Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs

Sprong in het diepe

Roos Tol | zondag 31 mei 2020 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 837x

Weer is het aftellen begonnen. De kuikens die zich een maand geleden uit het ei worstelden, zullen de kast gaan verlaten. De grote sprong in het onbekende. Ze zijn er klaar voor. Bijna. Wat ‘er’ precies zal inhouden, dat weten ze niet. Nog niet.
Foto Aranka Wijnands

Maar het kriebelt in hun valkenkoppies en valkenlijfjes. In hun vleugels, hun staarten en poten.
De rand. En dan: daar overheen.

Wat moet dat een machtig oergevoel zijn, de eerste keer op de vleugels het luchtruim in. Doen waar je voor geboren bent. Eerst vliegen. Er is volop geoefend, het nest wordt te klein, ze slaan elkaar nog een kopschudding met dat gewapper. Van ‘brusjes’ worden het al een beetje concurrenten; hier met die muis, voor MIJ! En tegen ma: ZELF DOEN!

Levenslessen

Gelukkig hoeven ze daar buiten nog niet meteen alles zelf te doen, dan zou het niet best aflopen. Leren vliegen is één ding, zelfstandig leren jagen een heel ander. De ouders zullen de jongen nog een week of twee, drie regelmatig prooi brengen. Kunnen de jongen een beetje oefenen, op kevers en andere insecten bijvoorbeeld, of een pechvogeltje. Daarnaast moeten ze ontdekken wat gevaren zijn in de wereld. Autoverkeer over de weg is gevaarlijk, jagen langs de wegberm is verleidelijk. Oppassen voor hoogspanningslijnen. Natuurlijke vijanden zijn er ook: wezels, hermelijnen, grotere roofvogels.
Voorzichtig zijn, maar niet bang, dat is het devies.

Buizengooiers

Er is in de chat veel gezegd over de ‘buizengooiers van hier beneden’, met vaak de suggestie dat de geluiden van ijzeren buizen afkomstig zijn van WMD, het waterleidingbedrijf (en of die tijdens het broedseizoen niet even stil kunnen zijn).
En dat de valken, met name de ouders, hier schichtig door waren.
Dat laatste waag ik te betwijfelen. Zoals in een eerder blog toegelicht werd, ligt de nestkast aan de achterzijde van de WMD toren, met uitzicht op een kanaal. Recht tegenover de kast aan de overkant van het kanaal is een groothandel in metalen. Een mega-ijzerboer dus, die deze materialen op forse vrachtwagens moet laden. Dat is het buizensmijten wat we steeds horen.
Deze groothandel zit daar al ten minste twintig jaar, de nestkast is meer dan dertig jaar oud. De torenvalken zijn dus gewend aan deze geluiden en zullen er echt niet van schrikken.
Anders kwamen ze natuurlijk niet jaar op jaar terug!

Afscheid

Als ‘onze’ jongen op eigen poten staan, zullen ze de omgeving van het nest verlaten. Omdat ze niet geringd zijn, is niet na te gaan waarheen ze gaan of hoe het ze vergaat hierna. Élke torenvalk zou ‘onze’ torenvalk kunnen zijn. Een vogel die we hebben zien ontwaken, uitgroeien en uitvliegen. Die ons een beetje ‘eigen’ is geworden. Ave atque vale, Falco tinnunculus: heil en vaarwel.


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Torenvalk Alle Beleef de Lente blogs