Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs

Bescheiden virtuozen

Roos Tol | zaterdag 13 juli 2019 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1111x

Vroeg in de ochtendschemering, als alles nog slaapt, klinkt een lied. Een vogellied als een zich traag openrollende bloem. Warm, kalm, steeds weer anders. Alsof de lente zachtjes wakker gemaakt wordt. ’s Avonds, als de dag verstilt, horen we hem opnieuw.
Foto: Christ Grootzwagers

Weinig zo mooi als de zang van de merel, een van de meest voorkomende broedvogels in Nederland. En terwijl hij rond 1850 nog een schuwe bosvogel was die zich zelden liet spotten, is het vanaf begin twintigste eeuw een cultuurvolger geworden die inmiddels overal voorkomt waar gras, struikgewas en bomen zijn; in steden, dorpen, buitengebied en bossen.
Nu klinken zijn virtuoze liederen vanaf de randen van onze daken en uit de toppen van de bomen. In de stad wat luider dan daarbuiten. Vanwege de stedelijke herrie.


Merelliefde…

Hoe kan het anders of de merelvrouwen vallen als een blok voor die zoetgevooisde kerels met prachtige gele oogrand en snavel en deftig zwarte verentooi?
Nou… dat valt tegen. Dat zingen, doet-ie maar fijn om het territorium te bewaken, maar de rest is het werk van de vrouw. Nestplaats kiezen, nest bouwen, broeden.
Of hij mag blijven na dit nest? Ook dat bepaalt de vrouw.
Wat hij wel mag: voor de jongen zorgen. Want dan gaat de vrouw op een andere plek verder met een volgend nest. Twee, drie nesten per jaar, vier tot vijf eieren.  
Vreemdgaan doen ze allebei.
Dat we niet overspoeld worden door merels met zoveel nakomelingen, is vooral omdat het nogal eens mis gaat. Nesten zitten doorgaans laag in de struiken of zelfs op de grond. Jongen zijn dus een gemakkelijke prooi.


Kroeglopers

Naast vreemdgangers zijn merels, zeker de mannen, territoriale vechtjassen; het kan er hard aan toe gaan tussen de heren onderling. Bovendien zijn ze verzot op drank. Jawel. Duindoornbessendrank. Gegiste, dus alcohol bevattende duindoorbessen, ze kunnen er niet genoeg van krijgen. Wil je graag laveloze merels zien, plant dan een duindoornstruik.

Maar nee. Zo klinken merels niet, “vechtjassen, kroeglopers”.
Ze doen wat ze doen omdat het in hun aard ligt en kennelijk werkt dat goed.
Toegewijde vaders. Beschermende partners. Dat klinkt al beter.
En het allerbeste klinkt: die parelende zang in de schemering, als alles verder nog slaapt.  

LookSharp!

Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Vijver Alle Beleef de Lente blogs