Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs
Ronald Harxen / Fred van Diem

Door Ronald van Harxen
Voorzitter werkgroep STONE

Ruien tussen de buien

Ronald van Harxen, STONE | zondag 18 augustus 2019 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1017x

In het clipje van 14 augustus zien we hoe een veer losraakt, enigszins verbaasd wordt nagestaard door vrouw (of man), even voor de nestkast blijft liggen om vervolgens door de wind weggeblazen te worden. De rui is begonnen. Typisch een fenomeen dat zich afspeelt na afloop van het broedseizoen.

Afbeelding van F. Weick in Der Steinkauz (NBB 1991)

A = armpennen, H = handpennen

HD = handdekveren, GD = grote dekveren (arm), MD = middelste dekveren KD = kleine dekveren, A = alula (duimveren), KA = tertials (Duits Karpaldecke) 

Bittere noodzaak

Veren hebben gedurende het jaar heel wat te lijden, zeker bij holenbroeders die zich duizenden keren in een seizoen door een nauwe invliegopening moeten wurmen. Anders dan haren groeien veren, eenmaal op lengte, niet meer. Het is dood materiaal dat bij slijtage vernieuwd moet worden. Jaarlijks het verenkleed vervagen - ruien - is dan ook bittere noodzaak. Voordat ik daar op inga, is het noodzakelijk kort iets te vertellen over de vleugel.

Opbouw van een vleugel

Een vleugel is uit verschillende laagjes veren opgebouwd. Zo wordt een volledige bedekking bereikt, nodig om goed te kunnen vliegen, maximaal te isoleren en om gemakkelijk (regen)water af te kunnen voeren. De laagjes hebben alle een specifieke naam. Op de schematische tekening hierboven zijn deze aangeduid met een letter. De belangrijkste zijn uiteraard de arm- en handpennen. Het zijn ook deze veren waaraan de rui het gemakkelijkste te volgen is. Het ruien van deze pennen is niet zomaar een willekeurig proces, maar gebeurt gefaseerd, in een min of meer strakke volgorde. Het vliegvermogen mag - anders dan bij eenden en veel andere watervogels - immers niet verloren gaan. Gevolg is wel dat de rui ook een langere periode in beslag neemt, zo ongeveer vanaf het moment dat de jongen uitgevlogen zijn tot eind oktober/eind november.

Volgens schema

De rui begint meestal met het afwerpen van de eerste handpen (H1, geteld van binnenuit), daarna om beurten de rest op rij. Als laatste is H10 aan de beurt. Van binnen naar buiten dus. De rui van de armpennen begint iets later, zo ongeveer met de derde handpen. Ze vallen vanuit 3 centra uit: eerst A8 tot en met A14, daarna A1 tot en met A4 en tenslotte A5 tot en met A7. De interval is heel wisselend, 5 tot 27 dagen. Voortdurend ruien dus een handpen en een armpen tegelijk, uiteraard van beide vleugels op het zelfde moment. Vervolgens begint er een nieuwe veer te groeien. Het duurt een tijdje voor die op lengte is en voordat alle 10 handpennen en 14 armpennen vernieuwd zijn, is de uil zo 100 dagen verder. Als die tijd zien de vleugels er dus een beetje gehavend uit.

Diepvriesuil

Plotseling herinnerde ik me dat ik nog een verkeersslachtoffer in de diepvries had liggen, dus (na gedeeltelijke ontdooiing) gelijk maar even de veren geteld en een foto gemaakt. En of het zo moest zijn: het dier bleek aan het ruien. Ik telde 7 intacte handpennen  (P4 tot en met P10), 2 die aan het terug groeien zijn (P1 en P2) en 1 die mist (P3). Op de foto onderaan is dat goed te zien. De grootste van de 2 kleine handpennen is P1, de grootste P2. Wat het aantal armpennen betreft: ik tel er 10. Het lijkt me dat er 4 missen.

Jongen ruien ook

De veer die we voorbij zagen dwarrelen lijkt me gezien het formaat een handpen, maar zeker ben ik daar niet van. De veertjes in de kast kunnen behalve van de oudervogels ook van de jongen afkomstig zijn. Zij maken in de periode augustus-oktober een gedeeltelijke rui door en wisselen bijna het volledige 'Kleingefieder' zoals de Duitsers dat zo kernachtig zeggen. Dat wil zeggen alle kleine veertjes, met uitzondering van de grote handvleugeldekveren, die zijn (samen met de hand-, arm- en staartpennen) pas het jaar daarop aan de beurt. Met uitvallen van de grijze pluisveertjes op de kop raken ze langzamerhand ook hun jeugdige aanblik kwijt. Iets waar clipmaker Geert niet heel blij van wordt. Maar zo gaat het.

Handpennen diepvriesuil

STONE

Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Steenuil Alle Beleef de Lente blogs