En toen was het zover: op 18 juni om 03:22 vloog ze weg! 54 dagen, 12 uur en 5 minuten oud. Gelukkig om 04:32 weer veilig terug in de kast! Kleintjes worden groot, het loslaten van dit prachtige kerkuilennest is begonnen. Echter ook het grote genieten van de mooie beelden vanuit de hooiberg.
Foto Robert Benjamins
Het is een kleine stap voor de kerkuilenwereld, maar een grote stap voor K1. Het eerste kuiken van de kerkuilen was buiten de nestkast te zien. K1 is vandaag 56 dagen oud en heeft de grote sprong naar buiten gewaagd. Vorig seizoen was het wat drukker in de kast en vloog het toenmalige eerste kuiken met 49 dagen oud de kast uit. Dat ze dit jaar met zijn drieën in de kast zitten en ze tevreden zijn over het afhaalloket zou best van invloed kunnen zijn dat de sprong wat later is gewaagd.
Oefenen met vliegen
Aan het begin van de achtste week oefenen de kerkuilkuikens hun vliegbewegingen op het nest en in de naaste omgeving. Het eerste kuiken is vandaag acht weken oud. En inderdaad, er wordt veelvuldig geoefend. Tegen het einde van de negende week is het gebruikelijk dat een jonge kerkuil redelijk goed vliegt en voor kortere perioden zelfs naar buiten gaat. Dat hebben we nu gezien.
Broers en zussen voeren
Als de nestkast zich in een schuur bevindt, gaan jongen vaak in de nok zitten blazen. Daar krijgt hij dan zijn voedsel. Wanneer het jong verzadigd is, neemt het de prooi in ontvangst van de ouder en brengt deze naar zijn broer of zus die zich nog op de nestplaats bevinden. Dit is mooi te zien in deze clip.
Spelen met eten
In deze periode gaan de jonge kerkuilen ook op zoek naar een roestplaats om daar gezamenlijk de dag door te brengen. Maar ’s avonds zijn ze weer op het nest te vinden om voedsel te ontvangen. Wanneer de jongen verzadigd zijn, gaan ze spelen met de muizen of ander nestmateriaal. Ze doen dat door afwisselend de muis of materiaal vast te pakken en weer los te laten. Ze gebruiken daarbij alleen hun klauwen. In de negende week bespringen de jongen de dode muis en ‘vangen’ het met beide klauwen. Dit spel is ook te zien met takken of ander nestmateriaal.
Hoe zien ze er dan uit? Een jong van negen weken heeft bijna geen dons meer, hooguit nog wat onder aan de buikzijde. De jongen gaan steeds meer op een volwassen kerkuil lijken.
Foto Rein Beentjes Bijna klaar om uit te vliegen
De stichting Kerkuilenwerkgroep heeft tot doel het ‘beschermen van de kerkuil’ door ‘het geven van voorlichting en educatie, door het plaatsen van nestkasten en het verzamelen en registreren van gegevens’. De stichting is een overkoepelende landelijke organisatie met ongeveer 1.000 vrijwilligers, die werkzaam zijn in 16 regio’s die landelijk ruim 10.000 kerkuilnestkasten beheren en controleren. Dankzij de inspanningen van deze vrijwilligers en de medewerking van boeren en burgers is de broedpopulatie van kerkuilen toegenomen van ongeveer 100 broedparen eind jaren ’70 tot 3.000 nu. Meer weten?
Bezoek de website van Kerkuilenwerkgroep Nederland
Vogelbescherming Nederland - Samen voor vogels en natuur
