Geplaatst op 25 februari 2015
De provincie Overijssel mag niet zonder gedegen onderbouwing ganzen schieten in belangrijke natuurgebieden. Voor aanstaande zondag moet de provincie een besluit nemen op het bezwaar van Vogelbescherming tegen het schieten van ganzen in en nabij natuurgebieden. Vogelbescherming ziet de uitspraak van de Raad van State als een belangrijke stap in het tegengaan van de uiterst verstorende jacht in belangrijke vogelgebieden.
De Raad van State heeft vandaag in een spoedprocedure de provincie Overijssel opgedragen om voor 1 maart een besluit te nemen op het bezwaarschrift dat door Vogelbescherming Nederland is ingediend aangaande afschot van ganzen in en nabij Natura 2000-gebieden. Volgens Vogelbescherming heeft de provincie in strijd gehandeld met de Natuurbeschermingswet door afschot toe te staan zonder vergunning en de vereiste toetsing.
Onlangs wist Vogelbescherming Nederland via de rechtbank in Zwolle al te bereiken dat afschot van ganzen in de hele provincie Overijssel in de wintermaanden werd opgeschort tot 1 maart. Vogelbescherming is nu naar de Raad van State gestapt om te voorkomen dat het afschot van ganzen op 1 maart in volle hevigheid losbarst in en rond belangrijke natuurgebieden als de Engbertsdijksvenen, Weerribben en de Wieden, Veluwerandmeren, Ketel- en Vossemeer, de Rijntakken, Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht, het Zwarte Meer en op de Sallandse Heuvelrug.
Het afschot van duizenden ganzen in deze prachtige natuurgebieden is volstrekt onacceptabel, omdat het gaat om Europees beschermde Natura 2000-gebieden die van groot belang zijn voor verschillende vogelsoorten. Veel van de vogelsoorten waarvoor deze gebieden zijn aangewezen, zijn verstoringsgevoelig, waaronder de ganzen. Daarnaast kan afschot elders in de provincie het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen van de overwinterende ganzen in de voor hen aangewezen Natura 2000-gebieden in gevaar brengen.
De uitspraak betekent volgens Vogelbescherming dat er geen afschot mag plaatsvinden in en rond de betreffende natuurgebieden in de provincie, omdat niet is voldaan aan de vereisten uit de Natuurbeschermingswet. De Raad van State stelt in de uitspraak vast dat nader onderzoek nodig is om te bepalen of een Natuurbeschermingswetvergunning is vereist. De provincie wordt nu dus opgedragen om dat uiterlijk op 1 maart te herstellen en een besluit te nemen op het bezwaar. Het is zeer de vraag of die termijn haalbaar is voor de provincie, omdat het uitgevoerde onderzoek op een groot aantal punten ernstig tekortschiet.