Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs
Ronald Harxen / Fred van Diem

Door Ronald van Harxen
Voorzitter werkgroep STONE

Steenuilen en asbest

Ronald van Harxen, STONE | vrijdag 8 maart 2019 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1115x

Na de rooi van hoogstamappelboomgaarden in de jaren 60 en 70 die voor veel verlies aan nestgelegenheid zorgde, dient zich een nieuwe bedreiging aan. Vanaf 2024 zijn daken met asbest verboden. Een onbekend aantal steenuilen broedt in dit soort schuren. Wat betekent dat voor de nestgelegenheid?

Asbestuilen

Veel Nederlandse steenuilen broeden in nestkasten, maar een nog veel groter deel broedt onder de daken van allerlei soorten gebouwen: van kippenhokken en paardenstallen tot varkensschuren en loopstallen. Op het dak van veel van deze schuren ligt vaak asbest. Dat moet er dus voor 2024 af. Het risico is niet zozeer dat nesten verstoord worden, maar dat na de vervanging er geen broedgelegenheid meer beschikbaar is. Steenuilen kunnen nu net onder de golf van de golfplaat door. Met een hoogte 6 tot 6,5 centimeter ontstaat er een opening die vergelijkbaar is met de invlieopening van een nestkast. Daarachter bevindt zich vaak een zee van ruimte waar meer dan voldoende ruimte is voor een nest. Het met zekerheid vaststellen van een broedgeval onder een golfplaten dak is meestal onbegonnen werk. Anders dan een pan is een golfplaat niet even gemakkelijk te lichten. Bovendien is het risico op verstoring veel te groot. Als je daarnaast niet precies weet onder welke plaat het nest zich bevindt, loop je het risico dat het dak eruit komt te zien al een gatenkaas. De gemiddelde erfbewoner zal er niet blij van worden als de steenuilvrijwilligers na een vruchteloze zoektocht het erf verlaten met de opmerking: “U legt ze zelf wel even weer terug, hè? Wij moeten door naar de volgende plek.” Pascal en ik zoeken dan ook bewust niet naar dat soort nesten.

1.800 opstallen met asbest

Een ander - misschien nog wel groter risico - is dat de dure sanering en vervanging aanleiding vormt de schuur af te breken. Vooral schuren die geen echte functie meer hebben, lopen die kans. Het is zo goed als onmogelijk te becijferen wat het risico voor steenuilen – en andere onder dit soort daken broedende vogels als mussen en spreeuwen – precies is. Maar het gaat om enorme oppervlaktes. Voor de gemeente Winterswijk, waar ik woon, gaat het om circa 1.800 schuren en andere opstallen met een totale dakoppervlakte van om en nabij 576.380 m2. Omgerekend zijn dat ruim 80 voetbalden of 0,43% van de oppervlakte van de gemeente. Ook wij hebben geen idee hoeveel er daarvan in gebruik zijn bij steenuilen, maar het zou ons niet verbazen dat het er meer dan 100 zijn. Nu moet de eigenaar voor het dak vervangen of de schuur gesloopt wordt, onderzoek (laten) doen naar mogelijke beschermde diersoorten die van de schuur gebruik maken en daarvoor vervanging aanbieden. In de praktijk is dat echter bijzonder lastig, want - wat ik al schreef - hoe toon je met zekerheid aan dat er steenuilen of spreeuwen broeden? Nog veel lastiger is aan te tonen, dat ze er niet broeden.

Win-winsituatie

Om het risico zoveel mogelijk te beperken en er misschien wel een win-winsituatie uit te slepen, zijn we in gesprek met de gemeente. Samen met de gemeentelijk beleidsmedewerker Ecologie en Landschap hebben we het plan opgevat gebruik te maken van de mogelijkheden die de Wet natuurbescherming 2017 biedt. In het kader van deze wet is het mogelijk een gebiedsontheffing te krijgen op basis van een soortmanagementsplan. Ambtenarentaal voor de mogelijkheid voor alle eigenaren gezamenlijk een ontheffing te krijgen als ze op voorhand voor de steenuil een aantal gunstige maatregelen treffen, los van het feit of er nu wel of niet steenuilen onder het dak broeden. Hoe die maatregelen er precies uit moeten zien, daarover zijn we nog in gesprek met de gemeente en een ecologisch adviesbureau. Maar in ieder geval moet er op elk erf nestgelegenheid aangeboden worden in de vorm van een nestkast of een gelijksoortige voorziening. Tot nog toe is iedereen enthousiast over deze aanpak. Voordeel voor de eigenaren is dat ze niet individueel kosten voor onderzoek hoeven te maken, voordeel voor de steenuilen is dat er veel nieuwe broedplekken bijkomen. Ook op plekken waar ze nu niet broeden.

Grote rol provincie

Om dit plan goedgekeurd te krijgen, is medewerking en goedkeuring van de provincie nodig. Onder de Wet natuurbescherming 2017 is de provincie immers verantwoordelijk en niet meer de landelijke overheid. Daarom is het zo belangrijk dat ieder provinciehuis – en dat in Gelderland in het bijzonder - bevolkt wordt door ambtenaren en bestuurders die het beste voor hebben met de steenuil en andere boerenlandvogels. In het kader van de komende provinciale verkiezingen is Vogelbescherming Nederland een campagne begonnen de brede achteruitgang van de boerenlandvogels onder de aandacht te brengen. Maak gebruik van de mogelijkheid uw stem te laten horen en kies voor het behoud van onze boerenlandvogels.

Voor Gelderland is de steenuil tot aandachtsoort gekozen.

 

Bovenste foto: André Eijkenaar. Onderste foto: 1 van de 5 jongen uit 2014 van de cameralocatie. Ze broedden toen niet in de nestkast, maar onder een golfplaat van een van de kippenschuren van de buurman. 


STONE

Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Steenuil Alle Beleef de Lente blogs