Geplaatst op 30 maart 2023
Boeren die duurzaam produceren of willen gaan produceren hadden tot voor kort nauwelijks mogelijkheden om te onderhandelen over een goede prijs voor hun producten. Omschakelen was daardoor niet heel aantrekkelijk en stond de omslag naar natuurinclusieve en dierwaardige landbouw in de weg. Nieuwe en soepelere concurrentieregels van de Europese Commissie geven duurzame boeren nu een stevigere positie in de keten om te komen tot een betere prijs en daarmee een beter inkomen. Dit biedt toekomstperspectief voor boeren, wat nodig is voor de landbouwtransitie.
Natuurmonumenten, Dierenbescherming en Vogelbescherming Nederland roepen Minister Adema (LNV) en de ACM op om boerenorganisaties en ketenpartijen te attenderen op de mogelijkheden die de nieuwe wetgeving biedt. Daarnaast is het wenselijk dat het ministerie van LNV boeren ondersteunt met kennis en het gesprek tussen boeren en ketenpartijen faciliteert. Het is een gemiste kans als deze kans niet wordt opgenomen in het Landbouwakkoord, waar op dit moment over onderhandeld wordt. De uitwerking ervan kan aan de boeren gelaten worden in samenspraak met hun keten. In Duitsland worden zulke duurzaamheidsafspraken al gemaakt. Bioland en Initiatieve Tierwohl zijn succesvolle initiatieven die door de Duitse toezichthouder zijn goedgekeurd. De Nederlandse Autoriteit Consument & Markt (ACM) is ook positief over de nieuwe concurrentieregels en heeft al aangegeven ondersteuning te willen bieden aan partijen die deze afspraken willen maken.
Het WUR-onderzoek toont aan dat boeren en tuinders met de nieuwe wetgeving afspraken mogen maken met hun afnemers en de ketenpartijen daarachter (slachterijen, verwerkende industrie, retail, foodservice), over duurzaamheidsdoelstellingen en de na te leven normen. Het is daarbij toegestaan om prijsafspraken te maken, bijvoorbeeld in de vorm van een vaste toeslag voor duurzame productie. Voorwaarde hierbij is dat er geen andere manier is om het doel te bereiken; de afspraak moet ‘onontbeerlijk zijn’. Afspraken mogen alleen samen met boeren worden gemaakt, dus niet over hen zonder hen.
Zo kunnen boeren (bijvoorbeeld coöperaties of producentenorganisaties) afspreken om bepaalde concrete doelstellingen op het gebied van duurzaamheid of dierenwelzijn na te streven, met een hoog ambitieniveau op onderwerpen waar Nederland een grote en problematische verduurzamingsopgave kent. Het moet gaan om normen die hoger liggen dan wat de wet al van boeren eist. Als de gemaakte afspraken ‘onontbeerlijk’ zijn om die doelstellingen te halen mag daarvoor een prijstoeslag worden gegeven, die de meerkosten van de boeren voor de productie van allerlei onverwerkte supermarktproducten als groenten, melk, eieren en vlees volledig dekt.
In de afspraken wordt dan vastgelegd wat de duurzaamheidsnorm is, hoeveel de meerkosten van de boer bedragen en hoe die meerkosten over alle ketenpartijen worden verdeeld. Hiervoor moeten de meerkosten exact worden doorgerekend en publiek verantwoord, greenwashing is verboden. Jaarlijks moet worden gecontroleerd of de bedragen nog steeds kloppen. Tot voor kort was zo’n prijsopslag strikt verboden, maar voor duurzaamheidsafspraken in de landbouw wordt nu een uitzondering gemaakt. In het WUR-onderzoek worden nog andere voorbeelden gegeven.
Waar hoor je nog het heldere 'grutto, grutto’? De vogels van het boerenland hebben onze hulp nodig, vóór de allerlaatste vogel of bloem verdwenen is. Onze inzet: meer natuurrijk boerenland.
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws over weide- en akkervogels en schrijf je in voor onze gratis maandelijkse digitale nieuwsbrief.