Geplaatst op 28 mei 2014
Soms blijft er een dood jong achter in het nest. Dit gaat uiteraard stinken en vormt een bron van infectie. Als u binnen één week na het uitvliegen de nestkast checkt, kunt u daar wat aan doen. U verstoort dan niet de ouders. Het dode jong haalt u uit het nest met zo’n latex handschoentje aan, de rest laat u gewoon zitten; de ouders beginnen hun tweede leg in het oude nest.
Het is goed om – ná het broedseizoen – nestkasten ook helemaal schoon te maken. Vaak zit er namelijk ongedierte in het nest. Met deze grote schoonmaak kunt u het beste wachten tot het najaar, zo rond september/oktober is een goede tijd. Alle jongen zijn dan zeker uitgevlogen, ook jongen van een tweede of derde legsel.
In de winter gebruiken vogels nestkasten om te rusten. U biedt ze een schoon onderdak als u in het najaar de kast heeft gekuist.
Om schoon te maken haalt u de kast uit de boom of van de muur en schudt al het oude nestmateriaal eruit. Hoe mooi zo’n nestje er ook uit kan zien, er zitten vaak vlooien en luizen in. Giet daarom eerst een flinke scheut heet water in de nestkast voor u het oude nest eruit haalt.
U hoeft geen schoonmaakmiddelen te gebruiken en zeker geen bleekwater. In nestholten in de natuur wordt ook nooit met groene zeep geboend. Heet water is voldoende. Met een harde borstel en heet water even uitboenen en schoon is mijn nestkast. Hij kan weer een heel nieuw broedseizoen mee!