse tortels zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal