Navigatie overslaan

Live

Steenuil

Live

Vijver

Live

Kerkuil

Live

Boerenlandvogels

Live

Zeearend

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Huismus

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Veelgestelde vragen

Heeft u een vraag over een van de Beleef de Lente vogelsoorten, die hier niet
beantwoord wordt? Stel hem op de webpagina van die soort (naast het live beeld).

Oehoe

Als ze eenmaal het nest verlaten hebben, komen ze niet meer terug. Dat geldt in ieder geval voor de oehoejongen. En de ouders hebben op het nest nu ook niets meer te zoeken. Ze zullen als familie wat meer afstand nemen van de nestboom. 

In september/oktober verlaten de jongen het territorium en begint voor de ouders de najaarsbalts. Man oehoe zal vrouw oehoe dan naar een broedlocatie lokken, en de kans is groot dat ze dan deze nestboom niet overslaan. Wie weet zien we ze dan weer terug bij Beleef de Lente 2025.

 

De andere drie jongen lopen rond op de bosbodem in de buurt van de nestkist-boom. Totdat K4 het nest verlaat, blijven ze in de buurt. Hier worden ze door de ouders gevoerd. Als K4 zich bij hen voegt, zullen ze verder van de nestkist gaan. 

Na tien weken zijn ze volledig vliegvlug, maar worden ze nog een tijd door de ouders verzorgd. Zodra ze zelfstandig voedsel kunnen bemachtigen, zullen ze hun geboorteplaats verlaten en scheiden hun wegen definitief. Dat is in de periode september/oktober.

 

Ja, dat kunnen ze!! Mocht een oehoe wel in het nauw worden gedreven dan neemt hij een behoorlijk imposante dreighouding aan; al knappend en blazend zet hij al zijn veren op, de oorpluimen legt hij plat op zijn kop en de ogen worden wijd open gesperd. Het lichaam wordt voorover gebogen en beide vleugels worden zijwaarts maximaal uitgespreid. Zo ontstaat er een groot waaiervormig schild dat nog imposanter lijkt als het lichaam heen en weer wordt bewogen en ze de veren laten sidderen. Zelfs kleine jonge oehoes zijn op die manier in staat roofdieren af te schrikken.

Lees meer: https://www.oehoewerkgroep.nl/de-oehoe/

Je vindt hier ook een prachtige foto van een oehoejong in deze imposante houding

Dat verschilt per nestlocatie. Met 4-5 weken kunnen ze al goed lopen en springen met behulp van vleugelslagen. Rond deze leeftijd kunnen ze het nest al gaan verlaten, afhankelijk van waar het nest zich bevindt. Bij hoge steile rotswanden is dat pas na 10 weken, dan zijn ze volledig vliegvlug. Ze worden dan nog een tijd door de ouders verzorgd, maar zodra ze zelfstandig voedsel kunnen bemachtigen zullen ze hun geboorteplaats verlaten.

Wij verwachten dat de uitvliegperiode van onze oehoetjes ergens hiertussen ligt. Ze zullen eerst de takken op klauteren en vliegsprongen maken. Als ze daarbij op de bosgrond belanden, zullen de ouders ze daar voedsel brengen.

 

Het netvlies van het oog van een uil heeft een overvloed aan lichtgevoelige, staafvormige cellen die "staafcellen" worden genoemd. Hoewel deze cellen zeer gevoelig zijn voor licht en beweging, reageren ze niet goed op kleur. Cellen die wel reageren op kleur worden "kegel" -cellen genoemd (in de vorm van een kegel), en het oog van een uil bezit er weinig, dus de meeste uilen zien in een beperkte kleur of in zwart-wit.

Omdat Oehoes een buitengewoon nachtzicht hebben, wordt vaak gedacht dat ze blind zijn in sterk licht. Dit is niet waar, omdat hun pupillen een groot aanpassingsbereik hebben, waardoor de juiste hoeveelheid licht op het netvlies valt. Het is zelfs zo dat Oehoes beter zien dan mensen bij helder licht.

Deze informatie en nog veel meer, kun je vinden op de site van OWN, OehoeWerkgroep Nederland.

Die brengt ze naar een voorraadplek. Dat kunnen meerdere plekjes zijn; bijvoorbeeld een holte in een boom, een gevorkte tak of een andere plek die veilig voelt. In principe wordt tijdens de broedperiode geen prooi bewaard op of rond het nest om het nest schoon te houden. Het is best wel bijzonder dat deze vrouw oehoe dat wel al regelmatig gedaan heeft.

 

De nestkist hangt op 8 meter hoogte in de eik.

 

Bos-, steen-, en kerkuil zijn overwegend holenbroeders (buiten nestkasten nestelen ze ook in allerlei soorten holen in bomen en schuren). Oehoes zijn weliswaar heel praktisch in hun broedplaatskeuze maar broeden doorgaans niet in holen. Dat is eigenlijk wel logisch, er zijn weinig holen groot genoeg voor hen. De oehoe broedt dus doorgaans op open nesten. Voormalig nesten van een havik voldoen, maar ook dus een bak in een boom.

Oehoes zijn nachtdieren. Ze jagen in de nacht en schemer en dus moeten hun ogen profiteren van al het licht wat ze kunnen verwerken. Ze hebben grote ogen en de pupillen hebben een groot aanpassingsbereik. Een grotere pupil laat meer licht door de lens zodat de beeldvorming op het netvlies optimaal is.

De ogen zijn niet als bij veel andere vogels aan de zijkant van de kop maar naar voren gericht, zoals bij de mens. Dat geeft hen een gezichtsbereik in drie dimensies - hoogte, breedte, diepte.

Ze kunnen hun ogen niet bewegen alleen recht vooruit kijken. Dat compenseren ze doordat ze hun kop - bijna helemaal - rond kunnen draaien en ook bijna ondersteboven.

Het 'fixeren' - het bewegen van de kop - heeft een functie in de positiebepaling, het beter kunnen bepalen van afstand.

Meer informatie over hoe de ogen functioneren vind je in het artikel 'Het gezichtsvermogen' op de website van de Oehoewerkgroep Nederland (OWN), oehoewerkgroep.nl

 

Het geluid wat de kuikens maken is een contactroep richting ouders. Vertaal het maar als: 'ik zit hier' en 'als je eten hebt, ik lust wel wat'.

Ze gaan waarschijnlijk flink meer roepen als ze van het nest af zijn. Dan is het extra belangrijk dat de ouders weten waar ze zijn. Niet alleen om ze te beschermen of te waarschuwen tegen gevaar, maar ook om te weten waar het eten naartoe moet.

Ook het oehoe-geluid is een contactroep. Het wordt gehoord bij volwassen oehoes als ze geslachtsrijp zijn, dat zijn ze na een jaar. Man gebruikt het oehoe als contactroep naar Vrouw maar ook als territoriale roep: 'mijn territorium, wegblijven'. Vrouw gebruikt het oehoe ook wel als contactroep, maar veel minder. We hebben haar een enkele keer kort oehoe horen roepen naar de jongen als ze op het nest komt.

Er zijn nog meer geluiden die oehoes gebruiken. Zo gebruikt Vrouw als contactroep bij Man ook een diepere en hesere versie van het bedelroepen dat je bij de jongen hoort. Vermoedelijk te vertalen als: 'kom op met een prooi'.

Er zijn variaties op het oehoe die gebruikt worden bij opwinding, bij prooioverdracht en bij het paren. Er zijn daarnaast nog alarmroepen en andere geluiden.

Op deze pagina kun je een aantal roepen horen:

https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/oehoe

En hier (met veel informatie, ook over hoe het geluid gemaakt wordt):

https://www.oehoewerkgroep.nl/oehoe-geluiden/

 

 

Dat hangt af van voedselaanbod en concurrentie.

Een geschat gemiddelde is 40 vierkante kilometer. Een onderzoek in een Duitse regio noemt 33 territoria in een gebied van slechts 245 vierkante kilometer.

 

 

Oehoes zijn al geslachtsrijp na een jaar. Maar het duurt vaak langer voordat ze broeden. Daarvoor is nodig dat ze een territorium hebben gevonden met een goede nestplek en een ruim voedselaanbod - en uiteraard een partner.

Als ze geen goed territorium kunnen vinden zullen ze ongepaard rondzwerven als zogeheten 'floater'. Wanneer een vogel van een gevestigd paar in een territorium wegvalt is zo'n gat vaak snel opgevuld.

Ondanks hun grote formaat kunnen oehoes vrijwel geruisloos vliegen en zo hun prooien verrassen.

Ze hebben een geringe vleugelbelasting, ze kunnen heel langzaam vliegen zonder veel vleugelgeruis.

Daarnaast maakt de structuur van hun veren een vrijwel geruisloze vlucht mogelijk. Op de bovenkant van de vleugels zitten donzige veren. Ook speciale flexibele veren op de vleugelranden werken mee aan het verminderen van geluidsgolven.

 

We zien dit bij grotere prooien zoals konijnen, eenden en houtduiven. Deze prooien worden voorbereid, vaak is er een plukplaats in de buurt van het nest.

Waarschijnlijk doen ze dit omdat het efficiënter voedsel brengen betekent. Bij een grote prooi zit de voedingswaarde vooral in  andere - vleziger - delen dan de kop. Zonder de kop vervoer je een zware prooi dus met minder inspanning. En misschien speelt ook mee dat ze delen van een prooi die niet snel gevoerd worden niet in het nest willen hebben omdat het dan teveel vervuilt.

Bij een andere webcam is gezien dat een Man Oehoe enkele keren met een 'los' konijnenkopje naar het nest kwam. Mogelijk was dat in een periode dat hij even geen andere prooien had gevangen en probeerde waar hij bij Vrouw mee weg kon komen.

Dat cijfer is niet met zekerheid te geven want nestinspecties zijn enorm arbeidsintensief. Daarbij zijn niet alle territoria goed toegankelijk en zijn jongen na het uitvliegen soms niet gemakkelijk te vinden.

Uit onderzoek bij vastgestelde territoria in Nederland weten we wel het volgende. In 32 nesten werden 29 geslaagde broedsels aangetroffen, met 67 jongen zittend in de nesten. Dus gemiddeld 2,3 per broedsel.

We weten niet hoeveel van die 67 jongen zijn uitgevlogen. Waarschijnlijk was er nog sterfte voordat ze konden uitvliegen, hoeveel is niet bekend.

De oorpluimen hebben een wat verwarrende naam want ze hebben niets te maken met de oren van de oehoe, die zitten lager op de kop aan de rand van het gezichtsmasker.

Hebben die oorpluimen dan wel een functie?

Jazeker, je kunt ze zien als een graadmeter voor hoe de oehoe zich voelt, en wellicht is het ook een communicatiemiddel wat ze onderling gebruiken.

Bij gevaar of verstoring staan de oorpluimen van een oehoe recht omhoog, bij rust liggen ze meer plat achterover.

Meer informatie in het weblog van 23 mei 2021: 'De stand van de oren'.

De Oehoewerkgroep Nederland (OWN) heeft dit berekend op basis van onderzoeken eerder hier bij Beleef de Lente en bij een webcam in Duitsland.

Een volwassen oehoe heeft zo'n 360 gram voedsel per dag nodig. Een dikke rat is genoeg voor 1 dag.

Voor de jongen is dat natuurlijk afhankelijk van de leeftijd, vlak na de geboorte hebben ze nog niet veel nodig. Als ze wat ouder zijn krijgen ze in de groeifase tussen de 226 en 479 gram per dag.

Als alles goed gaat kunnen wilde oehoes wel 25 jaar oud worden. In gevangenschap in een dierentuin is dat soms meer.

Veel oehoes die in het wild en in vrijheid leven sterven niet door ouderdom maar door menselijke activiteiten. Ze worden slachtoffer van bijvoorbeeld verkeer, prikkeldraad, hoogspanningsmasten, aantasting van het leefgebied. Ook verzwakken en sterven oehoes als ze prooien eten die vergiftigd zijn met bestrijdingsmiddelen die de mens in het milieu en daardoor in de voedselketen brengt.

Goed gezien: ze hebben inderdaad wimpers. En anders dan bij de mens zijn dat geen haren maar kleine veertjes.

Ook anders dan bij de mens: ze hebben geen twee maar drie oogleden. Dat derde ooglid is transparant en dient als extra bescherming voor het oog. Het wordt ook wel knipvlies genoemd, de Latijnse naam is membrana nicticans.

We denken dat vogels vooral trouw zijn aan een territorium of een nestplek. Oehoes zijn erg plaatstrouw en dan is de kans heel groot dat ze meerdere seizoenen in het territorium bij elkaar blijven.

Maar dat hoeft niet zo uit te pakken want er is wel concurrentie. Rond een bezet territorium zwerven ongepaarde vogels, zogeheten 'floaters'. Dat zijn jong-volwassenen die nog geen territorium hebben of oudere vogels die hun territorium zijn kwijtgeraakt. Die floaters zorgen ervoor dat als in een territorium een partner wegvalt dat 'gat' snel opgevuld wordt.

Er zijn waarnemingen gedaan dat een man oehoe meer dan één broedsel kan hebben in hetzelfde broedseizoen, bij verschillende vrouwen.

Bij sommige zangvogels is aangetoond dat jongen uit één broedsel dezelfde moeder maar niet dezelfde vaders hebben. Of dat laatste zich bij oehoes voordoet is niet bekend.

Een groepje kijkers doet waarnemingen voor de Oehoewerkgroep Nederland en schrijft daar zo nu en dan over in het clubhuis.

Omdat ze meerdere dingen tegelijk doen sluipen er dan soms afkortingen in. Voor andere kijkers kan dat vragen oproepen: waar heeft men het over?

Hier is de verklaring van een aantal van die afkortingen:

ag = achtergrond (als je nog meekijkt, maar uit de chat gaat)

K1, K2, etc. = kuiken 1, kuiken 2  (of kuuk1, kuuk2)

M = Man Oehoe

nk = nestkist

OWN = Oehoewerkgroep Nederland

oz = onderzoek

pa = paring(sroep}

po = prooioverdracht

rp = restprooi

V = Vrouw Oehoe

VBN = Vogelbescherming Nederland

Wam = ware muis, zoals bosmuis - grote oren, lange staart

Wom = woelmuis, zoals veldmuis - kleine oortjes, korte staart

 

Dé natuurlijke vijand van de oehoe is de mens. Door aantasting van broed- en jachtgebieden, vervuiling, opstapeling van landbouwgif bij prooidieren, stropen, verkeer, prikkeldraad, electriciteitsmasten, windmolens.

Jonge oehoes lopen het risico om een sterker dier in de voedselketen tegen te komen. Onbewaakte eieren worden soms geroofd of stukgemaakt door andere vogels en zoogdieren.

Oudere oehoes kunnen gewond en mogelijk gedood worden in territoriale gevechten met andere oehoes.

Vrouwelijke oehoe's kunnen soms wel 70 cm hoog zijn, als ze rechtop zitten. De man iets minder, rond 65 cm.

De vleugelspanwijdte is enorm. Bij Vrouw tot wel 180 cm, bij de man tot 165 cm.

Bij de oehoes is de vrouw dus flink groter dan de man. En ook zwaarder, tot rond 4 kilo. Mannetjes zijn lichter, tot 2,5 kilo.

Oehoes eten ratten, muizen en andere zoogdieren zoals konijnen, halfwas hazen, egels, jonge vosjes en marters. Ook vogels staan op het menu, zoals duiven, kraaiachtigen en andere (kleinere) uilen.

Eigenlijk eten ze alles wat minder dan 3 kilo weegt, dat kunnen ze meenemen in snavel of klauw. Ze eten ook aas van grotere dieren zoals resten van reeën.