Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs
Foto Mark Hessels

Door Ben Mombarg
Beleef de Lente

Niet storen graag!

Ben Mombarg, Kerkuilenwerkgroep Nederland | zondag 3 mei 2020 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 816x

Het legsel lijkt nu echt compleet, en het wachten is nu op het eerste kerkuilen kuiken oftewel K1. Ik wil dit blog gebruiken om kennis te delen over het niet uitkomen van kerkuilen eieren. Met dank aan Mark Sloendregt en Arnold van den Burg.
Kerkuilembryo met een gehoekte ondersnavel; er zijn veel voedingsfactoren die dit kunnen veroorzaken Foto: Arnold van den Burg

Kastcontrole

In een broedsel kunnen tijdens een (kast)controle zowel jongen als niet uitgekomen eieren worden aangetroffen. De redenen van het niet uitkomen zijn vaak moeilijk te bepalen en divers van aard.

Broedstrategie

Er bestaan bij vogels globaal twee broedstrategieën waarbij of wordt gekozen voor het leggen van slechts enkele kwalitatief hoogwaardige eieren (K-strategie) dan wel voor zoveel mogelijk eieren (r-strategie). Kerkuilen kiezen voor het laatste en - als de voedselsituatie het toelaat - zijn meerdere broedsels per jaar mogelijk. Daarbij wordt ervoor gekozen om per ei een minimale hoeveelheid aan voedingsstoffen toe te voegen, om het aantal te kunnen maximaliseren.

Oorzaken

Wanneer zich een voedselgebrek voordoet ontstaat er een dilemma: moet de vrouw investeren in de kwaliteit van haar eieren ten koste van haar eigen lichaam (bijv. opsouperen borstspier) of moet ze haar reserves niet aanspreken, waardoor ze eieren van een lage kwaliteit zal maken?

Een gebrek aan voedingsstoffen in eieren kan zorgen voor een tekort aan eiwitten met embryonale afwijkingen als gevolg. Bij soorten met een r-strategie (veel eieren) zijn er vaker meer eieren die niet uitkomen. Bij kerkuilen komt gemiddeld 20% van de eieren om die reden niet uit en mislukt. Onderzoek in de jaren 1998-99 werden bij kerkuilen in 204 niet uitgekomen eieren 110 embryo’s gevonden waarbij in 63% van de gevallen afwijkingen geconstateerd werden.

Gif

Uilen en roofvogels staan hoog in de voedselpiramide en zijn dus gevoelig voor accumulatie van gifstoffen. Pesticiden kunnen leiden tot te dunne eierschalen met breuken als gevolg, maar de meeste pesticiden die dit veroorzaken zijn in Nederland verboden. Er kunnen nog wel eieren niet uitkomen als gevolg van hoge blootstelling aan dioxines  en Pcb’s. Kerkuilen hoeven er niet persé aan dood te gaan maar kunnen verzwakt raken. Het jagen zal erdoor worden bemoeilijkt met als gevolg dat er ook minder jongen worden grootgebracht.

Broedgedrag

Ook het broedgedrag met betrekking tot het keren en warm houden van de eieren kan gevolgen hebben voor het uitkomen ervan. Het keren van eieren is vooral bedoelt voor de ‘vochthuishouding’ en de ‘ontwikkeling van embryonale vliezen’. Kerkuilen beginnen direct met broeden bij het eerste ei en rollen daarbij het ei regelmatig om zodat een verkeerde ligging van het embryo wordt voorkomen. De eieren van kerkuilen komen om de dag uit en mogelijk worden de laatste eieren bij grote broedsels soms slecht bebroed en zullen niet uitkomen. Tijdens het broeden van eieren blijft de ontwikkeling van het embryo doorgaan, maar (langdurige) afkoeling en oververhitting kunnen desastreuze gevolgen hebben. Afkoeling kan bijvoorbeeld ontstaan door heftige interacties met nestplaatsconcurrenten. En oververhitting kan bijvoorbeeld ontstaan als het broedsel zich onder de golfplaten bevind.

Om zelf meer te weten en/of onderzoek te doen biedt het boek ‘Het onderzoeken van niet uitgekomen vogeleieren’ door Arnold van de Burg veel informatie. In de handleiding ‘De kerkuil’ van Johan de Jong staat een samenvatting en tips over dit onderzoek bij kerkuilen naar niet uitgekomen eieren.

Met dank aan Arnold van den Burg

Bron: “Het niet uitkomen van vogeleieren” (2017), Arnold van den Burg, Stichting Biosfeer, Onderlangs 17 6731 BK Otterlo, Nederland.

Kerkuil met een open buikwand als gevolg van aminozuur of temperatuur-effect Foto: Arnold van den Burg

Kerkuilenwerkgroep Nederland

De stichting Kerkuilenwerkgroep heeft tot doel het ‘beschermen van de kerkuil’ door ‘het geven van voorlichting en educatie, door het plaatsen van nestkasten en het verzamelen en registreren van gegevens’. De stichting is een overkoepelende landelijke organisatie met ongeveer 1.000 vrijwilligers, die werkzaam zijn in 16 regio’s die landelijk ruim 10.000 kerkuilnestkasten beheren en controleren. Dankzij de inspanningen van deze vrijwilligers en de medewerking van boeren en burgers is de broedpopulatie van kerkuilen toegenomen van ongeveer 100 broedparen eind jaren ’70 tot 3.000 nu. Meer weten? Bezoek de website van Kerkuilenwerkgroep Nederland


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Kerkuil Alle Beleef de Lente blogs