Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs
Ronald Harxen / Fred van Diem

Door Ronald van Harxen
Voorzitter werkgroep STONE

Keek op de week, aflevering 7

Ronald van Harxen, STONE | zondag 16 april 2023 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 181x

"Ze lijken wel op.", zo begint Anjo haar blog van gisteren. "Maar larven vullen ook." En het klopt. Vergeleken met de voorraad muizen die er afgelopen week lag, oogt het nu maar leeg. Maar zouden ze echt op zijn? Laten we getallen er eens bij pakken, verzameld door de telploeg.

Veertien ware muizen en twaalf woelmuizen in elf dagen tijd. Gemiddeld meer dan tweer muizen per dag. Dat is ongekend veel voor deze periode. Wel lijkt het aantal iets af te nemen. De laatste twee dagen nog maar één per dag in plaats van twee of drie zoals de dagen daarvoor. Of dat een tijdelijke terugval is, of dat we afstevenen op een muizenloze periode? Lastig te zeggen, de tijd zal het leren.

Kerkuilen als buren

Wat dat betreft zou het interessant zijn te weten waar de buurman zoal mee aan komt zetten. Op hemelsbreed amper vijf meter afstand - in een nestkast in de schuur - broedt immers een kerkuil. We horen hem of haar regelmatig op de steenuilencam. Net als de de BdL-kerkuil heeft deze zeven eieren gelegd, waarvan het eerste jong al op 6 april het levenslicht zag. Teruggerekend moet daar het eerste ei begin maart al zijn gelegd, een week of drie tot vier eerder dan bij BdL. Zometeen zijn daar dus mogelijk vijftien monden te voeden (elf jonge uilen en vier volwassen dieren). 

Concurrenten?

Je vraagt je dan af of ze elkaar niet in de weg zitten, elke muis kan immers maar één keer gevangen worden. Kerkuilen jagen echter in een veel grotere straal rond het nest dan steenuilen. De laatste beperken zich meestal tot twee- tot driehonderd meter. Een kerkuil vliegt met gemak vier of vijf kilometer om ergens een muis te scoren. In één nacht kunnen ze tot wel vijftig kilometer afleggen. Maar kerkuilen zijn ook niet gek: als het dichterbij kan, zullen ze het niet laten. Of ze daarbij concurreren met steenuilen, daarover is zo goed als niets bekend. Je zou eens een mannetje kerk- en steenuil die samen op een erf broeden met een zender moeten uitrusten en ze volgen tijdens de jacht.

Alternatieve prooien

Als er geen muizen zijn, schakelen steenuilen gemakkelijk over op ander voedsel als larven, rupsen, regenwormen en straks meikevers. Kerkuilen hebben als alternatief vooral spitsmuizen (en vogels). We zien dat perfect geïllustreerd in de verhoogde aanvoer van larven in de afgelopen dagen. Ik schat dat een zo'n vette larve toch minstens een tot anderhalve gram weegt. Een stuk of vijftien en je hebt al snel het gewicht van een bescheiden muis. En geen last van botjes en haren die tot een braakbal geperst moeten worden, ideaal. Kortom: ze komt niets tekort, onze dame op de eieren.

Met veel dank aan de telploeg die even een jaartje droog stond, maar als vanouds weer degelijk werk levert.


STONE

Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Steenuil Alle Beleef de Lente blogs