Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs
André Eijkenaar

Door Mary Mombarg
Kerkuilenwerkgroep Nederland

Een schone kast en een ring

Mary Mombarg, Kerkuilenwerkgroep Nederland | zaterdag 31 maart 2018 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 999x

Tijdens het broedseizoen controleren vrijwilligers op veel plekken in Nederland de nestkasten van kerkuilen. Zijn ze bezet of niet. En als ze bezet, worden ze soms schoongemaakt en krijgen jongen een ring. Maar waarom?
Andre Eijkenaar

Schoonmaken nestkast

Kerkuilen maken natuurlijke broedplaatsen, zoals holle bomen, schoon door overtollige braakballen eruit te krabben met hun sterke poten. Dit lukt niet bij een nestkast. Een nestkast wordt daarom geregeld schoongemaakt door vrijwilligers.

Zonder schoonmaak raken de nestkasten vol met braakballen en uitwerpselen en kunnen uilen er niet meer in broeden. Tijdens een nestcontrole of bij het ringen van de jongen is het een goed moment om de kast onder handen te nemen. Soms gebeurt ook in de late herfst of winter. Een laag braakballen blijft altijd op de bodem liggen.  

Als een vrouw kerkuil geen man aan de haak slaat, komt dat misschien omdat het stinkt in de nestkast en omdat er te veel braakballen in zouden liggen. Dit is echter in Dongen bij Beleef de Lente niet het geval. Hier is voldoende ruimte om een eventueel nest groot te brengen.

Ringen van kerkuilen

Kerkuilen ringen we, net zoals dat ook bij andere vogels gebeurt. Zodoende komen we meer te weten over de soort. Van veel kerkuilen horen of zien we echter nooit iets terug. Ze vestigen zich op een plek waar niet gecontroleerd wordt of gaan dood en worden niet gevonden. Toch is er ook een toenemend aantal waar we wel iets van te weten komen. Hebben ze dan een ring om, kunnen we gegevens combineren.

Terugmelding

Iemand vindt een dode uil, bijvoorbeeld op het eigen erf of langs de kant van weg als verkeersslachtoffer. We noemen dit een publieksmelding. Als het een geringd exemplaar is, weten we dan in ieder geval de laatste verblijfplaats, z’n leeftijd en waar de kerkuil geringd is en door wie, en hoe ver hij van de ringplaats gevonden is.

Terugvangst

Wat ook kan: een ringer vangt een kerkuil in de nestkast tijdens een controleronde. Als de kerkuil geringd is, wordt het ringnummer genoteerd en ingevoerd in de ringdatabase Griel van het Vogeltrekstation. Dan weet je ook de leeftijd van de kerkuil, door wie de kerkuil geringd is en hoever hij zich van de ringplaats heeft begeven op dat moment. De ringer kan verder ook bepalen of het een man of vrouw is en hoe de conditie is door de kerkuil te wegen.

Als de kerkuil nog niet is geringd, krijgt hij/zij op dat moment een ring aangelegd.

Noodzaak ringen

Regelmatig krijg ik vragen over de noodzaak van het ringen. Er zijn mensen die menen dat we de uilen beter met rust kunnen laten. Persoonlijk (en met mij vaak ook de erfbewoners met kerkuilennetkast) word ik nog steeds blij van elke terugmelding en de informatie die we via de ringen krijgen.

Maar dat is natuurlijk op zichzelf geen reden voor ringonderzoek. Zonder ringen weten we gewoon te weinig over wat kerkuilen doen, waar ze blijven, hoe oud ze worden etc. Met die informatie kunnen we uiteindelijk de kerkuil beter beschermen. Zelf vind ik ringen dus zeker zinvol en daarom heb ik ook een ringersopleiding gedaan.

Oproep

Dus, vindt u een levende of een dode geringde uil, geef het altijd door via de website ringnummer doorgeven   Alvast hartelijk dank

Namens het hele kerkuilenteam wens ik u een prettige Pasen!

 


Kerkuilenwerkgroep Nederland

De stichting Kerkuilenwerkgroep heeft tot doel het ‘beschermen van de kerkuil’ door ‘het geven van voorlichting en educatie, door het plaatsen van nestkasten en het verzamelen en registreren van gegevens’. De stichting is een overkoepelende landelijke organisatie met ongeveer 1.000 vrijwilligers, die werkzaam zijn in 16 regio’s die landelijk ruim 10.000 kerkuilnestkasten beheren en controleren. Dankzij de inspanningen van deze vrijwilligers en de medewerking van boeren en burgers is de broedpopulatie van kerkuilen toegenomen van ongeveer 100 broedparen eind jaren ’70 tot 3.000 nu. Meer weten? Bezoek de website van Kerkuilenwerkgroep Nederland


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Kerkuil Alle Beleef de Lente blogs