Waar zijn de kraaien?

Roos Tol | zondag 24 juli 2022 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 671x

Nozeman en Sepp KBN Nederlandsche vogelen

Van de Nederlandse Corvoidea; ekster, gaai, kauw, raaf, roek en Zwarte kraai (zeldzaam ook nog de Bonte kraai) heeft zich bij de vijver enkel en dan nog sporadisch een Vlaamse gaai (Garrulus glandarius) laten zien.

“Bestrijden op alle mogelijke manieren”

Ze hebben hun reputatie niet mee en zijn eeuwenlang fel door de mens bestreden. Tot op het punt van uitsterven voor een soort als de raaf (Corvus corax).
In de verbeten jacht op de kraaiachtigen waren vrijwel alle middelen toegestaan. Tot ver in de twintigste eeuw.
Kraaiachtigen zouden schadelijk zijn, overlast veroorzaken, zaaigoed vreten, vogelnesten leegroven en grootmoeders zilverbestek stelen.

Overlast wordt ook heden ten dage nog genoemd als reden voor het verdrijven – afmaken mag niet meer zonder ontheffing op de Wet Natuurbescherming – van kolonies van met name roeken. “Ze maken herrie en ze schijten de boel onder”.  

Je ziet ze vaak samen met kauwtjes en kraaien fourageren; op akkers, grasvelden, in stadsparken en zelfs in tuinen. In jaren waarin veel emelten – larven van de langpootmug – onder het gazon zitten, kunnen roeken en kraaien het hele gazon ondersteboven keren om ze te vangen. Maar evengoed was dat gazon al verwoest, want de emelten eten de graswortels.

Kraaiachtigen zijn vrijwel zonder uitzondering echte alleseters. De meeste doen het daarom ook goed in stedelijk gebied. Mensen laten afval slingeren. Maar het zijn ook aaseters, die dode dieren van de weg ruimen. En insecteneters.

Zangvogels

Kraaiachtigen behoren tot de orde van de zangvogels, ja echt! En dat terwijl hun geluid in de beste gevallen wordt omschreven als “krassen, schor en hees geschreeuw”. Ka! Maar er zijn ook meesterlijke imitators onder hen en zachtzingende mannen.

Evenmin zijn alle kraaiachtigen “zwart”. Tussen het zwarte zwart van de raaf en het bonte palet van de gaai zit een enorme en vaak subtiele variatie met de prachtigste iriserende verenpakken.

En de vraag was…

Waarom zien we ze niet bij de vijver?

Zelfs de raaf gedijt niet bij uitsluitend dicht bos. Hij heeft afwisselend gebied nodig, met open terrein zoals heide. Ongetwijfeld vindt hij daar méér vennen dan in de voortuin van een bostuin. Ook al is de raaf één van de kraaiachtigen die met succes is geherintroduceerd op de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug, en zich steeds meer verspreidt; u zal hem niet snel uw voortuin binnen zien lopen.

Gaai, ekster, kauw, roek: ze trekken steeds meer de steden in. Ook al blijven ze graag in landbouwgebied fourageren; daar moet wel afwisseling zijn en geen gif.
Stadsparken, akkers, weilanden, kleine bosjes, tuinen en de parkeerplaats van MacDonalds, allemaal oké!

Je kan natuurlijk etensresten gaan strooien om ze toch te lokken. Maar ik vrees dat je daar vooral knaagdieren mee trekt…

Nozeman en Sepp KBN Nederlandsche vogelen

Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over