Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs
Foto: Herman Vreeman Ronald Harxen / Fred van Diem

Door Ronald van Harxen
Voorzitter werkgroep STONE

Waar zijn (blijven) de meikevers?

Ronald van Harxen, STONE | zondag 5 mei 2019 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1111x

Nu het broeden erop zit, kunnen we de balans opmaken met betrekking tot de prooiaanvoer. Wat heeft het vrouwtje (in de kast) te eten gekregen terwijl ze aan het leggen en broeden was? Een ding valt op: weinig meikevers: 40. Het laagste aantal sinds de start van BdL in 2007. Wat is er aan de hand?
Op de horizontale as de jaren en op de verticale as het aantal meikevers in de leg- en broedperiode.

Kijken we naar de grafiek hierboven dan lijkt het wel of de meikevers op beginnen te raken: van 352 in 2015 naar 40 in 2019. De grafiek heeft wel wat weg van een schuinaflopend afdak. De meikevers rollen er hals over kop af. Moeten we vrezen voor de laatste meikever in 2020?

Geen april- maar meikever

Die conclusie is iets te kort door de bocht. Sterker nog: het is een schoolvoorbeeld van data die zonder context tot verkeerde conclusies kunnen leiden. Want natuurlijk moeten we de legselstart meewegen. Meikevers, de naam zegt het al, zijn kevers die hun optimum in de maand mei hebben. In een jaar met een late aprilstart wordt er meer van de meimaand meegesnoept, dan in een vroege. Wat betreft zijn 2015 en 2019 uitermate illustratief. 2015 was een laat jaar, het eerste ei werd pas op 25 april gelegd; het echte broeden speelde zich hoofdzakelijk in mei af. 2019, we hebben het net meegemaakt, was daarentegen een uitermate vroeg jaar. De jongen waren al geboren toen de meimaand nog moest beginnen. Het is dus niet heel vreemd dat er nog maar zo weinig meikekevers langs kwamen snorren. Meikevers heten niet voor niets zo, anders waren ze wel aprilkevers genoemd. In onderste figuur heb ik het aantal meikvers in de leg- en broedperiode afgezet tegen de legselstart en wat we zien is een prachtige verband. Hoe later er met leggen gestart wordt, hoe meer meikevers er aangevoerd worden. Om het het helemaal goed te doen, zou ik ook de temperatuur en de neerslag mee moeten nemen. De ene aprilmaand is immers de andere niet, en dat geldt uiteraard ook voor de meimaand. Wie weet doe ik dat nog eens.

Wat schafte de pot dan wel?

Stonden er maar weinig meikevers op de menukaart, wat werd er dan wel geserveerd? Dankzij onze geweldige telploeg en de vele meetellende kijkers, zijn we ook dit jaar weer precies op de hoogte. Wat zij en u vooral telden waren rupsen. Ja, u hoort het goed, rupsen, 114 in totaal. Gemiddeld bijna 4 per dag. Topdag was 15 april met 20 van deze sappige snacks. Gelukkig werd dit karig rantsoen aangevuld met 4 woelmuizen en 9 ware muizen, een spitsmuisje en zowaar een salamander. Verder nog wat klein grut als larve, kleine kevertjes en een vlinder. Bij elkaar 214 prooien. 

Ze past er weer door

Mevrouw heeft het overleefd. Volgens mij heeft het haar zelfs goed gedaan, dit toch wat karige dieet. Is het u opgevallen met wat voor gemak ze momenteel door de invliegopening past? Als een slanke balletdanseres, zo smooth gaat het soms. Wel net zo handig als ze over een weekje zelf volop aan de bak moet om prooi aan te slepen. We kunnen ons overigens wel afvragen of man het niet alleen aan kan, dit jaar. Met slechts 2 jongen en volop muizen moet het geen al te grote opgave zijn. Zelfs de meikevers zijn terug in de race. In de eerste 4 dagen sinds de geboorte zijn er al 30 aangevoerd. Bijna net zoveel als in de hele broedperiode.

Update Winterswijk

In mijn vorige blog beloofde ik een kleine update van ons eigen onderzoek gisteren in de omgeving van Aalten. Welnu, ook daar troffen we grote legsels met gemiddeld 4,48 eieren. Vooral het aantal legsels met 5 eieren was opvallend hoog: 12 van de 21. Maar ook 2 met 6.

Nu we de legselgrootte nagenoeg compleet in beeld hebben, kunnen we de stand op maken. Pascal zal er in een van zijn blogs deze week uitgebreider op terugkomen. Ik mag al wel vast verklappen dat het de op een na hoogste gemiddelde legselgrootte is sinds de start van ons onderzoek. Een bijzonder goed jaar dus, in dit opzicht. We zijn dan reuzebenieuwd hoeveel muizen we straks gaan zien.

Foto in de header: De voorraad wordt op peil gehouden. Foto: Herman Vreeman.

Op de horizontale as de legselstart en op de verticale as het aantal meikevers in de leg- en broedperiode.

STONE

Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Steenuil Alle Beleef de Lente blogs