Navigatie overslaan
Alle berichten

Solide slobeend

Geplaatst op 19 november 2014

‘Slob’, dat klinkt niet zo fijn. Het klinkt naar slordig, slonzig, slobberen. In het Engels betekent slob zoiets als sloddervos of sloeber. Maar de slobeend is allesbehalve een sloeber. Strak in de veren, kop in de nek en de prominente slobeendensnavel fier vooruit; zo kun je hem statig en onverstoorbaar zien dobberen.

Niet gek te krijgen

Van alle eenden is de slobeend is misschien wel de meest ‘stabiele’. Rustig peddelend zeeft hij met zijn formidabele snavel voedsel uit het water, ondertussen de omgeving in het oog houdend. Kom je te dichtbij, dan zwemt hij langzaam en gelijkmatig bij je vandaan. Nee, de slobeend krijg je niet gek.

Superieure kalmte

Slobeenden zijn kleiner dan wilde eenden, maar door hun superieure kalmte geven ze de indruk juist groter te zijn. Bovendien zijn ze de trotse bezitters van de grootste snavel onder de eenden. Breed uitlopend en loodgrijs bij de man, geel-grijs bij de vrouw.

Spatel

De zware, spatelvormige snavel is het ideale gereedschap om plantaardig en dierlijk voedsel uit het water te zeven, zonder dat hij daarvoor op zijn kop moet gaan staan. Want hoewel de slobeend tot de grondeleenden behoort, zie je hem zelden grondelen: met de kont omhoog en de kop onder water voedsel zoeken.

Uitgesproken voorkomen

Ook qua kleurenpracht heeft de slobeend een solide uitstraling; zijn verenkleed is niet opzienbarend, maar toch heel geprononceerd. Zijn kop is iriserend groen, maar zo donker dat het wel zwart lijkt. Zijn borst is stralend wit en de flanken zijn warm kastanjebruin. Vrouw slobeend lijkt erg op een wilde-eend-vrouw, maar dan wel met een pronte oranje-grijze slobeendensnavel.

Menuet

In de baltstijd zwemmen man en vrouw slobeend sierlijk om elkaar heen, snavels naar elkaar toe gericht, de punt net onder water. Dit slobeendenmenuet wordt soms voortgezet in een baltsvlucht, waarbij ze boven hun territorium rondvliegen terwijl de man zijn lage toek-toek-roep laat horen. Buiten de baltsperiode zijn slobeenden zwijgzame vogels.

Verstedelijking

Toch gaat het niet goed met die onverstoorbare slobeend als broedvogel in Nederland. Net als veel weidevogels is hij aangewezen op laaggelegen, natte gebieden. De toenemende verstedelijking van het platteland, vaak in combinatie met een verlaging van het waterpeil, maakt het de slobeend moeilijk te broeden in ons land. Het aantal broedparen neemt dan ook af, hoewel de Nederlandse broedpopulatie nog steeds de grootste is binnen Noodwest-Europa.

Doortrekker

Als doortrekker is de slobeend wel veelvuldig te zien in Nederland, vooral in de periode september-november. Dan dobbert hij rustig op onze plassen en sloten: zijn magnifieke snavel achterna.