Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 1 juni 2023
Onkruid is een raar woord. Het betekent namelijk voor iedereen wat anders. Zo is akelei voor de meeste mensen een prachtige bloem, maar voor een spinaziekweker is het onkruid, want het moet niet op een bord pasta belanden. U trekt hondsdraf misschien vlijtig uit uw tuin, terwijl een ander het als bodembedekker gebruikt.
Met dat gedachtensprongetje, kunt u veel planten die uit zichzelf opkomen ineens gebruiken in de tuin! Als u ze mooi vindt, zijn ze geen onkruid, maar tuinplanten. Ze groeien er toch al en overleven blijkbaar goed. Laat dus gewoon eens iets staan dat u niet herkent. Tip: mocht u het afschuwelijk lelijk vinden, trek het dan wel uit voor het zaad vormt.
Bijkomend voordeel van planten die zomaar opkomen: vaak zijn het inheemse soorten. Dat zijn soorten die hier ook in de natuur groeien en waar insecten blij mee zijn. Enkele voorbeelden van planten die u - naast hondsdraf - prima als bodembedekker kunt laten staan zijn bosaardbei, gele dovenetel, Robertskruid, penningkruid, speenkruid of zenegroen.
Mooie bodembedekkers zijn briljant. Ze woekeren vaak een beetje (maar laten zich weer makkelijk uittrekken) en bedekken alle kale stukken grond – zoals het woord al zegt. De planten die voor u onkruid zijn, maken zo geen kans. Het mogen natuurlijk ook bodembedekkers zijn die u in het tuincentrum koopt (kleine maagdenpalm, vetkruid). Ook uitheemse soorten zijn welkom, als er maar genoeg inheemse soorten zijn.
Een tuin zonder gif is goed nieuws voor insecten en dus ook voor vogels!
Mos werkt volgens hetzelfde principe. Laat mos dat zich aandient gemoedelijk tussen de voegen van uw stenen groeien, en er zal geen plant meer opkomen. Een soort voegbedekkers eigenlijk, in plaats van bodembedekkers. Durf het aan! Ga voor de mostuin en kijk uw ogen uit als het mos begint te bloeien.
Genoeg over bedekkers. De volgende stap in de strijd tegen uw onkruid is wieden, ofwel uitrukken. Wieden heeft een slechte naam, maar is eigenlijk een fijne manier om uw tuin en tuinbewoners beter te leren kennen. Even op de hurken, van dichtbij kijken wat er allemaal gaande is en eruit trekken wat u lelijk vindt. Het hoeft ook geen uren achter elkaar. Af en toe vijf minuten als u op de vaatwasser wacht werkt net zo goed.
Leer ten slotte uw onkruid kennen als u het te lijf wilt gaan. Verschillende soorten, vragen namelijk een verschillende aanpak. Google biedt uitkomst, zoek op ‘onkruid herkennen’ en u bent een eind.
Eenjarig of meerjarig ‘onkruid’ (brandnetels, kleefkruid, nachtschade) trekt u zo uit de grond. Als het zich niet uitzaait, heeft u volgend jaar een stuk minder werk. Pak het plantje laag vast, net onder de grond, dan trekt u de wortels mee. Dit gaat het beste na een regenbuitje. Kunt u meteen de naaktslakken wegvangen.
Wortelonkruid (zoals paardenbloemen of distels) moet u diep uitsteken, met wortel en al. Gebruik een onkruidsteker, of oud aardappelschilmesje.
De Tuinvogelconsulenten van Vogelbescherming adviseren tegen een klein bedrag (leden krijgen korting) hoe je tuin vogelvriendelijk kan worden ingericht. Zelfs op het kleinste lapje is er van alles mogelijk.
Vogelbescherming heeft ongeveer dertig biologische planten geselecteerd die vogelvriendelijk zijn. Deze zijn gekweekt zonder gif en kunstmest en zijn niet genetisch gemodificeerd. Goed voor insecten en
vogels en biodiversiteit.