Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs

Schommelingen in de Twentse populatie

Peter van den Akker | vrijdag 14 april 2017 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1131x

De IJsvogel is zoals bekend erg gevoelig voor vorstperioden. IJsvogels zijn in de winter honkvast in hun winterterritorium en trekken niet weg. Indien een vorstperiode lang duurt en al het voedsel onbereikbaar wordt door een ijsvloer, komen veel vogels van de honger om.

Hoe wordt het aantal territoria vastgesteld?

In de figuur is het aantal gevonden territoria opgenomen voor de periode 2001 t/m 2016. Jaarlijks zoeken circa 40 tellers de belangrijkste beken af op aanwezige paartjes; iedere beek wordt minstens 4x afgelopen of gefietst tussen half maart en half juni. Alle waarnemingen op iedere beek worden op 1 verzamelkaart gezet en op basis hiervan wordt het aantal territoria per beek bepaald. Zo ontstaat voor geheel Twente een redelijk betrouwbaar beeld van de populatie. De aanwezige paartjes buiten de getelde beken zijn verzameld via de site waarneming.nl en door Twentse vogelaars te bevragen.

Wat waren de beste jaren?

In 2016 zijn 72 territoria gevonden, het op één na hoogste aantal ooit. Alleen in 2015 werd een groter aantal IJsvogels vastgesteld, namelijk 78. Het derde topjaar was 2008 met 68 territoria! Waarschijnlijk was 2001 ook een heel goed jaar, maar toen konden als gevolg van de MKZ-crisis veel beken niet worden bezocht.

Terugval na koude winters en herstel na zachte winters

De sterke afname in 2009 komt door de voorafgaande koude winter met soms strenge vorst in de periode eind december tot half januari. De 3 winters hierna waren normaal van temperatuur, maar ook daarin kwamen steeds vorstperioden voor. Door deze 4 winters (2009 t/m 2012) met vorstperioden bleef het aantal broedparen in Twente laag; het varieerde in die jaren tussen de 14 en 19 vastgestelde paartjes. Vanaf 2013 waren de winters zacht en herstelde de Twentse populatie snel. In 3 jaar groeide het aantal van 24 paar, via 47 naar 78 paartjes. Dus na winters zonder noemenswaardige vorst, kan de broedpopulatie ieder jaar bijna verdubbelen. 

Wat is de verwachting van 2017?

 

Tot nu toe hebben de tellers pas 1 - 2 ronden langs hun beken gemaakt en is er nog geen goed beeld. Maar duidelijk is wel dat de vorst in de tweede helft van januari, forse gevolgen heeft gehad op de IJsvogelstand. Ook in februari was er nog een tijd een ijsvloer aanwezig. Ik schat dat 2/3 tot de helft van de IJsvogels de winter niet heeft overleefd. Ik hoop later dit voorjaar een beter beeld te kunnen geven. 


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

IJsvogel Alle Beleef de Lente blogs