160.000 eieren en bij ons nog altijd geen….🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚🥚......

Mark Hessels | vrijdag 21 maart 2025 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 68x

2024: aan eieren geen gebrek, aan muizen helaas wel.

160.000 eieren, is dat niet een beetje overdreven?

Ja, het is toch echt geen typefout. Het zijn er zelfs nog een paar duizend meer. Ik ben bezig met een onderzoek naar alle kerkuil jongen die ooit in Nederland geringd zijn en dat zijn er dus vanaf 1916 ruim 160.000. En eigenlijk zijn het er nog veel meer, want pas vanaf 2010 wordt dit digitaal bijgehouden en daarvoor stond het grotendeels op papier. Veel van die papieren zijn later alsnog in de digitale database ingebracht, maar een hoop zijn er helaas ook verloren gegaan.

Eén ding weten we in ieder geval zeker; ieder nestjong dat in die ruim 100 jaar geringd is heeft kort daarvoor ook ongeveer 31 dagen in een ei gezeten. Dus via die 160.000 nestjongen weten we vast ook wel iets meer over de bijbehorende eieren en bijvoorbeeld over de datum waarop die gelegd zijn.

Even snel rekenen

Vanaf 2010 wordt tijdens het ringen ook de vleugellengte bepaald en daarmee weten we dus vrij nauwkeurig de leeftijd van dat jong op de ringdatum. Maar dan weten we dus ook meteen wanneer hij/zij uit het ei gekropen is en we weten zelfs dat weer ongeveer 31 dagen daarvoor het bijbehorende ei gelegd is. Klinkt logisch, toch?

Nou, als je dat zo 160.000 keer uitrekent, dan krijg je waarschijnlijk vooral last van duizelingen en zwarte vlekken voor je ogen, maar gelukkig hoef je dat met een spreadsheet niet allemaal een-voor-een zelf te doen. Dus als mijn computer zuchtend en kreunend al deze sommen gemaakt heeft dan vertelt hij mij per ei de datum waarop al deze eieren zijn gelegd en daarna mag ik gelukkig zelf weer wat doen.

Nou, kom op, wat heb je ervan geleerd?

Ja, dat is natuurlijk weer niet zo heel makkelijk, omdat ieder jaar toch weer net anders is (wie herinnert zich nog het blog: Dat is toch niet normaal?). Maar interessant is het zeker.

In de grafieken onderaan deze blog zie je 3 heel verschillende jaren: 2016 was een bovengemiddeld goed jaar, 2019 was het meest recente top-jaar en 2024 was een erg mager jaar voor de kerkuilen. In de grafieken zie je hoeveel kerkuil-eieren er per week in heel Nederland gelegd werden. Zo krijg je een prachtig beeld van hoe zo’n seizoen zich ontwikkelt.

Kijken we eerst naar 2024 dan zie je dat rond week 11 de eileg langzaam op gang komt en na een vrij magere piek rond week 14-16 zakt het snel weer in elkaar. Een kort legseizoen met een lage piek, ja, dan komen er inderdaad niet heel veel eieren in de kasten.

Heel anders verloopt 2016. Het komt een weekje later op gang dan 2024, maar het stijgt dan snel door naar een piek van wel 1000 eieren in week 16. Kijk dat levert lekker wat eieren op. Maar daarmee is het feest nog niet over! Want de piek zakt langzaam in elkaar tot in week 20 en dan komt er opeens een volgende piek aanzetten. In 2016 zijn dus na de eerste legsels ook flink wat 2e legsels succesvol grootgebracht. Ja en zo’n 2e geboortegolf tikt natuurlijk helemaal lekker aan in de jaartotalen.

En dan 2019, het meest recente top-jaar. Het komt zelfs in week 9 al goed op gang en de eerste piek is nog hoger, maar vooral ook langer dan in 2016. De eierteller draait overuren en begint langzaam te roken… En ook hier zie je als je goed kijkt een 2e golf en zelfs een 3e golfje erachteraan, waardoor je een heel lang seizoen krijgt en de jaartotalen gigantisch zijn. Die arme ringers zaten dat jaar met blaren op de vingers van al die jongen die voorbij gekomen waren.

Allemaal heel interessant, maar waarom vertel je dit eigenlijk aan ons?

Oh sorry, misschien liet ik me even meeslepen in mijn enthousiasme. Maar ik vertelde het eigenlijk als voorbeeld dat al die jaren zo verschillend zijn en dat vooraf nauwelijks echt iets te zeggen is over wanneer het seizoen op gang zal komen en hoe het zich dan zal gaan ontwikkelen. Natuurlijk hebben sommige experts wel een soort van gevoel hoe ze denken dat het zal gaan, maar de natuur kan grillig zijn. Een paar weken flinke stortbuien of juist een warme en droge periode en de verschillen in de muizenstand kunnen gigantisch zijn… en dan maar hopen dat de kerkuilen dat goed in de gaten houden.

Nou bedankt, maar wat moet ik nou invullen in de ei-poll?

OK, ik zal je toch nog een beetje echt helpen. Behalve deze landelijke trends heb je ook nog regionale verschillen. In sommige regio’s starten de kerkuilen gemiddeld vroeger dan in andere en hier in Woold gaat alles wat langzamer, dus ook de kerkuilen. Het vroegste eerste ei hier werd in 2024 gelegd op 23 maart, dus dat komt al aardig dichtbij. Maar, het laatste eerste ei werd hier gelegd op 21 april en dat was zowel in 2020 als in 2022.

Ergens tussen die twee datums in verwacht ik wel dat het zal gaan gebeuren en 2025 lijkt mij eerder een vroeg jaar dan een laat jaar te gaan worden. Maar ik moet er eerlijk bij zeggen dat ik de ei-poll nog nooit gewonnen heb….

Daar is trouwens nog wel een andere reden voor. Door mijn vertrouwensband met M vertelt hij me meestal vol trots wanneer V uitgerekend is. Dus ik weet eigenlijk altijd precies wanneer de eieren gelegd gaan worden en het lijkt mij niet eerlijk als ik op die manier ieder jaar de poll zou winnen. Daarom doe ik meestal niet mee en als er echt niet onderuit te komen valt vul ik altijd expres iets in dat niet klopt. Dus kopieer vooral nooit mijn voorspellingen in de poll….

We wachten in spanning verder af.

Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over