Aanwezig: het jaar rond
Voedsel: gevarieerd menu van muizen, insecten, larven, rupsen, kikkers, kleine vogels en regenwormen
Aantal in Nederland: ongeveer 8.000 broedparenn
Broedtijd: april-juni
Aantal eieren: 2-7, gemiddeld 4
Aantal legsels: 1
Broedduur: 26 dagen
Uitvliegen: na ongeveer 30-35 dagen
De steenuil is in ons land is hij van oudsher een bekende verschijning in vooral kleinschalig agrarisch cultuurlandschap. De steenuil schuwt de menselijke omgeving niet en broedt vaak op boerenerven, waar een steenuil vaak op een klein oppervlak alles vindt wat hij nodig heeft. Vanaf paaltjes of andere verhogingen zoekt de steenuil naar voedsel en vliegt daar in golvende vlucht op af.
De Beleef-de-lente-steenuilen leven op grote, gevarieerde erven met (oude, knoestige) bomen, struiken, heggen en weitjes, waar ze voldoende schuilmogelijkheden, broedholen, zitplaatsen om vanuit te jagen én voedsel vinden.
Steenuilen broeden in natuurlijke holtes van bomen en in rustige hoekjes of nissen van gebouwen. En in speciale nestkasten, zoals je ziet in Beleef de Lente.
Steenuilen broeden over het algemeen van half april tot half mei en een legsel bestaat meestal uit 3 tot 5 eieren. Jongen verlaten na ongeveer een maand het nest, maar zijn dan nog niet vliegvlug. Na ongeveer 38-46 dagen zijn ze dat wel, maar worden daarna nog ca. 5 weken verzorgd.
Wilt u ook een nestkast plaatsen voor de steenuil op uw erf? Kijk dan hier op de site van STONE (Steenuilenoverleg Nederland) over wat daarbij komt kijken.
De steenuil heeft een brede voedselkeuze. Steenuilen eten vooral veldmuizen, maar ook andere kleine zoogdieren, kleine vogels en in mindere mate reptielen en amfibieën, insecten als nachtvlinders en meikevers, regenwormen.
De steenuilkast hangt bij een boerderij in Lichtenvoorde. Op de plek waar nu de boerderij staat, bevond zich in vroeger dagen het huis Tongerlo. Een havezate die al in 1399 in de annalen werd vermeld, maar waarvan de voorlopers terug gaan naar de 11e eeuw. De bewoners maakten in de vijftiende eeuw deel van de Ridderschap van Borculo; er stroomde dus blauw bloed door hun aderen. Het huis werd in 1895 afgebroken en op de plek verrees eeen aantal jaren later een boerderij die nog steeds de naam Tongerlo draagt. Op kaarten uit de jaren twintig van de vorige eeuw is nog de gracht (ooit minstens 11 meter breed) te zien die het goed ooit omgrensde. Tegenwoordig wordt er kleinschalig geboerd met koeien en schapen. Op het erf staat een halfopen kapschuur met op de zolder opslag van stro. Daar hangt ook een kerkuilenkast die regelmatig bezet is.
De steenuilenkast is geplaatst in een laagvertakte, oude eik op de hoek met de schuur.
Meer weten:
Helpen: