Door
Mariëtta Nollen
Geplaatst op 6 augustus 2021
Nederland is door een ondergrens gezakt. Op veel plekken ontbreekt een minimale kwaliteit van de natuurlijke omgeving. Zelfs gewone soorten zoals huismus en spreeuw hebben het daarom moeilijk. Vogelbescherming pleit daarom voor een Basiskwaliteit Natuur. Gelukkig zijn er goede voorbeelden. Tijdens het symposium ‘Basiskwaliteit Natuur – voorwaarde voor herstel’ reikte Vogelbescherming 3 prijzen uit aan projecten waar het wél goed gaat. De prijswinnaars vertellen over de zorg voor hun omgeving.
Meer weten over Basiskwaliteit Natuur?
De wijk Lanxmeer in Culemborg bestond onlangs twintig jaar en is nog steeds een van de meest vooruitstrevende wijken van ons land. Dat is deels te danken aan de goede samenwerking tussen stedenbouwers en landschapsarchitecten. Maar ook alle betrokken bewoners droegen bij aan het succes. Han Sloots: “De gemeente kijkt mee, maar als bewoners voelen we ons eigenaar van de wijk. Het is hier groen en prettig. Iedereen draagt wel een steentje bij. De een is heel sociaal, de ander juist technisch. Mijn vrouw is biologe en heeft veel interesse voor natuur en milieu. Ze doet mee aan een monitoringsproject voor planten in de wijk en samen tellen we jaarlijks de stadsvogels in het kader van het MUS-project van Sovon.”
De wijk heet voluit EVA-Lanxmeer, waarbij het acroniem EVA staat voor Educatie, Voorlichting en Advies. Jaarlijks komen er honderden bezoekers die geïnteresseerd zijn in de cultuurhistorie, het landschap, het water- en energiesysteem, het gebruik van bouwmaterialen, de mobiliteit en de bewonersparticipatie. Han: “Dat zijn architecten, stedenbouwkundigen en ambtenaren. Ze komen uit Nederland en andere landen tot zelfs uit China en Zuid-Amerika om hier tijdens een excursie inspiratie op te doen.”
Vaak is het stedenbouwkundige Marleen Kaptein die de rondleidingen verzorgt. Zij nam het initiatief voor de wijk, waarbij ze zich liet zich inspireren door de filosofie van de permacultuur. Duurzaam wonen heeft niet alleen met de huizen zelf te maken, maar ook met het landschap eromheen en de manier waarop de bewoners zich met elkaar en hun wijk verbinden.
Han: “Lanxmeer heeft echt een voorbeeldfunctie. Onze wijk fungeert echt als een ecosysteem, waarin de sociale structuren zijn verweven met duurzaamheid, waterbeheer en de natuur. Ook op andere plekken in Culemborg zie ik dat ze onze aanpak overnemen. En dat geldt ook voor andere gemeenten. Mooi om daar deel van uit te maken.”
Eind negentiger jaren kwamen Han en zijn vrouw via de Triodosbank op het spoor van de plannen voor deze duurzame wijk en schreven zij zich in als belangstellenden. In 2001 volgde een oproep voor het ontwikkelen van een negental woningen in collectief particulier opdrachtgeverschap. Daarop zijn Han en zijn vrouw toen ingestapt.
Er stonden toen al meer dan vijftig woningen in Lanxmeer en nog eens zoveel in aanbouw. Medio 2004 werden de negen woningen opgeleverd. Inmiddels telt de wijk 300 huizen die groepsgewijs om hoven zijn gebouwd. Han: “Ons hof bestaat uit negen woningen. Alle bewoners hebben een eigen kleine privé-tuin, die overloopt in het openbare groen. We dachten mee over de inrichting daarvan en kozen voor vooral inheemse soorten, waaronder veel fruitbomen en -struiken. Dat fruit kunnen we vrij plukken. Ook hebben we op nog niet bebouwde stukken ruimte gemaakt voor tijdelijke natuur.”
Behalve de pluktuinen in de wijk, runnen de bewoners ook de biodynamische stadsboerderij Caetshage, die aan de rand van Lanxmeer ligt. “Daar doen we als inwoners veel van onze boodschappen,” vertelt Han. “Zo regelen we hier bijna alles zelf. Ook de energievoorziening. De huizen zijn goed geïsoleerd en energiezuinig. De stadsverwarming, die we ook zelf beheren, maakt gebruik van de warmte van het drinkwater. Het toeval wil dat Lanxmeer in een waterwingebied ligt, dus dat bood ons een mooie kans voor dit systeem te kiezen. Het werkt nu vijftien jaar en er zijn al 250 huishoudens aangesloten. Het vele water geeft nooit overlast, want het wordt afgevoerd via wadi’s naar de vijvers. Ook daar is bij de aanbouw van de wijk al rekening mee gehouden.”
De inheemse beplanting, het op natuur gerichte beheer, de open verharding, een populierenbos om de hoek en de plassen die bij het waterwingebied horen, zorgen voor veel vogels in de wijk. Han: “Vaak krijgen we van bezoekers de opmerking dat de wijk zo’n groen karakter heeft. Dat komt ook omdat harde tuinafscheidingen niet zijn toegestaan. Dat is zelfs vastgelegd in de grondcontracten. Je ziet hier dus alleen hagen, vaak met gevarieerde beplanting, pergola’s en rasters met klimplanten rond de tuinen staan. Een feest voor insecten en vogels, die er broed- en schuilplekken vinden.”
Han ziet veel struikbroeders, mussen, spechten en soms een sperwer. “Veel mensen voeren en hebben nestkasten. Een van de regels in EVA-Lanxmeer is dat er gierzwaluwkasten in de woningen worden ingebouwd. Gierzwaluwen broeden elders in Culemborg, zo blijkt uit de MUS-tellingen. Helaas hebben de zwaluwen onze huizen nog niet gevonden. Ik heb ze wel eens proberen te lokken met geluiden, maar tot dusverre zonder succes. De nestkasten worden wel gebruikt door huismussen en spreeuwen.”
De vogels zijn de kers op de taart in de groene wijk. Het bewijs dat het ecosysteem werkt. Vandaar dat de stedelijke natuur van EVA-Lanxmeer de Basiskwaliteit Natuurprijs van Vogelbescherming won. Waar de geldprijs van 5.000 euro heengaat, weet Han nog niet. “Het geld gaat zeker naar iets nieuws voor de wijk. De stichting die hier de openbare ruimte onderhoudt, heeft er vast een mooie bestemming voor.”
Goed stedelijk groen zorgt voor verkoeling in de zomerhitte, zuivert de lucht en biedt volop ruimte aan mede-stadsbewoners, zoals huismus, gierzwaluw, merel of gewone dwergvleermuis. Kijk voor inspiratie en oplossingen op
Het vrolijke getjilp van de huismus of het melodieuze gezang van de merel. Stadse vogelgeluiden die allang niet meer in elke stad gewoon zijn. De vogels in de stad hebben onze hulp nodig. Onze inzet: genoeg ruimte voor onze stadsvogels om te broeden, verblijven en voedsel te vinden en natuurinclusief bouwen als norm.