Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs
Grote wortelkluit met ijsvogelnestgangen (Foto Anja Schuitema)

Door Jelle Harder

Verschillende ijsvogelnestlocaties

Jelle Harder, IJsvogelwerkgroep Gooi en Vechtstreek | zondag 7 mei 2017 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1134x

IJsvogelbroedplaatsen zijn er in soorten en maten. Meest bekende zijn de steile oevers langs snel stromende beken en rivieren. Door de stroming kalven oevers af waardoor steile oevers ontstaan. Dat is vooral in het oosten en zuiden van het land. Wat is er nog meer bekend over broedlocaties?
Bijzondere ijsvogelnestplaats in de uitlaat van een schip (Foto’s Harry Westerhuis)

IJsvogelwand bij stromend water

De meeste natuurlijke ijsvogelwanden herken je aan de steile oever die bij voorkeur minimaal 50 cm hoog is. De oever grenst direct aan het water. De oever is op die plek niet begroeid met vegetatie. Het is voor de ijsvogels namelijk niet mogelijk hierin een nestgang te graven. Belangrijk is verder dat in het water voor de oever geen hoge waterplanten groeien als bijvoorbeeld riet of lisdodde. Dat is voor de vogels te lastig om steeds tussendoor te gaan. Deze ijsvogelwanden vind je van nature bij snelstromende beken en rivieren.

 

Broedplaatsen bij stilstaand water

Sinds een aantal jaren worden door vrijwilligers op veel plekken ijsvogelwanden gemaakt. Daarbij gaat het vooral om gebieden met stilstaand water. Dat gebeurt op plaatsen waar ijsvogels worden gezien, maar broedplaatsen ontbreken. Met een schep wordt na overleg met de terreineigenaar een steile oever gemaakt.

 

Een grote wortelkluit aan de oever

Andere natuurlijke broedplaatsen bieden omgewaaide bomen waarvan de wortelkluit recht omhoog komt te staan. In deze kluiten moeten ijsvogels bij voorkeur minimaal 50 cm diep kunnen graven, m.a.w. ze moeten dik genoeg zijn. Ligt een kluit direct aan de oever, met water tot aan de kluit, dan kan een nestgang vrij laag gegraven worden. Predatoren gaan liever niet door het water naar de nestgang. Is de kluit bovenaan ook dik genoeg dan kan de nestgang ook hoger zitten.

 

Een grote kluit in een bosperceel

Regelmatig zie je een grote omgewaaide boom midden in een bosperceel. De kluit ligt dan misschien wel op 300 meter vanaf het water. Is er op de plek waar de kluit omhoog kwam een groot gat ontstaan met water erin? Dan kan een nestgang laag zitten. Maar in de meeste gevallen zit een nestgang bij deze situatie hoger in de kluit.

 

Opvallende nestlocaties

In de loop der tijd heb ik verschillende andere plekken gezien waar ijsvogels hebben gebroed. De meest bijzondere is wel het broedgeval gedurende een paar jaar in een schip. Dit schip lag afgemeerd aan de oever. Het nest bevond zich in de knalpijp (verdikte deel) van de uitlaat!

Andere voorbeelden zijn de ijsvogels die broeden in een gat in de beschoeiing, in een wand opgebouwd uit broodjes turf, in een kuil in de grond, in een oude afvoerpijp die uit een muurtje boven het water kwam, onder een steigertje.

Regelmatig zien we ook ijsvogels die broeden in een oeverzwaluwkolonie, zowel bij natuurlijke oevers en grondwallen als in betonnen oeverzwaluwwanden.

Weet u zelf een afwijkende ijsvogelnestplaats? Ik ontvang uw informatie graag via een vraag boven de chat knop.

 


Doel van IJsvogelwerkgroep Gooi en Vechtstreek: Verbeteren van de broedmogelijkheden voor ijsvogels. Aanleg, controle en onderhoud van ijsvogelwanden. Bezoek de website van IJsvogelwerkgroep Gooi en Vechtstreek


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

IJsvogel Alle Beleef de Lente blogs