Klimaatbuffers zijn gebieden waar natuurlijke processen de ruimte krijgen en waar water zo lang mogelijk wordt vastgehouden. Dat zijn bijvoorbeeld veengebieden, moerassen, natte bossen of brede rivieroevers. Ze fungeren als enorme sponzen, of als overloopgebieden waarin het water geen kwaad kan. Langs de kust helpen kwelders, zandplaten en natuurlijke duinen bij het opvangen van de stijgende zeespiegel.
Door gebieden in te zetten als klimaatbuffer vergroot je niet alleen de veiligheid omdat er minder kans is op overstromingen, maar versterk je ook de natuur, het leefklimaat en de beleving van het landschap. Deze gebieden maken Nederland dus veiliger én mooier. En vaak zijn zulke oplossingen ook nog eens maatschappelijk meer acceptabel en goedkoper dan een zuiver technologische aanpak (‘hoge dijken’).
Wat leveren klimaatbuffers op voor vogels? Het moeten (uiteindelijk) natte gebieden worden met natuurvriendelijk oevers, geleidelijke overgangen van nat naar droog en een hogere biodiversiteit aan planten en insecten. In veel gebieden neemt ook de waterkwaliteit toe. Al met al zijn het dus gebieden waar meer voedsel voor vogels beschikbaar komt.
Klimaatbuffer De Onlanden in Groningen is een goed voorbeeld van een goed rendement voor vogels. Hier is 1.700 hectare landbouwgrond ingezet voor waterberging, gecombineerd met natuurontwikkeling. Het gebied speelt nu een belangrijke rol in de strijd tegen de wateroverlast in Groningen. Tegelijk is er zeer waardevolle grootschalige moerasnatuur ontstaan.
De projectvoorbeelden benut de coalitie in bijdragen aan en beïnvloeding van klimaat- en waterbeleid in Nederland, zoals bijvoorbeeld het Deltaprogramma.