Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs

Er komt beweging in

Ben Mombarg, Kerkuilenwerkgroep Nederland | woensdag 10 mei 2023 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 255x

Ik ben nog steeds aan het beeld ge(k)luisterd wachtend op K6 en K7. Ik ben erg benieuwd of deze laatste twee eitjes uitkomen, over een dag of vier zullen we het weten. Maar wat een mooie beelden en wat een genot om daarnaar te kijken.
Foto André Eijkenaar

Hele zachte geluiden met vele benamingen

Het eerste geluid dat een jonge kerkuil laat horen, wanneer het uit  het ei is gekomen, is een “rinkelend” getsjilp, gecombineerd met piepende, krassende en klokkende kreten: tsjirpen. Het tsjirpen is gedurende de eerste weken een opvallend en karakteristiek geluid bij de jonge uilen. Het geluid wordt veelal gehoord vlak vóór, tijdens en na het voeren van de jongen door vrouw kerkuil. Ook wanneer één van de jonge uilen niet onder de beschermende vleugels van vrouw kerkuil zit, laat ze, in het ritme van de ademhaling, het getsjirp horen. De geluiden van de jonge kerkuilen worden in de literatuur van allerlei namen voorzien: “zirpen”, “piepen”, pépie, “zirplaut”, “wimmern” en “chittering”. Het tsjirpen omvat een scala aan fijne geluidjes. Tegen het einde van de eerste levensweek krijgt het blazen geleidelijk de overhand.

Voor de overlevingskansen van de kerkuil-jongen is het van groot belang dat zij gaan ‘bedelen’ om voedsel. De jonge kerkuilen sperren niet vanzelf, spergedrag zoals dat wel het geval is bij vele andere vogelsoorten. Vrouw kerkuil stimuleert het bedelgedrag gedurende de eerste dagen door ‘chittering’, waarop het jong met een iel ‘gechitter’ haar roep beantwoordt: het jong richt zich op en opent de snavel, zodat vrouw kerkuil kan beginnen met voeren.

Vanaf de zevende dag produceert het kuiken de eerste braakbal. Deze braakballen zijn lang en smal en wegen nog geen gram. De inhoud bestaat grotendeels uit haren met een enkele keer  kleine botjes.

Ontwikkeling kuiken

Tegen het einde van de tweede week maakt de eerste witte donslaag, die het lichaam nooit volledig heeft bedekt, plaats voor een tweede die gelig wit tot hagelwit van kleur is. Rond de 10e dag verschijnen korte schachten met donspluimpjes. De ogen kunnen gedurende langere tijd tot spleetjes worden geopend.

 

Foto André Eijkenaar

Kerkuilenwerkgroep Nederland

De stichting Kerkuilenwerkgroep heeft tot doel het ‘beschermen van de kerkuil’ door ‘het geven van voorlichting en educatie, door het plaatsen van nestkasten en het verzamelen en registreren van gegevens’. De stichting is een overkoepelende landelijke organisatie met ongeveer 1.000 vrijwilligers, die werkzaam zijn in 16 regio’s die landelijk ruim 10.000 kerkuilnestkasten beheren en controleren. Dankzij de inspanningen van deze vrijwilligers en de medewerking van boeren en burgers is de broedpopulatie van kerkuilen toegenomen van ongeveer 100 broedparen eind jaren ’70 tot 3.000 nu. Meer weten? Bezoek de website van Kerkuilenwerkgroep Nederland


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Kerkuil Alle Beleef de Lente blogs