Geplaatst op 12 december 2024
“Een gruwelijke doodsoorzaak bij lepelaars wordt veroorzaakt door botsingen met elektriciteitsleidingen en dan vooral met de bovenste twee ‘bliksemdraden’ die het dunst en dus het minst zichtbaar zijn. Als gevolg van de plaatsing van hun ogen zien de lepelaars de draden vaak pas op het laatste moment. Ze proberen dan nog op te trekken waarbij de poten naar beneden gaan. De poten klappen dan tegen de draad waardoor ze breken. De lepelaar kan in dat geval soms nog vliegen en bereikt ook nog wel eens de kolonie, maar zodra hij geland is, zal hij onherroepelijk doodgaan. Als zo’n vogel gevonden wordt, kun je aan de poten zien dat het om een ‘draadslachtoffer’ gaat.”
“Geschat wordt dat het jaarlijkse totaal aantal vogelslachtoffers omstreeks 1 miljoen bedraagt en dat alleen al in Nederland! Volgens een recente studie in België is ook de tol daar aanzienlijk. Alleen al voor watervogels wordt daar op jaarbasis het aantal dodelijke slachtoffers geschat op ruim 600.000 exemplaren. Door de energietransitie worden de laatste en komende jaren veel nieuwe tracés aangelegd om de stroom van alle nieuwe windparken op zee aan land te brengen en van daar uit verder te transporteren.”
“Onze werkgroep is al lang in gesprek met TenneT, de beheerder van het elektriciteitsnet in Nederland. Het gaat immers om grote aantallen slachtoffers per jaar, niet alleen lepelaars natuurlijk. Reden te meer om TenneT te vragen om zogenoemde mitigerende maatregelen te nemen door het aanbrengen van draadmarkeringen om zodoende de sterfte zoveel mogelijk te beperken. TenneT is vooralsnog moeilijk te bewegen deze maatregelen op grote schaal uit te voeren. Het blijft wat ons betreft te vaak bij gesprekken en een pilot hier en daar.
Dit terwijl in andere landen zoals bijvoorbeeld in Spanje zeer veel maatregelen worden getroffen en het voorkomen van elektrocutie bij vogels zelfs bij wet is geregeld. Spanje heeft de laatste jaren 100 miljoen euro geïnvesteerd in beschermende maatregelen. Daar moet Nederland een voorbeeld aan nemen.”
“Het ondergronds aanleggen van leidingen is uiteraard de beste oplossing, maar duur en niet altijd mogelijk. Dus kun je denken aan draadmarkeringen. In het verleden konden ook alleen bij nieuwe draden maatregelen worden, of bij onderhoud als de stroom eraf is. Maar de techniek is inmiddels voortgeschreden. Je kan met drones – ook als de stroom op de leidingen staat – draadmarkeringen aanbrengen. Moet je wel de goede markeringen gebruiken natuurlijk, die ook daadwerkelijk effect hebben.
In het nieuwe tracé Zuid-West 380 KV van Borssele naar Tilburg zijn kleine grijze varkenskrulletjes aangebracht, die met het blote oog nauwelijks zichtbaar zijn en die dus geen enkel effect zullen hebben. Een gruwelijk filmpje van boswachter Eric de Jonge van Brabants Landschap maakt dit ook overduidelijk."
Uit onderzoek in vele landen - Spanje, Zweden, België, Bulgarije, Litouwen, Roemenië en Zweden - blijkt dat de beste oplossing het gebruik van zogeheten FireFlies is. De FireFly roteert, spiegelt en gloeit in het duister. Dit laatste is met name voor vogels die ook ’s nachts vliegen zoals lepelaars van belang. Uit studies blijkt dat het aantal draadslachtoffers - afhankelijk van de soort - kan dalen met 75% tot wel 95%.”
“Er is ook een nieuwe techniek die al in Amerika is gebruikt. Deze ACAS-techniek - Avian Collision Avoidance System - is er vooral op gericht om hoogspanningslijnen ook ’s nacht beter zichtbaar te maken door deze met ultraviolet licht (niet zichtbaar voor de mens) te beschijnen. Deze techniek resulteerde in een daling van 98% bij aanvliegingen van Canadese kraanvogels.
Het wordt de hoogste tijd dat de Nederlandse netbeheerder zijn verantwoordelijkheid neemt en op al de nieuw aan te leggen tracés en die tracés die liggen in risicogebieden, zorgt voor het aanbrengen van deze FireFlies. Want, en daar is ook TenneT het mee eens: elke dode vogel door een botsing met een hoogspanningskabel is er één teveel.”
"Sinds 2021 plaatst TenneT draadmarkeringen op alle nieuwe hoogspanningsverbindingen en bij groot onderhoud van bestaande hoogspanningsverbindingen. Deze draadmarkeringen, zoals vogelspiralen (of ‘varkenskrullen’), maken de bliksemdraden beter zichtbaar voor vogels. Dit zorgt voor een daling van het aantal draadslachtoffers tot 71% volgens onderzoek (o.a. Hartman, 2010 en Heijligers, 2016).
We zoeken naar mogelijkheden om de effectiviteit van onze draadmarkeringen te verhogen. Maar er zijn uitdagingen. We kunnen hoogspanningsverbindingen maar beperkt tijdelijk uitschakelen omdat anders een betrouwbare elektriciteitsvoorziening niet gegarandeerd kan worden. Tot nu toe doen we dat ook bij het plaatsen van draadmarkeringen om veilig het werk uit te kunnen voeren vanuit een hoogwerker of helikopter. Deze methode veroorzaakt overlast voor de natuur en omwonenden. Daarom zijn we vorig jaar op twee hoogspanningsverbindingen in natuurgebieden in Wageningen gestart met het testen van ‘Fireflies’. Dit zijn reflecterende draadmarkeringen die met drones worden aangebracht op de bliksemdraden. Hierbij hoeft de hoogspanningsverbinding niet uit bedrijf genomen te worden en is de impact op de omgeving beperkt. Op dit moment zijn we de functionaliteit van deze Fireflies aan het testen, zodat we ze mogelijk vaker kunnen gaan inzetten.
Samen met een aantal netbeheerders in het buitenland, zoals ELIA in België en EirGrid in Ierland, delen we onze kennis over diverse typen draadmarkeringen die duurzaam, veilig en effectief zijn. Zo gaat TenneT volgend jaar de Swan Flight Diverter testen, een grotere en effectievere draadmarkering dan de varkenskrullen. We gaan deze markeringen aanbrengen op enkele verbindingen waarvan we uit onderzoek van SOVON weten dat het risicotracés voor vogels zijn. Hiermee blijven we ons inzetten om het aantal draadslachtoffers verder te beperken.
TenneT past het aanbrengen van draadmarkeringen ook toe op de verbindingen met een hoog spanningsniveau (380 kV). Deze verbindingen kunnen vanwege veiligheid en effectiviteit niet over lange afstand ondergronds aangebracht worden. Een groot deel van de hoogspanningsverbindingen met lagere spanningsniveaus - 110 en 150 kV - wordt inmiddels ondergronds aangelegd, waarbij er uiteraard geen effecten meer voor vogels zijn."
Bronnen
Veel vogels zijn trekvogels. Om ze goed te kunnen beschermen zijn wereldwijd sterke natuurorganisaties nodig. Vogelbescherming werkt samen met BirdLife Partners langs de trekroute en ondersteunt ze waar nodig.
Vogels zijn er overal en altijd: alledaags en fascinerend, spannend en ontroerend tegelijk. Wij kunnen ons een wereld zonder vogels niet voorstellen. Help mee vogels beschermen en ontvang ook nog eens ons magazine Vogels.