Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs

Kleine kuikens worden groot

Ben Mombarg, Kerkuilenwerkgroep Nederland | woensdag 15 mei 2024 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 345x

Twee kerkuil-kuikens, K6 en K7, zijn overleden. Al komt dit vaker voor, toch was het een verdrietig moment voor alle kerkuilenliefhebbers.
Foto André Eijkenaar

Dank jullie wel!

Twee kerkuil-kuikens, K6 en K7, zijn overleden. Al komt dit vaker voor, toch was het een verdrietig moment voor alle kerkuilenliefhebbers. Ik ben ongelooflijk trots op hoe respectvol de kijkers van Beleef de Lente en de mensen achter schermen van Team Kerkuil met deze verdrietige momenten zijn omgegaan en elkaar tot steun zijn geweest. Dank jullie wel!

Hoe gaat het nu met de kuikens?

Op dit moment lijkt het goed te komen met de vijf kuikens die zijn overgebleven, ondanks het verschil in leeftijd en behoefte aan voedsel. Ze krijgen voldoende te eten aangeleverd; vrouw kerkuil jaagt ook al mee. Kuiken K5 heeft al zelfstandig een spitmuis naar binnen gewerkt, zie clip. Vrouw kerkuil heeft de jongste kuikens gevoerd. Ik ben dus optimistisch over de vijf kuikens die nu te zien zijn. De nachten zijn nog warm en droog, dus ik hoop dat de aanvoer van prooien op peil blijft.

Rangorde jongen

Bij het ouder worden van de jongen ontstaat er een rangorde in het nest: de grootste, die in de meeste gevallen ook de oudste is, staat vooraan in de rij en ontvangt als eerste het voedsel. Raakt het oudste jong verzadigd, dan verlaat het zijn gunstigste positie en sluit weer achteraan in de rij.

Bij te weinig voedsel aanvoer zal het jongste kuiken als eerste de hongerdood sterven en worden opgegeten door de anderen. Voor het voortbestaan van de kerkuil is het voordeliger om het jong te laten sterven en bijvoorbeeld vier of drie jongen in goede conditie over te houden, dan om zeven zwakke dieren aan de populatie toe te voegen.

Fysieke ontwikkeling

Het tweede donskleed van de kuikens is halverwege de derde week volledig. Het bedekt vrijwel het gehele lichaam, behalve de buikzijde waar nog een kale plek aanwezig is. De pullen werken kleine prooidieren in zijn geheel naar binnen. De ogen zijn op hun twintigste dag volledig geopend, dan is een donkerblauwe pupil te zien. Aan de voorzijde van de kop verschijnt een hartvormig figuur van dons.

In de vierde week ontwikkelt zich de gezichtssluier van de kerkuilen volledig. Die wordt dan begrensd door bruine veertjes in plaats van de donsveertjes.

De veren van de handpennen komen intussen uit de schacht (bloedspoel) en zijn op de leeftijd van 28 dagen zichtbaar als kleine pluimpjes (penseeltjes). De staartveren beginnen zich ook te ontplooien en de klauwen worden langer en scherper. Geleidelijk gaat de blauwe kleur van de ogen over in bruin.

Bij gevaar zal het jong zich op de rug rollen en de klauwen omhoogsteken. Zo kan het zich uitstekend verdedigen.

Hele nacht in touw

Slechts weinig nachtdieren zijn de gehele nacht actief. Het grootste deel is avond- óf ochtendactief. De kerkuil is wél de gehele nacht actief, zowel tijdens de broedtijd als daarna wanneer de jongen worden verzorgd.

Het gebeurt daarbij zelden dat een uil een heel uur wegblijft en geen voedsel aanvoert. Aan het begin van de nacht wordt de maximale aanvoer bereikt. Daarna neemt de prooiaanvoer geleidelijk af.

De vijf boefjes

Kerkuilen doen niet hun ouders na. Ze hebben instincten meegekregen die ze nu en later aan het oefenen zijn voor als ze buiten de nestkast komen. Het wordt dus hopelijk vooral de komende tijd genieten van deze vijf boefjes, kortom, de ontwikkeling van de pullen gaat razendsnel.

 

MM

Kerkuilenwerkgroep Nederland

De stichting Kerkuilenwerkgroep heeft tot doel het ‘beschermen van de kerkuil’ door ‘het geven van voorlichting en educatie, door het plaatsen van nestkasten en het verzamelen en registreren van gegevens’. De stichting is een overkoepelende landelijke organisatie met ongeveer 1.000 vrijwilligers, die werkzaam zijn in 16 regio’s die landelijk ruim 10.000 kerkuilnestkasten beheren en controleren. Dankzij de inspanningen van deze vrijwilligers en de medewerking van boeren en burgers is de broedpopulatie van kerkuilen toegenomen van ongeveer 100 broedparen eind jaren ’70 tot 3.000 nu. Meer weten? Bezoek de website van Kerkuilenwerkgroep Nederland


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Kerkuil Alle Beleef de Lente blogs