Beleef de Lente 2024: veel reg..
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
Door
Lies Zandberg
Nederlands Instituut voor Ecologie / Wageningen Universiteit
Lies Zandberg, NIOO | vrijdag 14 april 2017 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1213x
In de ongeveer 130 nestkasten van het onderzoeksgebied waar ik werk zitten niet alleen koolmezen. Er zijn nog een aantal soorten die gebruik maken van de kasten die wij opgehangen hebben. Deze kasten zijn droog en beschut en daardoor een gewilde plek voor zogenaamde 'holenbroeders' om in te nestelen. Dus elke keer wanneer ik een rondje loop om de kasten, en inhoud, te controleren is het weer spannend wat ik zal aantreffen.
Nu zijn het wel vooral koolmezen die onze kasten bezetten, maar toch komen we ook regelmatig pimpelmezen, boomklevers en bonte vliegenvangers tegen. En heel af en toe stuiten we op een zwarte mees. Hartstikke mooi om naast onze eigen koolmees ook deze andere soorten, en de verschillen daartussen, te zien! Door goed naar het nest en de eieren te kijken kan je erachter komen welke vogel in deze kast aan het broeden is.
Bij de boomklever en de bonte vliegenvanger is het erg gemakkelijk om het nest te herkennen. De boomklever legt zijn eieren goed verstopt in een dikke laag van vooral schilvers van boomschors. De bonte vliegenvanger op zijn beurt maakt mooi rond nest van droge grassen. En zeker wanneer deze zijn eieren gelegd heeft kan je je niet meer vergissen: de eieren zijn felblauw van kleur.
Maar de pimpelmees en de koolmees maken het ons een stuk moeilijker, die kunnen ons nog wel eens voor de gek houden. Allebei beginnen ze met een dikke laag mos, waar ze vervolgens een mooie ronde nestkom in maken en deze bekleden met zacht materiaal. Maar waar de koolmees eigenlijk altijd haren of wol gebruikt, gebruikt de pimpelmees ook wel veertjes om het nest warm en comfortabel te maken. En daarnaast zijn de eitjes van de pimpelmees vaak net een beetje kleiner dan die van de koolmees. En verder kan je er dan nog op letten wie je in de buurt hoort zingen, of hoort alarmeren wanneer je bij de nestkast in de buurt komt. Allemaal kleine, subtiele, verschillen tussen de twee mezensoorten.
Maar toch gebeurd het zo nu en dan dat ik in mijn boekje opschrijf:
"265: bijna N, P alarm?" (= Nestkast 265: bijna een volledig nest, ik denk van een pimpelmees omdat deze dichtbij de kast aan het alarmeren was?),
en dan de volgende controle:
"265: N, 2e, K?" (= Nestkast 265: Volledig nest met 2 eieren, toch van een koolmees?)
Om de week erna eindelijk de definitieve uitslag te krijgen:
"265: K br" (= Nestkast 265: Er zat een koolmeesvrouwtje op het nest te broeden)
Ook al is het elk jaar afwachten, in de beleef de lente nestkast weten we het nu natuurlijk wel zeker: er is een koolmees, en er worden eieren gelegd. Inmiddels zijn het er al 6, dus het kan niet lang meer duren voor het grote uitbroeden gaat beginnen! En daarna begint het èchte werk natuurlijk pas...
Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) doet fundamenteel en strategisch ecologisch onderzoek. Met meer dan 300 onderzoekers en studenten is het NIOO één van de grootste onderzoeksinstituten van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). De NIOO-ers bestuderen organismen, populaties, levensgemeenschappen en ecosystemen. Samen onderzoeken ze de volle breedte van planten-, dier- en microbiële ecologie, zowel op het land als in het water. Bezoek de website van NIOO
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
17.07.24 Wie had gedacht dat de haiku challenge zo'n succes zou worden? Ik zeker niet. Het hee..
17.07.24 Het kerkuilenseizoen van Beleef de Lente 2024 zit erop. Of zoals ze in de Achterhoek ..