Navigatie overslaan

Uitgevlogen

Steenuil

Uitgevlogen

Oehoe

Uitgevlogen

Vijver

Uitgevlogen

Kerkuil

Uitgevlogen

Koolmees

Uitgevlogen

Bosuil

Uitgevlogen

Torenvalk

Uitgevlogen

Boerenlandvogels

Uitgevlogen

Huismus

Uitgevlogen

Zeearend

Geen broedsel

Slechtvalk

Geen broedsel

Ooievaar

Geen broedsel

Merel

Geen broedsel

Visarend

Toon alle blogs & vlogs

De Slechtvalk is een Roofvogel

Paul J. Marcus | zondag 23 april 2017 | Vind ik leuk | Bewaar deze blog | 1147x

Dat lijkt een open deur, maar er is een vraag gesteld waarom Slechtvalken met de andere leden van de Falconiformes tezamen met de leden van de Accipitriformes als Roofvogels worden beschouwd, terwijl andere vogels die er soortgelijke praktijken op na houden, niet zo worden genoemd.

Linnaeus.

Linnaeus deelde in de achttiende eeuw de natuur in een rangorde. Van laag naar hoog: soort, geslacht (genus), familie, orde, klasse, phylum, rijk enz. Ik zal daar tussendoor nog wel het een en ander zijn vergeten.

 


Roofvogel

 


Het woord roofvogel is volgens het Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT) voor het eerst geattesteerd in een woordenboek, getiteld Thesavrvs Thevtoniccae lingvae van C. Plantijn uit 1573: Roofvogel. Oiseau de proye. Accipiter. (WNT s.v. roofvogel). Uit het Middelnederlands zijn geen attestaties van dit woord bekend, dat geldt ook voor het Middelnederduits en het Middelhoogduits. Grimm geeft wel bronnen, maar noemt geen datum voor het Nieuwhoogduitse Raubvogel. Met deze term werden vanouds vleesetende vogels met kromme snavel en kromme klauwen bedoeld. Uilen werden daarvan doorgaans uitgesloten, maar Grimm noemt echter een bron die Bussard, Habicht oder Käuzchen geeft. Een Kauz is een uil zonder oortjes. Aanvankelijk drukte de term roofvogel dus niet zozeer een verwantschap van de diverse typen uit, maar de vorm en functie van de vogels. Let wel: de oudste Nederlandse attestatie noemt expliciet accipiter, dat is ‘havik- of valkachtige roofvogel’ . In de loop der tijd ging men hiermee wel vogels benoemen die verwant aan elkaar werden geacht. Nog een halve eeuw geleden sprak men van Roofvogels of Dagroofvogels in contrast met Uilen. De term roofvogel stond voor de Gieren van Amerika (Cathartidae, gelieerd aan de Ciconiiformes, de Ooievaars?) , de Haviken (Accipitriformes) inclusief de Gieren van de Oude Wereld, en de Valken (Falconiformes). Tegenwoordig worden deze drie groepen als aparte orden beschouwd die nader verwant zijn aan andere groepen van vogelsoorten, dan aan elkaar. De terminologie is sterk schatplichtig aan denkwerelden die allang niet meer bestaan.
Roofvogel was dus een naam voor een orde, zoals tegenwoordig Havikachtigen en Valkachtigen orden zijn. Andere orden zijn o.m. Charadriiformes, de steltlopers en meeuwen e.d., de Passeriformes, zangvogels. All vogels vormen een Klasse.Wij mensen horen tot de orde der Primaten en de klasse der Zoogdieren. Soort, Genus, Orde en Klasse geven dus van links tot rechts steeds grotere groepen weer.

Soort

In de biologische systematiek worden individuen ingedeeld in soorten. Soort is een nogal wazig begrip. Het komt erop neer dat iedereen soorten wel ziet, maar of ze werkelijk bestaan of wellicht een illusie zijn, is de vraag. Darwin gaf er een mooie definitie aan: “…. I look at the term species as one arbitrarily given, for the sake of convenience, to a set of individuals closely resembling each other, and that it does not essentially differ from the term variety, which is given to less distinct and more fluctuating forms.” (The Origin of Species, Hoofdstuk II, 1859). [Ik zie de term soort als arbitrair toegepast op een verzameling individuen, die sterk op elkaar lijken, en dat deze niet wezenlijk verschilt van de term variatie, die wordt toegekend aan minder goed te onderscheiden en sterker aan verandering onderhevige vormen.] Ik denk, de literatuur doornemend, dat er sinds Darwin niet zoveel is veranderd. Hele scholen bestrijden elkaars soortbegrippen, die steeds vrijwel uitsluitend bestaan uit verzamelingen criteria waaraan een groep individuen moet voldoen, om als soort te worden aangemerkt, zonder dat de vraag wat soort nu eigenlijk ís, wordt beantwoord. Een échte definitie van soort is er niet en komt er waarschijnlijk ook niet. Ik denk dat de categorie soort eigenlijk helemaal niet bestaat buiten onze gedachtenwereld. Misschien is soort wel iets als een sterrenbeeld; je ziet het patroontje wel, maar het is er niet! Anders geformuleerd: sterrenbeelden zeggen een hoop over de positie en fantasie van de waarnemer; weinig nochtans over de sterren en hun onderlinge posities Soort zegt een hoop over de waarnemer, maar weinig over de individuen en hun onderlinge relaties.

Genus en ondersoort

Als er over het begrip soort al weinig valt te zeggen. Over genus en ondersoort zo mogelijk nog minder. Waar ligt de grens tussen genus en soort of tussen soort en ondersoort? We kunnen heel duidelijk het verschil zien tussen een Torenvalk en een Slechtvalk, maar het verschil tussen een Torenvalk Falco tinnunculus en een Kleine Torenvalk Falco naumanni is al behoorlijk hogeschoolwerk. En dan de ondersoort Falco tinnunculus dacotiae en Falco tinnunculus tinnunculus. Waarom is dacotiae geen soort? Barbarijse Valk Falco (peregrinus) pelegrinoides en Babylonische Valk Falco (peregrinus pelegrinoides) babylonicus werden tot voor kort door taxonomen als één soort gezien ten opzichte van de andere Slechtvalken Falco peregrinus. Nu blijkt echter, dat ze ten eerste gekruist met die andere Slechtvalken vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen en bovendien dat ze genetisch geen aparte twijg (clade in het jargon twijg) vormen in het deeltje van de boom des levens dat we Slechtvalk noemen. Zijn de Barbarijse Valk en de Slechtvalk daarom één soort? Nee. Ze zijn een soort doordat een aantal mensen menen dat dat voldoende is om ze als één soort te beschouwen: soort is geen feit, de term soort is een interpretatie van de feiten. 

 

 

 

Indelingen

De betiteling Roofvogels of Dagroofvogels was vroeger de naam van een orde, een plaatsbepaling op de stamboom van de levende organismen. Alle Roofvogels waren nader aan elkaar verwant dan aan andere vogels. Het woord roofvogel heeft tegenwoordig nog uitsluitend een functionele betekenis. De uiterlijke overeenkomsten tussen de verschillende orden, de Falconiformes en de Accipitriformes zijn het gevolg van convergente (samenvallende) evolutie en niet van nauwe verwantschap.
De indeling van de organismen is gebaseerd op het werk van Linnaeus in de achttiende eeuw. Vanaf Charles Darwin werd echter pas werkelijk duidelijk dat het systeem verwantschap moest weergeven in de zin van een bundel lijnen van werkelijke ouder-kind-afstammingsrelaties. Niet in de zin van op soortgelijke wijze gebouwd door een Schepper. Anatomische kenmerken waren tot voor kort de enige middelen waarmee gepoogd werd verwantschap aan te tonen. Hierbij is het echter lastig om overeenkomsten tussen twee organismen als convergentie dan wel als duidend op verwantschap te herkennen. Door middel van onderzoek aan het DNA wordt tegenwoordig geprobeerd m de werkelijke afstammingslijnen te ontrafelen.
De indelingen die voor Darwin van de natuur werden gemaakt waren op heel andere principes gebaseerd dan op fysieke verwantschap. Het ging vaak om functie, nut, rein- onrein, enzovoort. In oude woordenlijsten zoals de woordenlijst Latijn – Oudengels van Aelfric van rond het jaar 1000 zien we dat vleermuizen vliegen, bijen en vlinders ingedeeld zijn bij de vogels: de vleermuis als nachtvogel hréremús ‘vleermuis’ wordt gevolgd door de úle ‘uil’. Het Oudpruisisch (een uitgestorven Baltische taal, nauw verwant aan Litouws en Lets, maar niet nauw aan het Duits!) woord voor vogel is pepelis, cognaat (d.w.z. teruggaand op dezelfde oervorm) met het Latijnse papilio, dat vlinder betekent, en tevens met Oudengels fifalde, Middelnederlands viveltere, Nederlands vijfwouter ‘vlinder’. Het woord vogel (van Proto-Germaans *fugla- uit oorspronkelijk *flugla-) is afgeleid van het werkwoord vliegen, net als het woord vleugel en de insectennaam vlieg. Dat maakt duidelijk dat bij het indelen van het dierenrijk, in de tijd waarin onze woorden ontstonden, niet zozeer op verwantschap van de referenten werd gelet, maar op de functie daarvan.[referent = hetgeen benoemd wordt met een woord]. Dat is niet vreemd als je uitgaat van een schepping in plaats van een evolutie. Ik denk stiekem dat Darwin zijn boek eigenlijk The Origin of Variety had wille noemen, maar in dat geval zou zijn boek geen opzien hebben gebaard.

 

 

 


Vind ik leuk
Bewaar deze blog

Meer over

Slechtvalk Alle Beleef de Lente blogs