Beleef de Lente 2024: veel reg..
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
Door
Pascal Stroeken
STONE
Pascal Stroeken, STONE | maandag 16 mei 2022 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 338x
Om te beginnen nog even de actuele stand van de legselgrootte dit jaar. Inmiddels hebben we van bijna alle bezette nesten de legselgrootte kunnen vaststellen. De uilenvrouwen die twee weken geleden nog niet uitgelegd waren, hadden keurig volgens de verwachting bijgelegd. Ook bleken enkele dames waarvan we de vorige keer dachten dat ze het legsel al compleet hadden, toch nog een ei te hebben bijgelegd. Voor de gemiddelde legselgrootte maakt dat overigens weinig uit; die blijft steken onder de 3,5 ei per legsel en daarmee historisch laag.
Naast deze late starters waarvan de eieren pas in de laatste week van mei zullen uitkomen, troffen we op onze ronde van afgelopen weekend toch ook al in ongeveer een derde van de nesten kleine jongen aan. Meestal jongen van net uit het ei tot hooguit een paar dagen oud. Maar ook enkele nesten waarvan de jongen zo'n 10 dagen oud waren. Dat zijn nesten waar het eerste ei al in de eerste week van april is gelegd.
U heeft de zoektocht naar het BdL-nest op de voet kunnen volgen. Het lijkt misschien wat frustrerend, dat speurwerk, maar toch is het zoeken van nesten op ‘natuurlijke’ nestplaatsen in bouwsels* leuk en spannend. Doet ook denken aan de beginjaren van ons onderzoek, toen wij wat jonger waren en nog slechts een klein deel van de populatie in nestkasten broedde. In die jaren besteedden we veel tijd aan het zoeken van nesten in bijvoorbeeld schuurtjes, onder daken en in boomholten. Heel leerzaam, want het leverde waardevolle kennis op over de brede nestplaatskeuze van steenuilen. Kennis die nog steeds behulpzaam is bij het geven van adviezen over bescherming. Want hoewel veel steenuilen in nestkasten broeden, vindt het grootste deel van de Nederlandse steenuilen een broedlocatie in een gebouw of boom.
Dit jaar hebben enkele uilenkoppels ons weer aan het zoeken gekregen. Locaties waar net als op de BdL-locatie de nestkast onbewoond blijkt, maar uit sporen en waarnemingen van de bewoners geen twijfel bestaat dat de steenuilen wel aanwezig zijn. Twee voorbeelden om u een indruk te geven van de creativiteit van steenuilen.
In een kapschuurtje in Vragender blijken de uilen dit jaar geen gebruik te maken van de nestkast die daar enkele jaren geleden door de eigenaar is opgehangen en waarin voorgaande jaren werd gebroed. Uit de waarnemingen van de bewoners en de vele verse schijtsporen maken we op dat de uilen er nog steeds zijn. Bij het vorige bezoek hoorden we geritsel op het hardboard dakbeschot, vermoedelijk een uil die wegkroop. Het zou toch niet … ?
Dus toch maar eens verder kijken. Hier en daar hangt het beschot los, waardoor de uilen gemakkelijk toegang hebben tot de ruimte tussen beschot en dakpannen (pijl op foto 1 op de afbeelding onderaan dit blog; op de foto kijk je van onderaf tegen het steil lopende dakbeschot aan). Ons oog valt op het onderste deel van het beschot, dat wat doorhangt. Door een kiertje in het beschot (zwarte pijl, foto 2) kunnen we met behulp van een zaklamp naar binnen kijken en warempel, onderaan tegen de balk aan zit vrouw steenuil (nestlocatie ter hoogte van de witte pijl, foto 2). Als ze even aan de kant stapt kunnen we zelfs de 5 eieren tellen.
Deze uilen kiezen niet voor de makkelijkste weg. Het is een lastig te bereiken nestplaats, want voor elk bezoek moeten ze enkele meters over de steile, gladde hardboardplaten naar boven en beneden afleggen. De uilenklauwen hebben daarop weinig grip en vooral de route naar het nest zal veel weg hebben van een glijpartij. Kennelijk hebben de uilen dit er voor over. Daar staat tegenover dat deze nestlocatie een stuk ruimer is dan de vrij kleine nestkast. (O ja, ondanks het doorhangen ziet het hardboard er stevig uit en vertrouwen we erop dat dit nest niet door de bodem zakt!).
Ook op een erf in Ratum wordt niet in de nestkast gebroed die er nu twee jaar hangt. Man steenuil zien we zitten in de nok van de nabijgelegen open schuur. De uilen zijn vermoedelijk trouw aan hun vaste nestplek tussen de pröttel (rommel) op de zoldering van die schuur (foto's 3 en 4 op de afbeelding onderaan). Getuige de vele schijt en braakballen is deze plek waarschijnlijk al jarenlang in gebruik. Waar ze precies tussen de spullen kruipen en waar het nest zich bevindt, kunnen we niet vaststellen. Om de nestplek niet onverhoopt te beschadigen laten we in zulke situaties alles keurig op zijn plaats liggen en stellen we ons tevreden met de wetenschap dat de uilen een bijzondere nestlocatie hebben gekozen.
*beetje vreemde term, ‘natuurlijke’ nestplaatsen voor door de mens gecreëerde bouwsels. We hanteren deze term gemakshalve voor alle nestplaatsen anders dan de speciaal voor steenuilen geplaatste nestkasten.
Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
17.07.24 Wie had gedacht dat de haiku challenge zo'n succes zou worden? Ik zeker niet. Het hee..
17.07.24 Het kerkuilenseizoen van Beleef de Lente 2024 zit erop. Of zoals ze in de Achterhoek ..