Beleef de Lente 2024: veel reg..
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
Door
Pascal Stroeken
STONE
Pascal Stroeken, STONE | maandag 26 maart 2018 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 816x
Althans, daar gaan we voorlopig vanuit: dat het tweede ei nog gaat komen. Vandaag was het lange tijd onduidelijk of ei nummer twee wel of niet was gelegd, want mevrouw gunde ons geen goed kijkje onder haar rok. Maar halverwege de middag werd duidelijk dat er nog geen sprake was van een tweede ei (zie foto).
Uit de cameraobservaties weten we dat er gemiddeld ruim 54 uur zit tussen twee eieren (zie blog van gisteren). De langste leginterval was tot nu toe 68 uur. Dat record was vanmiddag omstreeks de klok van drie al met een uur verbroken - rekening houdend met het verloren uurtje bij de overgang winter-/zomertijd.
Het is hier al eerder ter sprake geweest: de opmerkelijk vroege start van het Dongense koppel is toch wat tegen de verwachting in. Als vrouw Dongen haar best doet bestaat de kans dat ze haar legsel voltooid heeft nog voordat april op de kalender staat. Dan moet ze alleen wel een beetje doorleggen.
Maar hoe bijzonder is een maartlegsel nu eigenlijk? Een mooi moment om eens wat verder in te zoomen op de legselstart van Nederlandse steenuilen.
Steenuilen zijn doorgaans vrij goed voorspelbaar als het om de legselstart gaat. Bezien over een lange reeks van jaren legt de gemiddelde steenuilenvrouw haar eerste ei rond het midden van april, 16 april om precies te zijn. De verschillen tussen de jaren is betrekkelijk klein. In de meeste jaren ligt de gemiddelde legselstart namelijk hooguit een dag of drie, vier vroeger of later dan dit langjarig gemiddelde van 16 april.
Uiteraard leggen ook binnen hetzelfde jaar niet alle dames hun eerste ei keurig op de gemiddelde startdag. Maar grofweg kunnen we wel stellen dat doorgaans het merendeel van de steenuilenvrouwen haar eerste ei tussen 1 april en 1 mei legt. Maartlegsels zijn dan ook tamelijk bijzonder en als er al in maart wordt begonnen, dan is dat meestal in de laatste paar dagen van de maand. Met een start op 23 maart behoort het Dongense nest zonder twijfel tot de kopgroep van steenuileneileggers.
Hoe bijzonder maartlegsels zijn, kan mooi geschetst worden uit onderzoek in de opvolgende jaren 2013, 2014 en 2015.
Van deze drie jaren was 2015 een redelijk normaal jaar; het eerste ei werd gemiddeld gelegd op 19 april, een paar dagen later dan 'normaal' en daarmee keurig binnen de gebruikelijke bandbreedte. Bovendien werd nog geen 3 procent van alle legsels in dat jaar gestart in maart. Maartlegsels behoorden dat doorsnee jaar tot de uitzonderingen.
2013 was een heel opmerkelijk jaar. Na een vrij koude winter volgde een zeer koude maartmaand. Mede daardoor kende 2013 het koudste voorjaar in 40 jaar tijd. Door de kou in combinatie met de droogte kwam het groeiseizoen maar langzaam op gang. Daarmee bleef ook het aanbod aan allerlei kleine prooien voor steenuilen, zoals rupsen en insecten, achter. De voortplanting van de muizen zal onder deze omstandigheden ongetwijfeld ook vertraging hebben opgelopen. Hierdoor zagen de uilen zich geconfronteerd met een laag voedselaanbod rond de eilegperiode.
Dit resulteerde in een ongekend late legselstart: dat jaar werd het eerste ei gemiddeld pas op 25 april gelegd, negen dagen later dan 'normaal'. Niet verwonderlijk dat in 2013 slechts een verwaarloosbare halve procent van de steenuilen in maart met de eileg startte.
Het jaar erop, 2014, was in alles een tegenstelling van 2013. Na een uitzonderlijk zachte winter volgde een extreem zacht voorjaar. Het was een uitbundige lente, het groeiseizoen startte vroeg en kleine prooien waren dan ook al snel volop beschikbaar. Bovendien waren er – mede door die zachte winter – enorm veel veld- en bosmuizen, waar steenuilen dol op zijn.
Dit zagen we terug in een zeer vroege legselstart: gemiddeld lag die dat jaar op 7 april, negen dagen vroeger dan 'normaal'. Het zal u niet verbazen dat in 2014 meer dan anders al werd gestart in maart. Maar liefst 22 procent van de steenuilenvrouwen legde in (de tweede helft van) maart haar eerste ei. De vroegste legselstart was op 14 maart.
De laatste weken hebben we aan den lijve ondervonden dat maart 2018 zeker niet de boeken zal ingaan als een warme voorjaarsmaand. Bovendien werd deze maand voorafgegaan door een koude februari. Al met al geen ingrediënten voor een 'vroeg steenuilenjaar'. Wat dat betreft vertoont 2018 wel wat gelijkenis met 2013; volgens het KNMI en de Natuurkalender kent de natuur dit voorjaar een late start. Tevens lijkt 2018 landelijk gezien geen heel goed muizenjaar te zijn, maar plaatselijk kunnen er natuurlijk grote verschillen zijn.
Misschien ligt daar wel de verklaring voor de opmerkelijk vroege start van het Brabantse stel. Het zal mij namelijk niet verbazen dat de 'muizenruiters' op het Dongense erf – een soort van voederplekken voor muizen – een belangrijke rol spelen en de muizenstand een flinke impuls hebben gegeven. En u weet, als de muizen het goed doen, doen de steenuilen zich er te goed aan!
Steenuilenoverleg Nederland (STONE) is een landelijke werkgroep die steenuilenbescherming en -onderzoek coördineert, stimuleert en faciliteert. Daartoe wordt samengewerkt met relevante binnen- en buitenlandse, professionele en vrijwilligersorganisaties. STONE is een vrijwilligersorganisatie, zonder betaalde krachten. Bezoek de website van STONE
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
17.07.24 Wie had gedacht dat de haiku challenge zo'n succes zou worden? Ik zeker niet. Het hee..
17.07.24 Het kerkuilenseizoen van Beleef de Lente 2024 zit erop. Of zoals ze in de Achterhoek ..