Kustbroedvogels vinden het fijn om in een kolonie te broeden, dat biedt veiligheid en vele ogen die uitkijken voor kapers op de kust. Soms vliegen alle vogels op Bliek ineens omhoog, dan is er iets aan de hand! Maar wat doen al deze kleine vogels eigenlijk tegen belagers?
Vorige week ging ik met enkele collega’s vanaf Middelharnis met de kayak naar Bliek, een feest en kabaal van vogels was al op afstand op en cirkelend boven Bliek te horen. De vogels op Bliek zijn inmiddels best wel gewend aan bootjes die aanleggen bij de kijksteiger en mensen in de kijkhut, maar kayakers in de buurt vonden ze toch een beetje spannend. Al snel vloog een gedeelte van de kolonie omhoog, ik schat dat er minstens 200 vogels in de lucht vlogen. Dat zijn er veel, want inmiddels zijn er ook vliegvlugge jongen van de visdiefjes, dwergsterns en ook al enkele vliegvlugge kokmeeuwen.
Vliegvlugge jongen
Deze jonge vogels kunnen al vliegen maar blijven graag nog even op en rondom Bliek hangen, je herkent ze aan hun verenkleed dat er nog niet helemaal strak bij ligt en ze hebben her en der pluizige of grijze veren op hun kop en vleugels. Samen met hun ouders en andere vliegvlugge jongen leren ze in korte tijd op en rondom Bliek de basis voor hoe ze voor zichzelf moeten zorgen. Gelukkig was onze aanwezigheid en verstoring van korte duur en leken de gemoederen op Bliek al snel weer te bedaren.
Kaper op de kust
Dat de kustbroedvogels samen met zoveel tegelijk de lucht ingaan is niet voor niets! Vanuit de kijkhut konden wij aanschouwen hoe een cirkelende zilvermeeuw ook voor een verstoring van de broedkolonie zorgde, waardoor er weer veel sterns en kokmeeuwen de lucht in vlogen. Deze zilvermeeuw vloog enkele malen rondom Bliek, waarschijnlijk op zoek naar een laat ei of jong kuiken, maar door de drukte in de lucht en groots opzette luchtverdediging kwam hij niet tot landen toe. De vele sterns en kokmeeuwen maakten het hem simpelweg te moeilijk in de lucht. Plan B dan maar: stiekem lukte het de zilvermeeuw om enkele tientallen meters naast Bliek in het water te landen en al zwemmend op het broedeiland te komen. Waar hij dacht een kuikentje te vinden kwam hij terecht in een bombardement van vogelpoep.
Luchtaanval!
Ja vogelpoep! De kokmeeuwen en sterns waren totaal niet blij met zijn aanwezigheid dichtbij de nesten en gaven hem de volle laag, tientallen duikvluchten en poepbombardementen kreeg hij te verduren. De zilvermeeuw kreeg geen kans om tussen de planten op zoek te gaan naar een ei of kuikentje, na enkele minuten droop hij af en vloog weer weg. Ook in een 2e poging om zwemmend het eiland op te komen werd de zilvermeeuw onderschept. Zijn doorzettingsvermogen toont aan dat het waarschijnlijk zo nu en dan wel lukt, zeker als meerdere grote meeuwen tegelijkertijd komen jagen.
Vele snavels maken licht werk
Samen lukt het de kustbroedvogels op Bliek om indringers te verdrijven, honderden ogen en snavels maken de kolonie sterk. Niet elke kustbroedvogel op Bliek kan meehelpen in de verdediging, bijvoorbeeld dwergsterns en plevieren zijn toch wel echt klein. Toch hebben ze ieder hun eigen strategie. Zo maken plevieren gebruik van super goed gecamoufleerd nestje met eitjes die heel moeilijk te vinden zijn als de ouders tijdelijk wegvluchten, zie de foto van het nestje van een kleine plevier in de laatste blog van Vera. Met de steeds grotere populariteit van Bliek als broedeiland zal de kolonie kustbroedvogels elk jaar groter en daarmee waarschijnlijk ook succesvoller worden. De vliegvlugge jonge vogels zullen binnen nu en een maand op en rondom Bliek leren hoe ze voor zichzelf moeten zorgen, daarover binnenkort meer in een volgende blog
Vogelbescherming Nederland - Samen voor vogels en natuur
