Beleef de Lente 2024: veel reg..
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
Door
Paul J. Marcus
Paul J. Marcus | zaterdag 8 april 2017 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1289x
Hoewel vogelnamen een heel populair voorwerp van taalhistorische studie vormen, zijn ze vaak heel duister van herkomst en betekenis. Ja, we weten wel welke vogel er met de naam Slechtvalk wordt bedoeld, maar wat betekenen de delen waar deze naam uit bestaat eigenlijk?
De naam wordt in het Nederlands voor het eerst gebezigd in 1636 in een handschrift, Jacht Bedryff geheten, toegeschreven aan Cornelis Jacobsz. Van Heenvliet, “Substituijt-Houtvester van de Graeffelicheyt”. In de gedrukte editie van A.E.H.Swaen uit 1948, is op bladzijde 88 een paragraaf gewijd aan de Slechtvalk en de Giervalk: “Vanden Valck ende Valcktarssel, ende vanden Geervalck ende Geertarssel.” De valk (mannelijk van woordgeslacht!) is het vrouwtje, de tarssel het mannetje.
Vervolgens gaat het “Den Valck diemen anders den Slechtenvalck noemt verschilt vanden Geervalck, gelijck onder de peerden een spaens peert van een vries peert doet;…” Op deze bladzijde wordt de Slechtenvalck nog enkele malen genoemd en ook eenmaal de Slechtentarssel, die dus zowel valcktarssel als slechtentarssel heet. Onder de kop Boomvalcxken oft maliette stelt het Jacht Bedryff dat dit een aert van slechten valck is (blz. 89). Hier staat het eerste element slechten dus los van valck. Op bladzijde 86 staat aangaande de Slechtvalk Slechten ook steeds los van valck: “Slechten roden valck, Slechten roden terssel, haggere valck, haggere terssel”. Vergelijk dat met hetgeen over de Giervalk wordt geschreven: "Root geervalck, Root geerterssel, Een haggere geervalck, Een haggere geerterssel.” (root = rood = jonge vogel; hagger = volwassen vogel). Dat is in een prijslijst, daarboven staat Valck, Valcktarssel, Geervalck, Geertarssel. Het is dus duidelijk dat slechten hier de funcite heeft van een bijvoegelijk naamwoord en niet steeds gevoeld wordt als een vst onderdeel van de vogelnaam. Met het enkele Valck wordt in het Jacht Bedryff dus steeds uitsluitend Falco peregrinus bedoeld.
Op bladzijde 56 in de paragraaf over de Reijger staan de Geervogel (= vrouwtje Giervalk) en Geertarssel als de geberuyikelijke vogels vermeld waarmee op Blauwe Reigers wordt gejaagd: “Werden gevlogen metten Geervogel en Geertarssel, oock wel metten slechten, maer selden.”
Het Jacht Bedryff beschouwt Valck en Slechtenvalck dus als synoniemen. Het lijkt er nog het meest op dat de schrijver het bijvoeglijk naamwoord slechten opvat als ‘gewoon, zonder meer,bij uitstek’ dus slechtenvalck, -tarssel of slechten valck = ‘valk zonder meer’ of ‘de valk bij uitstek’ contrasterend met geervalck, geervogel, -tarssel, die de veel kostbaardere Giervalk aanduidt. Slecht heeft in het Middelnederlands en Vroeg-Nieuwnederlands inderdaad onder meer de betekenis 'gewoon' en 'zonder meer'. Ik denk dus niet, dat men slecht in dit verband moet opvatten als gewoontjes, triviaal. De vormen waarin het Jacht Bedryff de naam slechtvalk gebruikt,laten een interpretatie van slecht als ‘slachtend, slaand’ niet toe.
Waar komt de naam valk vandaan? Dat is nog lastiger. Er zijn twee opvattingen, allebei plausibel maar beide zonder dwingend bewijs. De eerste is, dat valk via de Latijnse vogelnaam falco is ontstaan uit falx ‘sikkel’, dus ‘sikkelvormige vogel’ of ‘vogel met sikkelvormige klauwen’. Als dit zo zou zijn, wekt het toch bevreemding, dat falco pas heel laat in het Latijn optreedt. In het Klassieke Latijn bestaat dit niet.
Een andere opvatting is, dat valk een Germaans woord is. Daarbij wordt de kleuraanduiding vaal vaak als benoemingsmotief gehanteerd. Een andere, door Kroonen (Proto-Germanic Etymological Dictionary, 2013) geopperde interpretatie is, dat Germaans valk verwant is aan het Oudpruisische woord pele- in pelemaygis ‘rode wouw (of torenvalk(?)’. Dit Pruisische woord pele komt ook voor in pepelis ‘vogel’, formeel vrijwel hetzelfde als Latijn papilio ‘vlinder’ en Nederlands vijfwouter ‘vlinder’. De betekenis zou dan wellicht samenhangen met Indo-Europees *pel- ‘vliegen’.
De vogelnaam valk is in het Nederlands al voor het jaar 1000 overgeleverd in de plaatsnaam Ualcanaburg ‘Valkenburg (ZH.) in de Utrechtse Goederenlijst. Het is opmerkelijk dat we hier de Anglo-Friese uitgang -ana van Ualcana- vinden in plaats van het Frankische -ono (*Ualcono)! In het Oudengels en in het Oudnoords (voorloper van de Scandinavische talen) is het Germaanse woord *falkan niet of nauwelijks overgeleverd. Het is dan ook niet zeker, of het wel om een Germaans woord gaat.
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
17.07.24 Wie had gedacht dat de haiku challenge zo'n succes zou worden? Ik zeker niet. Het hee..
17.07.24 Het kerkuilenseizoen van Beleef de Lente 2024 zit erop. Of zoals ze in de Achterhoek ..