Aanwezig: het hele jaar
Voedsel: meest zaden (jaarrond), aangevuld met eiwitrijk voedsel in het voorjaar en zomer (vooral de nestjongen)
Aantal: 600.000-1.000.000 broedparen in Nederland
Broedtijd: maart-augustus
Aantal eieren: 4-6
Aantal legsels: 2 tot 3
Broedduur: 11-12 dagen
Uitvliegen: 17 dagen na uitkomen
Huismussen zijn gebonden aan de mens. Het zijn cultuurvolgers pur sang. Voor nestgelegenheid en voedsel zijn ze zo goed als aangewezen op ons. Ze stellen daarbij prijs op een rommelige menselijke omgeving, met struikgewas, schuren, weilanden met vee, gemorst graan en zo verder. Ze zijn het talrijkst in dorpen en in oudere buitenwijken, met rommelige tuinen. Verschijnen er grote bomen en tegels in tuinen, dan verdwijnt de huismus.
De huismus is behoorlijk standvastig. Het is een 'standvogel', die alleen maar wegtrekt in zeer strenge winters. Het zijn gezellige vogels die elkaar vaak opzoeken. Ook broeden ze vaak in losvaste kolonies.
De huismus is een holenbroeder, die zijn nest in een nis of holte van een huis, schuur of andere gebouw maakt (zoals onder dakpannen), maar ook wel nestkasten gebruikt.
Eind maart of begrin april en begin mei legt het vrouwtje 4-6 eieren. Ze moet ongeveer 10-12 broeden voor de eieren uitkomen. Daarna verblijven de jongen nog ongeveer 17 dagen in het nest voordat ze uitvliegen. De ouders zijn gedurende die tijd erg druk met het aanslepen van voedsel voor de jongen. Honderden keren per dag op en neer.
Huismussen eten veel zaden van planten en struiken, zoals van grassen. In het voorjaar en de zomer wordt dit aangevuld met eiwitrijker voedsel en eten ze wat meer insecten. Vooral het dieet van nestjonge huismussen bestaat voor een groot deel uit insecten.
Huismussen zijn zelf vaak het voedsel van sperwers en huiskatten.
Tegen de zuidzijde van landgoed Heerlijkheid de Eese, op de grens van Friesland, Overijssel en Drenthe, ligt de Eeserhoek. Een betrekkelijk jonge tuin van 7000 m2 waaraan nog steeds wordt gewerkt.
Op de Eeserhoek hebben Eva Kovács en Claus van den Hoek een stoppelige paardenwei vanaf 2012 getransformeerd in een gevarieerde, ecologisch verantwoorde vegetatie met sierwaarde. Het is een combinatie van een natuurlijke sfeer en een heldere lijnvoering door een centrale hoofdas, dwarsassen, diagonalen, ovalen en cirkels.
Delen van de cirkelvormige borders komen op verschillend tijden in bloei. In juni-juli de daglelieborders, later heleniums en helianthussen en in de herfst de asterborders. Er is een grote diversiteit aan bomen en heesters. In het oude gedeelte bevinden zich volwassen rododendrons en azalea’s. Getracht is een samenhangend geheel te bereiken dat in alle seizoenen kijkplezier geeft.
De vergroting van biodiversiteit heeft er voor gezorgd dat het ook een paradijs voor dieren en met name vogels is geworden. Door het aangrenzende bos vinden vele diersoorten hier een geschikte habitat. Claus en Eva zien dagelijks reeën, hazen en dassen in het weiland en ieder jaar broeden hier in de nestkasten en andere plekken behalve bosuilen en torenvalken talloze soorten vogels zoals gekraagde roodstaart, draaihals, witte kwikstaart, boomklever en –kruiper en winterkoning. Veel soorten mezen en mussen vinden het hier ook fijn, vooral sinds Eva en Claus kippen hebben waar ze graag een graantje bij meepikken.
Meer weten:
Helpen: