Navigatie overslaan
Evert van Wijhe / Fred van Diem Toon alles in de buurt
Evert van Wijhe / Fred van Diem Evert van Wijhe / Fred van Diem

Door Evert van Wijhe
Extensieve schapenboer

Evert van Wijhe

Evert van Wijhe laat zich leiden door de natuur. Zijn schapen grazen op kruidenrijke graslanden vol weidevogels. Dat land ligt niet ver van het Veluwemeer, trekpleister voor vogels. Steeds meer boeren uit de buurt sluiten zich aan bij de Agrarische Natuurvereniging en die samenwerking heeft een positief effect op de weidevogels. Een teken voor Evert dat natuurbeheer de toekomst heeft.

Werkgebied

Oosterwolde (Gelderland)

Evert van Wijhe:

“Ik geloof dat we boeren nodig hebben om de natuur te behouden, zeker als het om weidevogels gaat. Staatsbosbeheer heeft hier ook wat weilanden in de buurt, die plaggen af en voeren de rijke toplaag af. Dat kost veel geld en dan zie ik zo’n veld helemaal verwilderen. As je boeren de ruimte geeft is er plaats voor én vee én biodiversiteit. Mijn aanpak bewijst dat het kan.”

Evert van Wijhe / Fred van Diem

Ik ben een weidevogelboer

Aantal hectaren: 60

250

Evert groeide gestaag in die op de natuur gerichte aanpak. “Nadat ik ermee begon, paste ik mijn bedrijf steeds meer aan. En gaandeweg werd het ook steeds leuker. Zeker omdat ik een beetje ruim in de grond zit. Dan kan er best veel.  Zo heb ik vorig jaar een bloemenrand gezet. Dat ziet er mooi uit en trekt insecten. En het doet je imago als boer goed. Mensen houden echt van een natuurlijk boerenland.”

Transitie

Volgens Evert is de transitie van het boerenland al begonnen. In ieder geval wel bij hem in de buurt. Sinds 2015 werken hij en inmiddels zo’n 120 buren samen in de Agrarische Natuur Vereniging Randmeerkust. Evert zit in het bestuur van dit collectief. Zeker 90 procent van de boeren in de streek doet mee. Evert: “We verdelen de subsidie en voeren gezamenlijk de maatregelen uit. Zo hadden niet alle boeren een stuk land voorhanden dat geschikt was voor plasdras. Maar gezamenlijk konden we wel genoeg gebied onder water zetten. We hebben nu 25 gebieden met een plasdras, meer dan de noodzakelijke één procent. Zo draagt iedereen bij aan de ruimte voor weidevogels. En met succes, want ondanks koude en droogte in het voorjaar wisten we het aantal weidevogels hier te verdubbelen. Ander bijkomend voordeel van het collectief is dat we onze overhead laag houden – eerder ging wel veertig procent van onze subsidie naar overheadkosten, maar nu we het zelf onderling organiseren is dat nog maar acht procent.”

Samenwerken

De samenwerking heeft ook de onderlinge band tussen de boeren versterkt. Evert: “Sommige boeren willen toch eerder maaien. Dan sturen we vooraf een drone over het land om de nesten te lokaliseren. Daar wordt dan omheen gemaaid. In ruil voor deze beschermende maatregel krijgt de boer dan toch zijn vergoeding. Dat zoeken naar nesten gebeurt door vrijwilligers. Vaak gepensioneerde boeren, maar ook jongeren of mensen uit de stad. Iedere boer binnen het samenwerkingsverband wordt gekoppeld aan een vaste vrijwilliger. Die houden contact met elkaar over de stand van de vogels. Dat systeem werkt goed voor ons.”

Weidevogelhooi

Evert nam de boerderij over van zijn vader. Die had vroeger melkkoeien, maar Evert koos voor schapen. Evert: “Die passen beter bij het extensief agrarisch natuurbeheer. Ik heb schraal kruidenrijk grasland. Daar doen schapen het goed op. Daarnaast hebben ze niet veel krachtvoer nodig. De schapen staan niet het hele jaar buiten. Tegen de tijd dat de vogels arriveren, gaan zij lammeren en houd ik ze bij huis. Pas na 15 juni keren ze terug naar de weilanden. Al die tijd komen de vogels op de eerste plaats. Ik maai daarna gefaseerd en verkoop dat wat ik overhoud als ‘weidevogelhooi’. Dit natuurproduct is populair, met name bij maneges en paardeneigenaren. Die willen graag gras waar geen kunstmest aan te pas is gekomen.”

Bedreiging

Als Evert zijn veld oploopt, ziet hij kieviten, scholeksters en een enkele grutto. En sinds het afgelopen jaar ook een wulp. Evert: “De provincie wilde hier windmolens plaatsen, maar dat is vanwege de weidevogelpopulatie op de lange baan geschoven. Gelukkig maar. De vogels hebben al genoeg te stellen met predatie. We hadden hier het afgelopen jaar veel last van steenmarters. Maar er zitten ook vossen, verwilderde katten, kraaien en ooievaars. De gemeente Oldebroek wilde een ooievaarsnest plaatsen. Waarom!? Ik heb vorig jaar een foto gemaakt van een veld waarin wel twintig ooievaars staan. Ook de wildtunnel onder de A28 heeft consequenties. Daardoor komen er meer vossen deze kant op. Ik heb niets tegen vossen, maar dit soort predators heeft geen natuurlijke vijanden. Als we de weidevogels willen behouden, moeten we strenger gaan beheren. En als meer boeren - daarbij gesteund door de banken - kiezen voor extensief, hebben de vogels nog meer kans.”

Juiste keuze

Evert is nu vijf jaar natuurboer en is blij met zijn keuze. “Het was even zoeken, maar ook met deze insteek valt genoeg te verdienen. Het helpt ook dat mijn vrouw een kleinschalig kinderdagverblijf aan huis runt. Peuters tot vier jaar scharrelen hier rond bij de lammetjes. Die groeien op tussen dieren en natuur. Ook dat past goed bij onze boerderij.”

Boerenlandvogels bij deze boerderij