Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs
Ronald Harxen / Fred van Diem

Door Ronald van Harxen
Voorzitter werkgroep STONE

Waarom de eieren niet uitkwamen

Ronald van Harxen, STONE | zondag 11 juli 2021 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 705x

Diegenen die vanochtend naar de prachtige reportage in Vroege Vogels hebben geluisterd, weten al wat het onderzoeken van de drie niet-uitgekomen eieren heeft opgeleverd. Voor ons was de uitkomst verrassend. De zoveelste verrassing dit jaar. In dit blog een foto die als schokkend kan worden ervaren

Wel embryo's

In tegenstelling tot wat we verwachtten, bleken alle drie eieren wel degelijk een afgestorven embryo te bevatten. De theorie van het onvruchtbare mannetje kan dus in de prullenbak. Opmerkelijk was dat de drie embryo's flink in grootte verschilden. Dat houdt in dat ze op verschillende leeftijden zijn gestorven. Het is echter lastig een precieze leeftijd aan elk embryo te koppelen omdat we geen goed referentiemateriaal hebben. Het grootste jong was begonnen met de opname van het restant van de dooier. Dat gebeurt pas als het ei op het punt van uitkomen staat.

Leeftijdsschatting

We schatten dat jong op een dag of 24. Het middelste jong zal een ergens rond de 17 dagen geleefd hebben en de jongste ongeveer 10 dagen. Niet eerder kwamen we tegen dat de jongen binnen een legsel zo veel in leeftijd verschilden, meestal zijn ze min of meer even oud. Dat betekent dat ze op verschillende momenten gestorven moeten zijn. Als we ervan uitgaan dat het vrouwtje op 2 april serieus met broeden is begonnen, zal het eerste jong rond 12 april zijn gestorven, het tweede 19 april en het derde 26 april.

Gebroed zoals het moet

Waarom ze het niet hebben gered is een raadsel. Het broedgedrag van het vrouwtje geeft geen aanleiding te veronderstellen dat daar iets mis gegaan: ze heeft keurig volgens het boekje gebroed. Ze is er in ieder geval niet vaker en langer af geweest dan in andere jaren; dat de eieren afgekoeld zijn, ligt dan ook niet in de lijn der verwachting.

Geen afwijkingen maar wel een gaatje

Geen van de embryo’s vertoonde een met blote oog zichtbare afwijking. Een gebrek aan bepaalde voedingsstoffen - dat vaak tot een groeiafwijking leidt - lijkt dan ook niet aan de orde. Op de beelden hadden we al gezien dat in een van de eieren een gaatje zat. Dat is eigenlijk altijd desastreus voor de ontwikkeling. De vochthuishouding wordt verstoord waardoor het ei en het embryo uitdrogen en schadelijke bacteriën hebben een soort van snelweg naar binnen. Een klein barstje kan al voldoende zijn om tot dat effect te leiden. Eieren waar dat het geval is zijn te herkennen aan een verstoord evenwicht tussen het gewicht en het volume. Zoiets wordt wel uitgedrukt met het begrip dichtheid. Een dichtheid van 1 wil dan zeggen dat het evenwicht perfect in balans is. Bij een dichtheid lager dan 0,7 zijn er serieus problemen, zo’n ei is kansloos. Het ei met het gaatje had een dichtheid van 0,43, maar ook beide andere eieren hadden een erg lage dichtheid: 0,48 en 0,68.

Barstjes de oorzaak?

Betekent dat nu dat ze alle drie barstjes in het ei hadden en dat die de oorzaak van het niet-uitkomen vormden? Nee, niet per se. Het barstje in het ene ei werd pas opgemerkt, toen de uitkomstdatum al lang verstrekken was en bij de andere waren zo op het oog geen barstjes te zien. Wat wel aannemelijk is dat de lange ligduur van de eieren invloed heeft gehad op de vochthuishouding. Dode embryo’s nemen geen zuurstof meer op, maar door de poriën in de schaal verdwijnt nog wel steeds water(stof). Een dergelijk ei droogt dus steeds verder uit. De verstoorde vochthuishouding lijkt dus vooral post mortem te zijn ontstaan.

Het blijft een raadsel

Wat dan wel de oorzaak is? Vooralsnog tasten we in het duister; het blijft een een raadsel. We gaan zeker op zoek naar andere verklaringen. Mocht dat nog iets opleveren, laten we het uiteraard weten. Voor nu geldt echter: weliswaar weten we door het openmaken iets meer, maar ook hebben we er weer nieuwe vragen bij. Dat is het leuke van onderzoek: je raakt nooit uitgezocht.


Bij de foto: rechts het oudste jong. Het gele zakje onder het achterlijf is de dooier. Kort voor het uitkomen wordt het restant ervan in het lichaam opgenomen als voedsel voor de eerste dag. Dat proces is hier bezig. Bij de andere embryo's zijn (delen van) de dooier weggesneden voor de foto. De verschillen in lichaamslengte zijn duidelijk te zien. Let ook op dat het verschil in de grootte van de kop veel kleiner is. Daarin lijkt de ontwikkeling van een vogelembryo op die bij ons: bleangrijke delen eerst.


STONE

Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Steenuil Alle Beleef de Lente blogs