De laatste tijd krijgen de pykjes (mag ik ze nog zo noemen, ze zijn al bijna groot!) alleen maar vis te eten, lijkt het. Zoals Jonathan al bij het filmpje van 19 juni noemt, zijn dit voornamelijk brasem, snoek en snoekbaars. Waar vinden de zeearenden toch al die vissen?
Rijk viswater
De zeearend heeft zijn nestlocatie goed uitgekozen. In de rijke natuur van zomerpolder Laban, is meer dan genoeg eten te vinden. Een deel van dat eten loopt op het land (ganzen) maar de vissen zitten natuurlijk onder water. Dat zijn de poldersloten, maar ook het open water van de venen en het Princes Margriet kanaal.
Neem bijvoorbeeld de brasem, deze vis komt vooral voor in stilstaande of langzaam stromende, diepere, voedselrijke wateren, zoals het kanaal. Nou kan de zeearend niet onder water duiken, maar dat hoeft ook niet, want in de periode van april tot juni zoekt de brasem ondiep water op waarin gepaaid wordt en eitjes op waterplanten of stenen worden afgezet.
Roofdier pakt roofdier
De zeearenden brengen ook wel eens snoeken naar het nest. Wist je dat de snoek een roofvis is? Hele jonge snoeken eten kleine larfjes, maar zodra ze een centimeter of tien zijn, beginnen ze vissen te eten, alles wat kleiner is dan zijzelf. En daar houden ze niet mee op als ze groter worden. Snoeken zijn echte onderwatermonsters, ze jagen bij daglicht in helder water en eten wat er in hun bek past, inclusief amfibieën, jonge vogels en kleine zoogdieren. Hoe vangt de zeearend zo’n sterke vis? De paaitijd van de snoek vindt plaats van februari tot en met mei in ondiepe begroeide oevers of ondergelopen weilanden. Tja, dan ben je natuurlijk wel makkelijk te pakken.
Zorgzame papa-vis
De snoekbaars is een beetje een vreemde eend in de bijt. Ten eerst is dit geen inheemse soort. Oorspronkelijk kwam de snoekbaars voor in Oost-Europa. Omdat de vis populair is in restaurants, is de vis begin 20e eeuw massaal uitgezet in Nederland. Snoekbaars houdt juist van diep, troebel water waar ze een soort vervangende predator voor de snoek lijken te worden. De paaitijd valt in de periode van april tot juni. Dat paaien gebeurt in ondiepe oeverzones. Het mannetje maakt een ondiepe kuil van ongeveer vijftig centimeter doorsnee in de zandbodem en houdt dit ‘nest’ schoon. De vrouwtjes bezoeken deze nesten kort, waarbij een klomp eieren wordt afgezet en bevrucht. Het mannetje bewaakt en verzorgt het nest tot de eieren uitkomen. Heel geëmancipeerde vis.
Het lijkt erop dat de zeearenden wel weten wanneer het paaitijd is. Welke vis zit waar en wanneer is het paaitijd, dat moet een afweging zijn. Het enige dat de machtige zeearend hoeft te doen, is de vleugels spreiden en klauwen naar voren steken. En Hoppa! Weer een vis minder…
Vogelbescherming Nederland - Samen voor vogels en natuur
