Aanwezig: half april- juni/juli. Volwassen koekoeken trekken weg na de eileg in juni/juli, jonge vogels veel later, tot in september. Overwinteren in tropisch Afrika
Aantal: Tussen de 6.000 en 8.000 (Dit is het aantal vrouwtjes. Aantal mannetjes is onbekend). De stand van de koekoek als broedvogel neemt al zeker sinds 1985 af.
Broedtijd: eind april tot in juni
Aantal eieren: 1 tot 25 eieren in verschillende nesten, één ei per nest
Broedduur: 12 dagen
Verlaten nest: na ca. 17-18 dagen, daarna wordt jong nog 2 à 3 weken gevoerd.
Meer informatie over herkenning, leefwijze en verspreiding vindt in onze vogelgids
Koekoeken leggen één of enkele eieren in de nesten van andere vogels, de waardvogels. Kleine karekiet, heggenmus, graspieper, witte en gele kwikstaart zijn de belangrijkste 'pleegouders'. Eieren lijken op die van de waardvogel. Het vrouwtje haalt een ei van de waardvogel uit het nest en daarvoor in de plaats komt het eigen ei.
Een vrouwtjeskoekoek specialiseert zich op een bepaalde vogelsoort of -familie. Zo legt de heggenmus-koekoek haar altijd in het nest van een heggemus. Haar eieren lijken sterk op die van de waardvogel.
Het koekoeksjong werkt de andere eieren of kuikens uit het nest en verlaat het nest na zo'n 17-18 dagen. Dan wordt hij nog 2 à 3 weken gevoerd door de veel kleinere waardvogels.
Koekoeken eten voornamelijk rupsen (ook harige soorten!), aangevuld met insecten en ook wel eieren van andere vogels, zoals van de waardvogels.
De harige rupsen zijn giftig en worden niet door andere vogels gegeten. Maar de koekoek heeft geen last van het mierenzuur door een dikke, beschermende laag op zijn maagwand, die afgestoten en vervangen kan worden. Van de haren maakt hij een braakbal.
De camera staat bij een nest in een rietkraag in de Ooijpolder dat onderdeel is van de Gelderse Poort. Dit is een natuurgebied van Staatsbosbeheer, waar Bram Ubels van de Vogelwerkgroep Nijmegen nesten inventariseert. Bij zijn inventarisatiewerkzaamheden vond Bram het ‘koekoeksnest’.
De Gelderse Poort ligt aan de oevers van Rijn en Waal achter Nijmegen. Staatsbosbeheer is hard bezig met het herstel van het oude rivierlandschap. In de Gelderse Poort worden kilometers oeverland teruggegeven aan de rivier. Het resultaat is verbluffend. Twintig jaar geleden graasden hier nog koeien; hierna gaf Staatsbosbeheer wind, water en dieren vrij spel. De rivieren vormden duinen, en de wilde paarden en runderen boetseerden een mozaïek van graslanden, ruigtes en waterplassen. Dit rivierenlandschap is puur natuur.
In de uiterwaarden zal weer plaats zijn voor nevengeulen, oftewel zijriviertjes. Daarin kunnen vissen hun eitjes leggen. Er zullen spontaan rivierbossen opschieten, zogenaamde ooibossen. Overal ontstaan plassen, moerassen en ruige bosjes. Een paradijs voor vissen, vogels en insecten. Jaarlijks overwinteren meer dan 150.000 ganzen in de Gelderse Poort. En overal duiken nieuwe plantjes op. De bevers, dassen, zeearenden en visarenden voelen zich nu al thuis in de Gelderse Poort. En straks misschien ook edelherten. In de uiterwaarden grazen wilde paarden en runderen. Houd veilige afstand, vooral als ze jongen hebben.
In de Gelderse Poort kun je overal struinen buiten gebaande paden. En wie weet stuit je dan wel op een kudde galloways. In de winter vormt de dijk langs de Waal een prachtige tribune om de overwinterende ganzen te bekijken; het zijn er soms meer dan 150.000! In de schemer is de kans het grootst om bevers tegen te komen. En overal op de oevers vind je sporen van een bevermaal.
Meer info over natuurgebied Gelders Poort vindt u op de website van Staatbosbeheer.