Beleef de Lente 2024: veel reg..
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
Door
Ronald van Harxen
Voorzitter werkgroep STONE
Ronald van Harxen, STONE | woensdag 27 juni 2018 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 745x
Op het eind van de jaren 60 van de vorige eeuw was het de Duitser Ludwig Schwarzenberg die voor het eerst besefte dat steenuilen aan nestgelegenheid te helpen waren door nestkasten op te hangen. Hij bedacht het zogenaamde pijpmodel (Steinkauzröhre): een ronde nestkast met een binnendiameter van een centimeter of 18 (buiten 22-23) en een lengte van 80 centimeter of meer. De kasten werden bij voorkeur aan een tweetal draden onder aan een tak opgehangen om binnendringen van een steenmarter te voorkomen. Tot op de dag van vandaag wordt dit model her en der gebruikt (zie foto). Met de inzichten van tegenwoordig kleven er twee grote nadelen aan dit type: de relatief kleine binnenruimte en de manier van bevestiging. Nestjongen hebben niet alleen weinig ruimte om in het nest hun vliegspieren te oefenen, maar kunnen na het eerste uitstapje naar buiten, ook niet meer terug naar de veilige omgeving die kast biedt. Ze belanden op de grond en moeten het daar maar zien te rooien. Ook als ze er door slechte binnenomstandigheden of voedselschaarste toe gedwongen worden de kast vroegtijdig te verlaten. Dat bevordert de overlevingskansen uiteraard niet.
Sindsdien zijn er bijna net zoveel types ontwikkeld als er steenuilvrijwillgers zijn. Velen zweren bij hun eigen kast omdat die net iets beter zou ventileren, een mooi balkonnetje biedt, marters buiten houdt met een pendel of sluis, gemakkelijk is schoon te maken, ruimer of duurzamer is, of gemakkelijk te controleren. Ook qua plaatsing is de variatie groot: niet alleen onder aan de tak, maar ook erop, in de kruin van de boom, in de schuur op een balk, tegen de binnenkant van de gevel, aan de buitenkant van de schuur, met of zonder uitloopplankje, bedenk het maar en het is er. Mocht je een levendige discussie willen over een aan steenuilen gerelateerd onderwerp, begin dan over nestkasten. Uiteraard gevoed door de grote mate van variatie in natuurlijke nestplekken. Doe het beter niet op het eind van een verjaardag of barbecue als enig alcoholgebruik de tong wat losser en gemoederen wat verhit gemaakt heeft.
Uiteraard hebben we ook bij STONE nagedacht over aan welke voorwaarden een goede nestkast zou moeten voldoen. Uiteraard hebben we ook wij daarbij de wijsheid niet in pacht, maar voldoende binnenruimte en een zodanige plaatsing dat de jongen vanaf een dag of 30 de kast niet alleen uit, maar ook weer in kunnen, zijn wat ons betreft belangrijke aspecten. Ook een goede ventilatie, marterbescherming en eenvoudig te controleren en schoon te maken zijn daarbij belangrijk. De kast in Winterswijk voldoet in alle opzichten hieraan. Recent (Amerikaans) onderzoek aan een aantal zangvogelsoorten wees nog weer eens uit, dat het voor nestjongen van belang is, zo lang mogelijk in het nest te kunnen blijven. Niet alleen vanwege de veilige omgeving, maar vooral doordat de vleugelveren kans hebben te groeien en ze daardoor met langere vleugels het nest verlaten.
Hoe dichter de vleugellengte bij die van de ouders zit als het ze het nest verlaten, hoe beter ze kunnen vliegen. Een hogere overlevingskans in de eerste kwetsbare week is daarvan het positieve gevolg. Dit wordt nog versterkt als ze in de kast en op de tak hun vleugelspieren al flink hebben kunnen oefenen. Dat laatste hebben we Winterswijkse jongen talloze malen zien doen (het zogenaamde vleugelwapperen), zowel in als buiten de kast.
Op een leeftijd van 30 dagen bedraagt de gemiddelde vleugellengte van een nestjong met 124 tot 128 mm. een kleine 75% van die van de een volwassen dier (gemiddeld 170 mm). Een jong van 40 dagen heeft al een vleugel van rond de 148 mm (87%) en op dag 45 bedraagt de vleugellengte met gemiddeld 157 mm al 92% van die van een volwassen dier. Lang in het nest blijven loont dus. Door een ruime kast aan te bieden waarin de jongen volop gelegenheid hebben de vleugelspieren te oefenen en door het mogelijk te maken weer terug te keren naar het nest, vergroot je dus de overlevingskansen. Als vanuit de tak waarop de nestkast geplaatst is, ook nog eens andere takken, klimmend dan wel fladderend, bereikbaar zijn, maak je de nestplek tot een heuse fitnessruimte. Het Winterswijkse viertal is vandaag 47 dagen oud en nog steeds zijn ze regelmatig in en rond de kast te vinden. Ze hebben het gesnapt dus.
Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
17.07.24 Wie had gedacht dat de haiku challenge zo'n succes zou worden? Ik zeker niet. Het hee..
17.07.24 Het kerkuilenseizoen van Beleef de Lente 2024 zit erop. Of zoals ze in de Achterhoek ..