Beleef de Lente 2024: veel reg..
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
Door
Pascal Stroeken
STONE
Pascal Stroeken, STONE | maandag 15 mei 2017 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 981x
Zoals u vermoedelijk weet zijn steenuilen als uitgesproken holenbroeders afhankelijk van het aanbod aan een of meer geschikte holten in hun territorium. Een essentiële voorwaarde, want zonder nestholte heeft een steenuil niets te zoeken in een potentieel geschikt leefgebied, hoeveel voedsel en schuilplekken er ook zijn.
In onze streken broeden steenuilen in een breed scala aan typen holten die het cultuurlandschap (en met name de erven!) biedt: van holten in oude fruitbomen en knotbomen tot onder de daken van allerlei gebouwen, variërend van kleine schuurtjes tot grote ligboxstallen. 'Landschapselementen' die onbedoeld nestgelegenheid voor steenuilen bieden.
Heel kieskeurig zijn ze niet, zolang de holte maar een droge, donkere en veilige nestgelegenheid biedt. Met een hoogte van een centimeter of tien en een oppervlakte van een half A4'tje, en een toegang met een doorsnee van ongeveer 6,5 centimeter nemen ze al genoegen. Maar een ruimere nestplek heeft wel de voorkeur.
Hoewel steenuilen dus niet eens zulke hoge eisen stellen aan een nestholte, is de sterke afname van geschikte nestgelegenheid in ons cultuurlandschap die in de laatste decennia van de vorige eeuw is ingezet, een belangrijke oorzaak dat steenuilen in de knel zijn gekomen. Denk aan het 'opruimen' van hoogstamboomgaarden en knotwilgenrijen en de sloop van - voor de mensen - overbodig geworden schuurtjes.
Nestkasten in diverse soorten en maten (zie de verschillen tussen de kasten in Winterswijk en Dongen!) bieden een prima alternatief. Gelukkig zijn er in ons land op veel plaatsen steenuilenwerkgroepen actief die nestkasten ophangen en onderhouden.
Afgelopen winter hebben STONE en Sovon Vogelonderzoek eens bij de werkgroepen navraag gedaan om een beeld te krijgen welk aandeel van de populatie in nestkasten broedt. Die vraag bleek niet zo heel gemakkelijk te beantwoorden, vooral omdat niet overal op lokaal niveau de omvang van de populatie bekend is. Wel werd duidelijk dat in sommige gebieden naar schatting het overgrote deel (rond 90%) in nestkasten broedt, terwijl in andere gebieden het aandeel nestkastbroeders vermoedelijk zo rond de 30 procent ligt.
Grofweg kunnen we wel een schatting maken van het minimale percentage Nederlandse steenuilenbroedparen dat in nestkasten broedt. Uit gegevens over 2016 weten we dat in dat jaar ten minste zo'n 2.500 steenuilennesten zijn onderzocht. Dat betreft vrijwel allemaal nesten in kasten. Zetten we dit aantal af tegen de recente schatting van de Nederlandse populatie, 8.000 broedparen, dan leert een eenvoudige berekening dat ten minste zo'n 30, 35 procent van alle steenuilen in nestkasten broeden. In werkelijkheid zal het percentage nog (veel?) hoger liggen.
Is dat gunstig, dat er zoveel kastbroeders zijn? Ja en nee.
Ja, want dit betekent dat de inspanningen van alle steenuilenwerkgroepen zeer belangrijk zijn en daadwerkelijk bijdragen aan het behoud van steenuilen. Want op veel locaties waar steenuilen in kasten broeden zijn er geen 'natuurlijke' alternatieven voorhanden. Hulde dus voor alle vrijwilligers! Een bijkomend voordeel is, dat steenuilennesten in kasten veel eenvoudiger te controleren zijn dan nesten op veelal onbereikbare plekken in bomen en gebouwen. Handig voor het onderzoek, maar ook voor het plaatsen van webcams ;-).
Toch is de vraag ook deels met nee te beantwoorden. Een grote afhankelijkheid van nestkasten maakt de populatie ook kwetsbaar, want het verlangt een constante inspanning van werkgroepen die nestkasten bijplaatsen, onderhouden en vervangen. Het liefst zien we natuurlijk dat de steenuilen zich, als vanouds, zo veel mogelijk zelfstandig in ons landschap kunnen handhaven. Een landschap met voldoende aanbod aan 'natuurlijke' nestlocaties in bomen en gebouwen. Dus naast het aanbieden van nestkasten verdient het behoud en creëren van nestgelegenheid in bomen en gebouwen dan ook alle aandacht.
Gelukkig wordt daar op veel plaatsen hard aan gewerkt. Een prachtig voorbeeld hiervan is het onlangs gelanceerde initiatief 'Hof voor de steenuil' van de uilenwerkgroep in de gemeente Hof van Twente. Samen met bewoners en de gemeente spant deze werkgroep zich in voor een aantrekkelijk landschap voor steenuilen én mensen!
In Dongen komt het drietal inmiddels in de puberleeftijd en zullen meer en meer door de nestkast gaan rondsjouwen, op zoek naar iets eetbaars. Hoe herkenbaar voor ouders van pubers ... Moeder Dongen zullen we steeds minder in de kast zien, die ontvlucht het drukke kroost als het even kan. Het filmpje 'Het past niet meer' is wat dat betreft illustratief.
In Winterswijk nog lang geen pubers, maar wachten we geduldig (?) op de aanstaande uitkomst van de eieren. Naar verwachting komen die 'rond dinsdag' uit! Spannend dus, mogelijk horen we weldra piepende eieren (zie ook het blog 'Piepshow' van 28 april).
Kortom, genoeg te beleven!
Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
17.07.24 Wie had gedacht dat de haiku challenge zo'n succes zou worden? Ik zeker niet. Het hee..
17.07.24 Het kerkuilenseizoen van Beleef de Lente 2024 zit erop. Of zoals ze in de Achterhoek ..