Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs

Broedseizoen 2019 - deel 1

Pascal Stroeken, STONE | maandag 1 juli 2019 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1007x

Het BdL-seizoen én ons veldwerk lopen naar het einde. Met een leeftijd van gemiddeld 50 dagen zijn van vrijwel alle nesten zijn de jongen inmiddels ruimschoots uitgevlogen. We kunnen terugkijken op een bijzonder (en) succesvol steenuilenbroedseizoen. Tijd voor een overzicht. Vandaag deel 1.

Vanuit het hele land horen we juichende berichten over een uitstekend steenuilenbroedseizoen. Grote legsels, veel uitgevlogen jongen met goed gevulde buiken en veel muizenprooien. In twee blogs zoom ik in op de resultaten van ons nest- en ringonderzoek in de ruime omgeving van Winterswijk, de streek waar onze webcamfamilie resideert.

 

450 consultatiebezoeken

We hebben dit jaar ongeveer 200 nestkasten gecontroleerd. Daarvan waren er ongeveer 100 bezet. Alles bij elkaar geteld hebben we van eind april tot begin juli gedurende 11 veldrondes zo'n 450 erfbezoeken afgelegd.

Dit vergde een strakke planning, om alle nesten precies op het goede moment te controleren. Elk (succesvol) nest hebben we 3 tot 4 keer bezocht: in het broedstadium (vaststellen legselgrootte en aflezen ring of ringen van vrouw), 1 of 2 keer in het jongenstadium (uitkomst van de eieren; prooien tellen; meten, wegen en ringen) en tot slot een nacontrole, om te kijken of alle jongen succesvol waren uitgevlogen.  

Van 91 nesten, waaronder uiteraard het webcamnest, hebben we gedetailleerde informatie kunnen verzamelen van eileg tot uitvliegen (of mislukken).

 

Eieren

De verwachtingen waren hooggespannen, want we hoorden vroeg in het voorjaar al verhalen over vroege en grote bosuilennesten en de alom aanwezige veld- en bosmuizen.

We werden niet teleurgesteld: qua legselgrootte spant 2019 de kroon met gemiddeld 4,49 ei per legsel. Daarmee scoort dit jaar zelfs het hoogst sinds de start van ons onderzoek in 1986. En versloeg nipt 1993, toen het gemiddelde op 4,48 bleef 'steken'. De legselgrootte lag dit jaar opmerkelijk genoeg ook beduidend hoger dan in het recentere topjaar, 2014. In dat eveneens muizenrijke jaar telden we gemiddeld 4,22 ei per legsel.

 

Het zal niet verbazen dat de 5-legsels het vaakst voorkwamen (38 van de 91; zie grafiek) maar we telden ook 7 6-legsels en maar liefst 3 7-legsels; dat zijn bijna evenveel 7-legsels als we in de ruim 30 jaar ervoor bij elkaar aantroffen. Het toppunt was een 8-legsel: dat was voor het eerst in ons langlopend onderzoek.

 

Dit jaar legde de gemiddelde steenuilenvrouw maar liefst een half ei meer dan 'normaal': de langjarig gemiddelde legselgrootte ligt namelijk net onder de 4. Een half ei is misschien dan geen ei, volgens het bekende versje, maar in de wereld van steenuilen duidt een half ei méér op een hoog consumentenvertrouwen, ongetwijfeld ingegeven door het rijke aanbod aan muizen en meikevers.

Onze webcamfamilie deed het evenwel opmerkelijk rustiger aan en behoorde met een legsel van slechts 3 eieren tot de voorzichtige investeerders.

 

Legselstart

De gemiddelde legselstart lag op 12 april en was daarmee enkele dagen vroeger dan het langjarig gemiddelde, dat op 17 april ligt. Maar lang niet zo vroeg als in eerder genoemde, uitzonderlijk warme en muizenrijke topjaar 2014, toen de gemiddelde legdatum van het eerste ei al op 7 april viel.

 

Van de 73 nesten waarvan we de legselstart hebben kunnen berekenen, begonnen er 5 (7%) in de laatste dagen van maart: 2x op 29 maart, 1x op 30 maart en 2x op 31 maart. Ter vergelijking: in het warme jaar 2014 startte ruim 20% al voor 1 april, met de vroegste toen al rond 20 maart.

De meeste vrouwen (van 66 nesten) legden in 2019 hun eerste ei zoals gebruikelijk tussen 1 april en 1 mei. 2 vrouwen begonnen pas in mei.

 

Onze webcamdame behoort tot die topvijf van vroege leggers, met een legselstart op 31 maart. Heel wat vroeger dan bij haar buren (tevens haar ouderlijke woning, waar haar ouders overigens inmiddels niet meer wonen). Daar vestigden de uilen zich pas laat in het voorjaar, met als resultaat een late legselstart, op 9 mei. Zo'n 40 dagen later dan bij de webcamfamilie. Terwijl buurvrouw nog op eieren zat, speelden haar buurkinderen al lang een breed op de perentak voor de buitencam!

 

Eisucces

Het doel van elk gelegd ei is dat het uiteindelijk een uitgevlogen jong oplevert. Maar dat geluk is niet voor alle eieren weggelegd; zie bijvoorbeeld het webcamnest, waarin 1 van de 3 eieren niet uitkwam. Doorgaans komt zo'n 20% van de eieren niet uit. Daarnaast treedt er ook sterfte op onder nestjongen die wel uit het ei zijn gekropen.

De totaal 409 gelegde eieren die we dit jaar telden, leverden uiteindelijk 253 uitgevlogen jongen op: een rendement oftewel eisucces van 62%. Een stuk hoger dan het langjarig gemiddelde eisucces dat rond 55% ligt.

 

Zoomen we verder in op het lot van deze 409 eieren:

- 66 eieren zijn niet uitgekomen (16%)

- uit ten minste 278 eieren is een jong gekropen (68%)

- de overige 65 eieren (16%) bleken te  zijn "verdwenen": dit zullen vaak eieren zijn die wel zijn uitgekomen, maar waarvan het jong al was gestorven (en opgegeten). Wellicht is er ook hier en daar een niet uitgekomen ei in de maag van vrouwtjes en jongen verdwenen, net zoals we ook dit jaar weer in de BdL-kast zagen gebeuren.

 

Enige uitval van jongen tijdens het verblijf in het nest is gebruikelijk. Van de hiervoor genoemde 278 jongen die we maximaal tijdens onze controles hebben aangetroffen:

- vonden we bij een later bezoek 7 dood in het nest

- daarnaast bleken 18 van deze 278 jongen te zijn "verdwenen" ... vermoedelijk meestal in de magen van hun broers en zussen nadat ze in het nest waren gestorven.

 

Tot zover de eieren. Later deze week het vervolg, met daarin o.a. het broedsucces en de conditie van de jongen.

 

Legselgrootteverdeling: het aantal nesten met 2, 3, 4 enz eieren

STONE

Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Steenuil Alle Beleef de Lente blogs