Geplaatst op 21 maart 2016
In zijn brief aan de kamer maakte de staatssecretaris duidelijk dat er geen energie gestoken moet worden in het aanpassen van de Europese richtlijnen, maar dat de uitvoering moet worden verbeterd. De Vogel- en Habitatrichtlijnen regelen de bescherming van kwetsbare plant- en diersoorten plus hun leefomgeving.
Het Wereld Natuur Fonds, Natuurmonumenten en Vogelbescherming zijn blij met de stellingname van de staatssecretaris. Dankzij de Europese natuurregels komen planten en dieren die menigeen al had afgeschreven langzaam terug.
Denk aan de otter die na bijna 40 jaar terug is in de Nieuwkoopse Plassen, de kraanvogel die niet alleen broedt in het Fochteloërveen, maar ook in het Korenburgerveen en het Engbertsdijksveen. De zeearend komt inmiddels alweer tien jaar in de Oostvaardersplassen voor en broedt nu ook in het Zwarte Meer, Lauwersmeer en de Biesbosch. De bever heeft inmiddels zijn weg gevonden door heel het land en vorig jaar werd voor het eerst heel even de wolf gezien in Nederland.
Het doel van de Europese Unie om uiterlijk in 2020 het verlies aan natuur te stoppen is nog heel ver weg. In het algemeen verslechtert de natuur zelfs nog steeds in Europa.
Een goede uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijnen in heel Europa is cruciaal om te zorgen dat onze natuur dichtbij zich weet te herstellen en kan worden behouden. Op Europese schaal heeft meer dan driekwart van de dier- en plantensoorten die onder de Habitatrichtlijn vallen een ongunstige staat van instandhouding.
Voor Nederland geldt hetzelfde, terwijl Nederland als het gaat om leefgebieden zelfs het slechtste scoort van alle Europese landen. De natuurorganisaties verwelkomen dan ook de ambitie van de staatssecretaris om zich in te zetten voor een betere uitvoering.