Oplettende kijkers hebben misschien al gezien dat er inmiddels meerdere kerkuilveren in de kast liggen. Vrouw kerkuil is in de rui. En alles met een reden: de timing van deze rui is perfect.
Vrouw kerkuil heeft gezelschap van wat losse veren
Rui: broodnodig maar onhandig
In een vorig blog had ik het al over het wonder van de veer. Een fantastische constructie, maar wel eentje die na een tijdje slijt. Voor elke vogel is het dus nodig om regelmatig de versleten veren te verliezen en nieuwe veren te laten groeien. Elke soort heeft hiervoor zijn eigen strategie. Sommige vogels, zoals bijvoorbeeld eenden en ganzen, ruien al hun vliegveren in één keer. Dat gaat snel, maar omdat alle vleugelveren tegelijkertijd afvallen kan de vogel tijdelijk niet vliegen. Deze strategie werkt dus alleen als de vogel niet hoeft te vliegen om voedsel te vinden en veilig kan rusten op bijvoorbeeld open wateren.
Maar vliegen is van levensbelang
Voor de meeste vogels is echter het essentieel om altijd te kunnen vliegen. Zij verliezen hun vliegveren maar met één of enkele tegelijkertijd. De rui kan wat langer duren, maar het grote voordeel is dat de vogel kan blijven vliegen om voedsel te vinden en te vluchten voor gevaar. Ook onze kerkuilen gebruiken deze strategie. Maar ook als je slechts één of enkele veren mist, is vliegen iets moeizamer en ben je er meer energie aan kwijt. De rui moet dus getimed worden op een moment dat de vogel niet teveel energie verbruikt.
Timing is essentieel
Vrouw kerkuil zit nu op de eieren en hoeft maar weinig te vliegen. Het is voor haar nu dus de perfecte timing om wat veren te verliezen. Het eten komt toch vanzelf naar haar toe! Voor man zou het echter totaal niet handig zijn om nu te ruien: hij heeft gedurende deze tijd extra monden om te voeden en moet zo efficiënt mogelijk kunnen jagen. Ontbrekende veren kan hij er niet bij hebben. Man kerkuil zullen we daarom niet zien ruien: hij wacht hiermee tot het broedseizoen voorbij is. Dan hoeft hij alleen nog maar voor zichzelf te zorgen en kan in alle rust ruien. Over een aantal maanden zullen beide uilen weer helemaal fris en opgedoft zijn voor een nieuw broedseizoen.
Verscheidende vleugel- en staartveren van de kerkuil. Uit handleiding Kerkuil (de Jong, 2013)
Vogelbescherming Nederland - Samen voor vogels en natuur
