Rupsen, rupsen en rupsen

Ronald van Harxen, STONE | zondag 20 mei 2018 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 873x

67 per dag

Doordat een klein clubje noeste tellers ook de afgelopen week weer alle uurbestanden nauwgezet heeft afgekeken, weten we vrij precies wat er aan prooi naar binnen is gewerkt. En dat lijkt niet mis: van zaterdag 12 mei tot en met vrijdag 18 mei zijn er 467 prooien aangevoerd, een gemiddelde van bijna 67 per dag. Dat moet toch voldoende zijn, zou je denken. 

Biomassa

Kijken we echter naar de biomassa (het gewicht) van de aanvoer - uiteindelijk waar het om gaat natuurlijk - dan zien we dat jongen gemiddeld net iets meer dan 28 gram per jong per dag hebben ontvangen. Uit de gewichtsmeting blijkt dat net niet genoeg is om ze allemaal op hun streefgewicht te houden. 

Streefgewicht

Even wat kort door de bocht rekenwerk: het streefgewicht voor dag 7 is 58,9 gram. Bij elkaar hadden de jongen dus 235,6 gram zullen wegen. Ze wogen 190,5 gram. Bij elkaar komen ze dus 45,1 gram te kort, net iets meer dan 19%. Passen we deze 19% toe op de 28 gram aanvoer per dag, dan hadden ze dus geen 28 gram per dag moeten hebben, maar ruim 33. In de praktijk nog meer, want lang niet alle prooi wordt ongezet in gewicht. Een groot deel is uiteraard gewoon nodig om te ademen, te bewegen, te eten en andere lichaamsfuncties op peil te houden. Natuurlijk is dit rekenwerk veel te kort door de bocht, maar het is wel een indicatie dat de prooiaanvoer in Winterswijk niet helemaal voldoende is om de jongen op hun streefgewicht te houden. 

Aantallen

Keren we terug naar de prooiaanvoer (grafiek boven) dan zien we dat rupsen deze week de kroon spanden. Maar liefst 323 van de 467 prooien was een rups (69,2%). Ook meikevers deden met 101 exemplaren een behoorlijke duit in het zakje. Qua muizen moesten de jongen genoegen nemen met 15 exemplaren: 9 ware muizen, 3 woelmuizen en 3 waarvan het niet geheel duidelijk of het een ware muis of een woelmuis betrof: 0,57 muis per jong per dag. De jongen vorig jaar in Dongen kregen over de gehele periode ruim 1 muis per jong per dag, om maar even het verschil te laten zien.

Rupsen

Gelukkig dus veel rupsen, heel veel rupsen. Jammer genoeg zijn ze niet op soort te brengen, maar ik vermoed dat het voor een groot deel de rupsen van eikenbladrollers en kleine wintervlinders (foto) zijn. Mede door het warme weer zijn deze de afgelopen weken massaal ontpopt. Met zijn miljoenen doen ze zich te goed aan het loof van eiken, beuken en andere bomen. In Winterswijk is er geen verharde weg met eiken in de berm te vinden, waar met name spreeuwen en kauwen zich niet ongans vreten aan de op de grond gevallen rupsen. Waar onze steenuilen ze precies vandaan halen? Ik vermoed dat ze 'verzamelen' in de vele eiken die op en rond het erf staan. 

Zorgen?

Moeten we ons op dit moment zorgen maken over de prooiaanvoer en de gewichten? Nee, absoluut niet. Het streefgewicht is een gemiddelde en ook jongen die daaronder zitten, hebben alle kans normaal uit te vliegen. Alleen de kleinste van het stel baart enige zorgen. Als nakomertje is het normaal dat hij lichter is dan zijn nestgenoten, maar hij moet wel zorgen dat hij af en toe voorkruipt en zich niet kaas van het brood laten eten. Zo lang hij net zo kwiek en monter blijft ogen als in de afgelopen week, is er echter niet veel aan de hand. We gaan dan ook vol vertrouwen de tweede week in!

NB Over Dongen doe ik geen enkele voorspelling meer:). Kijken en verwonderen over de fleibiliteit in de natuur is het beste devies!

Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE

Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over