Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs
Ronald Harxen / Fred van Diem

Door Ronald van Harxen
Voorzitter werkgroep STONE

Tweede leg?

Ronald van Harxen, STONE | dinsdag 30 mei 2017 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1077x

De vraag die elke steenuilenfan deze week bezighoudt is: doet ze het, of doet ze het niet? Mijnheer heeft wel oren naar een tweede leg, daaraan hoeven we niet te twijfelen. Maar zal zijn nieuwe vlam zich daartoe laten verleiden? Ook bij vrouwen gaat de liefde immers door het buikje.

Het is niet het meest optimale moment. Anders dan bijvoorbeeld kerkuilen zijn steenuilen evolutionair getraind op het grootbrengen van één broedsel per seizoen. Dat heeft alles met de hoeveelheid beschikbare prooi te maken. Kerkuilen zetten bijna volledig in op muizen. Als er daar later in het seizoen ook nog veel van zijn, gaan ze met gemak voor een tweede legsel. Sommige paartjes wagen het zelfs wel een derde keer.

Niet bij muizen alleen

Steenuilen doen het anders. Met alleen muizen redden ze het niet. Ze hebben andere prooidieren nodig om hun rantsoen aan te vullen: larven, rupsen, regenwormen, meikevers, kikkers en jonge vogels. Stuk voor stuk prooidieren die er in de maanden mei en juni veel meer zijn dan in de zomermaanden. Dan nog jongen grootbrengen is dan ook riskant en de investering meestal niet waard.

Niet gebouwd voor de lange afstand

Logische vraag: kunnen ze dan niet - net als kerkuilen - helemaal overschakelen op muizen? Het antwoord is nee. Groot verschil met kerkuilen is dat deze veel verder vliegen om muizen te vangen. Zij vliegen met gemak meerdere kilometers naar een goed muizenterreintje, als het moet enkele malen per nacht. Door hun ranke lichaamsbouw en grote vleugeloppervlak kost het vliegen ze minder energie dan de wat plompere steenuilen met hun kortere vleugels. Die zijn er meer op gebouwd hun kostje in de nabijheid van de nestholte bij elkaar te scharrelen, jagend vanaf een zitpost of lopend. Dat lukt alleen als ze niet puur van muizen afhankelijk zijn. Die zijn er immers meestal op zo’n kleine oppervlakte niet voldoende te vinden.

Vervangingslegsel

Steenuilen moeten het dus vooral hebben van de maanden mei en juni. Daarna wordt het lastig voldoende prooien te vangen om een nest hongerige jongen groot te brengen. Een tweede leg(sel) zit er dan ook niet in. Wat wel af en toe voorkomt is een vervangingslegsel als het eerste legsel om de een of andere reden mislukt is. Dat is wat er hier aan de hand is. Ook dan is het echter niet eenvoudig jongen groot te brengen. Het aantal vervolglegsels dat we in de loop der jaren hebben aangetroffen is dan ook op de vingers van twee of drie handen te tellen. Meestal is zo’n vervangings- of vervolglegsel ook niet succesvol. Veelal houdt het vrouwtje er tijdens het broeden op enig moment mee op en treffen we bij de controle koude eieren.


Maar: nieuwe ronde, nieuwe kansen. Helemaal met een spiksplinternieuwe vrouw erbij. Wat ook hoopvol stemt: de Winterswijkse steenuilen lijken zich dit seizien niet echt aan het boekje te houden. 

 


STONE

Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Steenuil Alle Beleef de Lente blogs