De merel maakt een nest van bijvoorbeeld mos, takjes, twijgjes, stro, gras of ander materiaal wat voor handen is. Het vrouwtje is degene met de nesteldrang. Ongeveer twee weken doet ze erover om een nest te bouwen. Het nest heeft de vorm van een kommetje.
Wanneer het vrouwtje het nest aan het bouwen is, is het het mannetje elke avond bij zonsondergang prachtige merel liederen ten gehore aan het brengen. Het bouwen van het nest, laat hij nagenoeg volledig aan de vrouw over.
Het vrouwtje doet enorm haar best om haar kuikens in een zo veilig mogelijke omgeving te laten opgroeien. Naast de takjes, mos en dergelijke, gebruikt ze ook modder om het nest extra te verstevigen om zo haar kroost goed te beschermen tegen andere dieren die het op de eieren en of de kuikens voorzien hebben.
De kuikens van de merel zitten er maar plus minus twee weken in voor ze uitvliegen. Ze maakt het nest zo stevig dat ze er ongeveer drie tot vier keer per broedseizoen in kan broeden. Dus het harde werk is niet voor niets.
Een merel nest is altijd ergens op een beschutte plek, tussen de klimop, in kleine boompjes of zoals bij onze merels, op een schedel.
Niet alle merels bouwen hun nest hoog, veelal ook laag bij de grond. Helaas vallen ze dan vaak ten prooi aan katten en andere roofdieren. Is er teveel gevaar, dan kunnen ze het nest verlaten en hopelijk keren ze later terug en brengen dan een volgend nest met kuikens wel veilig groot.
Vogelbescherming Nederland - Samen voor vogels en natuur
