Door
Kees de Pater
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 3 maart 2020
Over een jaar of vier zal het water tijdens vloed de geulen van de Hedwigepolder in, en met eb er weer uitstromen. Zo ontstaat er langzaam maar zeker een prachtig getijdegebied met slikken en schorren, waar tal van steltlopers en eenden foerageren en rusten. Tureluurs en scholeksters vinden er een uitgelezen plek om te broeden.
De Hedwigepolder wordt weer getijdegebied om de natuur in de Westerschelde te verbeteren. Die natuur verkeert al decennia in een belabberde staat. Het gebied zit in een te nauwe jas. Hoge dijken en een diepe vaargeul hebben het ingesnoerd zodat er nog te weinig schorren, slikken en platen over zijn. Met de ontpoldering van de Hedwige wordt dit systeem een klein beetje hersteld.
Deze maatregel om de natuur te herstellen komt voort uit afspraken tussen Vlaanderen en Nederland om de Scheldenatuur er weer bovenop te helpen. Aan de Belgische kant van de grens is dit al jaren geleden afgerond, maar Nederland heeft eindeloos getreuzeld.
Eerst was er het kabinet Balkenende dat probeerde het besluit tot ontpoldering ongedaan te maken. Vervolgens ging tijdens Rutte 1 staatsecretaris Bleker zich er tegen aan bemoeien: doel het natuurherstel van de Schelde ongedaan maken. Daarna heeft de eigenaar van de polder met een veelheid aan juridische procedures de zaak lang getraineerd.
In al die jaren heeft Vogelbescherming zich ingezet voor uitbreiding van de getijdenatuur in de Westerschelde. Niet omdat ontpolderen zo leuk is, maar omdat alleen met een bredere Westerschelde de natuur kan verbeteren. Ook voor natuurrecreatie heeft herstel van getijdenatuur voordelen en zo wordt ook de lokale economie gestimuleerd.
Straks staan we daar op de grens tussen Nederland en België te genieten van wolken trekvogels. Wij kijken er alvast naar uit.