Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 31 maart 2021
De voorpret, iedere keer als u zo’n beschimmeld kontje courgette onderuit de groentela vist en weet dat het perfect is voor uw compostproject. Dat alleen is al de moeite van het composteren waard.
Waarom zelf compost maken? Vogels hebben bloemen nodig, want die lokken insecten en geven zaden en bessen: vogelvoer dus, onder meer. Maar bloemen moeten zelf ook ‘eten’: mineralen uit de grond. U kunt kunstmest strooien of compost kopen, maar leuker en duurzamer is het om zelf compost te maken. Het heeft iets moois, die kringloop in eigen keuken en tuin, waar bij uw groene afval weer voedsel wordt voor bodemdieren en planten. Composteren kan ook in een héél kleine tuin of op een balkon.
Compost zorgt ervoor dat uw bloemen op hun mooist bloeien en sterk en gezond zijn en daardoor minder bevattelijk voor ziektes en plagen. Vaak bevat de tuinbodem te weinig plantenresten en zijn uw planten en bodemdiertjes gebaat bij extra compost. En daar zijn de vogels weer mee geholpen: meer en vettere zaden en wormen.
Compost verbetert ook de structuur van de grond: klei wordt wat luchtiger en zand krijgt meer samenhang. Door die structuur, kunnen de plantenwortels zich beter ontwikkelen en houdt de bodem meer water vast. Dat bespaart weer kraanwater en moeite.
Allerlei soorten compostbakken of -vaten zijn overal te koop in verschillende materialen en prijsklassen. Die passen makkelijk in een kleine tuin. Maar, een constructie van houten of plastic (klap)kratten op elkaar gestapeld met afdekking lijkt ook te werken. Misschien heeft u nog kratten staan en dan is het laagdrempelig om het eens te proberen.
U hoeft ook niet meteen het hele jaar door voor de hele tuin genoeg compost te hebben en al uw gft-afval kwijt te kunnen. Start op kleine schaal in een krat, als het bevalt kunt u altijd nog uitbouwen. Wat overblijft gaat gewoon in de gft-bak, ook prima.
Als u compost maakt, zijn het de bacteriën, schimmels, wormen en andere kleine bodemdiertjes die het werk doen. Ze eten bladeren en plantenresten en zetten dit om donkerbruine, kruimelige resten met daarin die mineralen; dat plantenvoedsel.
Ze hebben drie dingen nodig.
De opbouw van een composthoop is altijd het zelfde, waar u de compost ook in maakt. Het is een soort lasagne: laagjes bruin afgewisseld met laagjes groen (zie kader). Wat ook altijd geldt: het proces verloopt sneller met hoge temperatuur, dus in de zomer gaat het een stuk beter dan in de winter. In de lente starten is perfect. Begin nu, dan kunt u de compost na de zomer gebruiken.
Om erachter te komen of de compost klaar is, moet u kijken. Gewoon een handje eruit trekken. Het kan een paar maanden duren, bij kou langer. Na verloop van tijd moet het mooi donker en rul worden, maar nog wel een beetje plakkerig. Dan is het klaar. Ook halfrijpe compost, waar u nog stukjes van bladeren en takken in herkent, is al prima bruikbaar.
Gebruikelijk in voor- of najaar, maar eigenlijk het hele jaar, kunt u een dunne laag (+/- 5 mm) tussen de planten strooien en eventueel maar niet noodzakelijk door de grond harken. De micro-organismen en bodemdiertjes gaan er dan rustig mee verder. Onder bessenstruiken en fruitbomen strooit u meer: 2 cm. In bloempotten en bakken kunt u zo’n 10% door de grond mengen. Gaat u een border, moestuin of gazon aanleggen? Spit dan vooraf een laag van 2 cm compost door de bovenste 20 cm van de grond.
Heeft u alleen een balkon, ga dan voor worm-composteren (zie bovenstaand filmpje). Onlangs stond er nog een uitgebreid artikel op Nature Today over hoe gemakkelijk dat in zijn werk gaat. Er zijn tegenwoordig werkelijk prachtige wormenbakken te koop: in mooie kleuren en moet bloemen erop of hangplanten eraan: een lust voor het oog.
Wel bij het compost | Niet bij het compost |
Groene bladeren/snoeisel | Glanzend papier |
Verlepte tuinplanten/bloemen/onkruid | Dik hout/dennenappels |
Eierschalen | Kattenbakkorrels |
Gebruikte potgrond | Melk/kaas/vlees/vis/botten |
Gemaaid gras (niet veel tegelijk) | Olie/vet |
Afval van groente en fruit | Materiaal van eik/beuk (verteert traag) |
Mest en urine van kleine plantenetende huisdieren, zoals konijn/cavia etc. | Schillen van banaan of citrusfruit (tenzij biologisch, dan beperkt) |
Koffiedik | Oud brood (trekt ongedierte) |
Bagger uit vijver/plastic dakgoot | Gekookte etensresten (stank, ongedierte, zout) |
Wier/waterplanten | Tabak/sigaretten |
Dorre bladeren/snoeisel | Textiel |
Hooi of stro | Zieke planten |
Keukenpapier | Mest en urine van vleeseters |
Ongeverfde eierdoosjes/ander luchtig karton | |
Pindadoppen | |
Schoon zaagsel (zeer droog, dus niet veel) | |
Kort geknipte takken | |
Stukjes schors | |
Wilt u wat meer lezen over composteren, dan is het boekje ‘Goud voor grond’ van Roelke Posthumus een aanrader.
Voor wie nog een stapje verder wil gaan, is er ‘De ongespitte tuin’ van Charlie Nardozzie.
De Tuinvogelconsulenten van Vogelbescherming adviseren tegen een klein bedrag (leden krijgen korting) hoe je tuin vogelvriendelijk kan worden ingericht. Zelfs op het kleinste lapje is er van alles mogelijk.
Word jij ook zo blij van vogels in je tuin of op je balkon? Hang je wel eens een vetbolletje voor ze op? Je kunt nog meer doen. Doe de gratis Postcode Vogelcheck en ontdek welke vogels in jouw buurt leven en hoe je deze vogels kunt helpen.