Beleef de Lente 2024: veel reg..
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
Door
Mark Hessels
Mark Hessels | vrijdag 14 april 2023 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1094x
Dit wordt niet een heel makkelijk of licht verteerbaar blog; je kunt nu nog beslissen om lekker verder te bladeren. Zo niet, pak dan even een kop thee of koffie en ga er eens lekker voor zitten. We gaan het hebben over de broed- en overlevingsstrategie van de kerkuil en die zit best ingewikkeld in elkaar. Ik zal langzaam typen, zodat je het op je gemak kunt lezen.
Als je ergens halverwege denkt ‘pfff, wat een theoretisch verhaal, ik ga wat anders doen’. Lees dan in ieder geval de laatste paragraaf onderaan nog wel even.
Zo, laten we het beestje maar meteen bij zijn naam noemen, dan hebben we dat gehad. Bijna niets roept zoveel emotie op als het sterven van een kuiken voor de camera. En dan vooral als het die lieve, dappere K3 (of een van de anderen) is. Het sterven van een kuiken is ook vele malen erger dan het sterven van honderden muizen….. toch ?
Bij de kerkuil komt kuikensterfte relatief veel voor. Voor sommigen zelfs een reden om maar niet naar de kerkuil camera’s te kijken. Toch is de kerkuil als soort enorm succesvol en heeft grote delen van de wereld gekoloniseerd als leefgebied. Dan moet er toch ergens ook wel iets goed gaan om dat voor elkaar te krijgen.
Vanuit de evolutie is eigenlijk alleen de soort als geheel belangrijk en niet het individu (nee, ook niet die lieve kleine K4). Biologen kijken dus bij alles wat er gebeurt ook vooral naar wat dat dan voor de soort betekent.
De kerkuil probeert maximaal te profiteren als de omstandigheden gunstig zijn voor het grootbrengen van jongen. Dus als zij ‘denken’ (daarover later meer) dat het een goed jaar wordt zetten ze hoog in met het aantal eieren en als ze een minder jaar verwachten dan houden ze het bij een kleiner legsel. In Nederland heb je met 3-7 eieren de meeste nesten wel gevangen, hoewel er soms nog veel grotere uitschieters zijn (in Duitsland is ooit zelfs een legsel van 18 eieren vastgesteld!).
Hierbij lijkt wel te gelden: ‘liever een ei teveel dan te weinig’ en hoewel dat wreed lijkt is het ook wel erg slim. Stel dat de voedselvoorziening toch nog iets beter is dan verwacht dan krijg je mooi dat ene extra jong ook nog groot. Als je dat ene ei extra niet had gelegd, was dat per definitie nooit gelukt. En uiteraard is dat sneu voor het individu als het toch tegen blijkt te vallen, maar de soort vaart er wel bij.
Aan de andere kant gaat een kerkuil ook niet zomaar zinloos teveel eieren leggen, omdat ieder ei een grote investering vergt van met name het vrouwtje. Dus misschien ietsje meer voor de zekerheid, maar nooit veel teveel.
Hoe een kerkuil nu weet hoeveel eieren passen bij de verwachte omstandigheden van dat jaar is best een complex verhaal, waar ook nog lang niet alles duidelijk van is.
Eén van de belangrijkste theorieën is dat het vrouwtje aan de hand van de prooi-aanvoer in de aanloop naar het broedseizoen probeert in te schatten hoe goed het jaar gaat worden vwb muizen en hoe goed haar man ze weet te vangen en naar de kast te brengen (ook niet onbelangrijk). Maar kerkuilkuikens doen er ongeveer 3 maanden over om van bevruchting naar uitgevlogen jong te komen. Dus hoeveel zegt zo’n momentopname in het voorjaar dan over de periode 2 maanden later waarin het eten het hardst nodig is ? Bij proeven met uilen in gevangenschap is ook aangetoond dat als je onbeperkt voedsel aanbiedt de legsels niet steeds groter worden, dus hoewel het voedsel zeker een belangrijke rol speelt zijn er andere factoren die ook meespelen. Maar we kennen ze nog lang niet allemaal.
Eén experiment wil ik nog wel even noemen omdat het echt heel interessant is. Bij een kerkuil in gevangenschap werd tijdens het leggen steeds een ei uit het nest verwijderd (en netjes in de broedmachine gelegd), waardoor het aantal eieren in het nest maar niet groter werd hoezeer het vrouwtje ook haar best deed. Dat vrouwtje heeft uiteindelijk 18 eieren gelegd voordat ze het opgaf. Nu is niet alleen dat aantal indrukwekkend, maar kennelijk had het vrouwtje dus een soort plan over hoeveel eieren zij in haar nest wilde hebben en zolang dat niet lukte legde ze er gewoon nog een bij in de hoop dat voorgenomen aantal wel te bereiken.
OK, tijd om samen te vatten en af te ronden. Hopelijk hebben ook mensen die halverwege zijn afgehaakt de weg naar deze laatste alinea gevonden.
De uitspraak in de titel suggereert een soort vanzelfsprekendheid dat het altijd mis gaat en heeft misschien zelfs een ondertoon van verspilling of wreedheid. Ik heb proberen uit te leggen dat van verspilling geen sprake is; dat kan een dier in het wild zich eigenlijk nooit permitteren. Het is een verantwoorde gok van een soort die door miljoenen jaren evolutie succesvol is gebleken.
Verder, als het altijd mis zou gaan dan zou deze strategie al lang aangepast zijn, want vanuit de evolutie heeft het geen enkele zin om maar domweg te blijven verspillen. Maar dan moeten er dus ook voorbeelden zijn dat het wel goed gaat.
Daar hoef je niet eens ver voor van huis. In 2019 zijn hier 6 gezonde jongen uitgevlogen en zelfs vorig jaar zouden er waarschijnlijk 4 jongen zijn uitgevlogen als er geen ziekte was geweest die nog 2 jongen de kop kostte.
Maar er is natuurlijk veel meer informatie. Al die ringers en controleurs verzamelen al jarenlang data over de kerkuilnesten die ze bezoeken en de meeste informatie daarvan komt bij Sovon terecht. Ik heb eens gekeken hoeveel jongen er nu in heel Nederland zijn uitgevlogen in de recente topjaren 2014 en 2019. Het resultaat zie je in de onderstaande grafiekjes.
Daar staat heel veel informatie in, maar het meest interessante voor dit blog is wel dat in 2019 in 55% van de kasten 5 of meer jongen zijn uitgevlogen. En in 25% van de kasten was dat zelfs 6 of meer jongen. In 2014 was het nog een stukje beter. Toen zijn in 58% van de kasten 5 of meer jongen uitgevlogen en in 25% van de kasten zelfs 6 of meer. Tja, als je dat even op je in laat werken dan snap je misschien waarom de titel van dit blog eigenlijk nergens op gebaseerd is.
Dus in dit blog staat niet dat er dit jaar geen kuikens gaan sterven, maar er staat wel dat er ook een reële kans is dat het allemaal (of grotendeels) goed gaat. En als er toch kuikens sterven is dat niet voor niets geweest. De uilen hebben hun beste inschatting gemaakt en dat is dan helaas niet goed genoeg geweest deze keer en volgend jaar gaan ze het weer precies zo doen omdat het goed is voor de soort.
Als je het helemaal hebt uitgelezen, bedankt voor je doorzettingsvermogen 😉 en nou ben ik eens benieuwd of dit blog meer dan een handjevol likes gaat krijgen….
Oh ja, en volgende keer ga ik weer gewoon iets luchtigs schrijven...beloofd!
18.07.24 Jaargang 18 van Beleef de Lente was een seizoen met twee gezichten: aan de ene kant ..
17.07.24 Wie had gedacht dat de haiku challenge zo'n succes zou worden? Ik zeker niet. Het hee..
17.07.24 Het kerkuilenseizoen van Beleef de Lente 2024 zit erop. Of zoals ze in de Achterhoek ..