Onze beleef de lente zeearenden zitten nog op de eieren maar bij de andere nesten in Friesland zijn ze al de jonge vogels aan het voeren. Wij zullen nog even geduld moeten hebben.
Zeearend Juveniel door Albert Eggens
Herkenning van de zeearend
Zoals Merel al in haar blog schreef, het gaat goed met de zeearend in Nederland. Waar je “vroeger” in 2010 als vogelaar nog echt moeite moest doen om een zeearend te zien is het vandaag de dag haast andersom. Maar hoe herken je nu eigenlijk de zeearend?
De zeearend is een enorme roofvogel met een spanwijdte van ongeveer 2,5 meter en een gewicht van tussen de 3 en de 7,5 kilo, ook bij de zeearenden is de dame het grootst net als bij alle andere roofvogels. Met zijn spanwijdte is de zeearend samen met een de knobbelzwaan een van de grootste vogel in ons land. Soms komen er nog wel andere vogels langs die net iets groter zijn zoals bv de vale-en monniksgier. De zeearend wordt ook wel de vliegende deur genoemd en het is zeer indrukwekkend als deze komt over vliegen.
De zeearend is een trage vogel, de vlucht ziet er moeizaam en zwaar uit, hij zweeft gemakkelijk op de horizontaal gehouden vleugel en wisselt dit af met een reeks ondiepe vleugelslagen waarmee hij tot grote hoogten kan komen. De zeearend heeft lange brede rechthoekige vleugels, welke dus qua formaat op een deur lijken, ga maar eens naast een deur staan en denk er maar een cm of dertig bij dan heb je ongeveer een de spanwijdte van de zeearend.
Juveniel
De zeearend doet er ongeveer 5 tot 6 jaar over om volwassen te worden. In deze jaren veranderd zijn verenkleed voortdurend. Een juveniel zijn verenkleed is mosterdbruin tot donkerbruin met weinig tot geen wit. De kop is meestal het donkerste en de borst is regelmatig gestreept.
Tweede kalender jaar
Op de borst, buik en mantel zijn grote witte vlekken zichtbaar. Het verenkleed in het algemeen lijkt wat rommelig door de rui. De roofvogels ruien het hele jaar door een paar veren, zij moeten het hele jaar door goed kunnen vliegen om aan eten te kunnen komen. Dit verschilt met bv ganzen en eenden die in een keer een groot deel van hun verenkleed ruien, hierdoor kunnen zijn een bepaalde periode niet of slecht vliegen. Het donkere contrast op de boven vleugel mist ten opzichte van de juveniel
Derde kalender jaar
Het derde kalender jaar lijkt sterk op die van het tweede kalender jaar alleen begint hij alweer egaler bruin te worden aan de onderkant, er is nog steeds wel wit te zien maar minder als in het tweede kleed. De snavel lijkt al wat geler en ook de staart gaat witte banen vertonen,
Vierde kalender jaar
In het vierde kalender jaar lijkt het verenkleed al bijna op dat van een adult. De kop is nog wat bruin net als de borst, de staart is nu echt wit en heeft donkere toppen. De iris is nu geel en ook de snavel kleurt steeds meer geel, al is de basis van de snavel nog grijs
Adult
In het vijfde kalender jaar bereikt de vogel het laatste verenkleed. De staart is nu nog witter, de kop is grijs aan het worden, de vleugels zijn egaal bruin en de snavel is echt geel.
De vogel gaat nu niet veel meer veranderen maar net als bij ons zullen ze nog wel wat veranderen als ze ouder worden. De kop wordt grijzer, en de snavel gaat verbleken.
Vogelbescherming Nederland - Samen voor vogels en natuur
